17481 resultaten - Pagina 795 van 1166
... 783 - 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 ...
[20] Maar ik had dat nog niet gedacht of er was een tweede machtige knal te horen, - en op datzelfde ogenblik zag ik aan alle kanten uit alle oneindige diepten grote vlammen oplaaien; en in het felle licht van die vlammen werd ik pas gewaar, dat die eerdere nacht de nacht in mijn eigen hart was en dat die na de tweede knal gewekte vlammen niets anders waren dan mijn eigen, tot nu toe vast slapende liefde.Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] In het licht van deze zon werd alles wezenlijk. De vlammen van mijn liefde werden wezens en zagen eruit als ikzelf en aan hun aantal leek geen einde te komen. En al die wezens bewogen zich naar mij toe en werden volledig één met mij; in deze eenheid onderging ik zo'n gevoel van gelukzaligheid, dat ik het nu niet met iets anders kan vergelijken.
Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] `Zie, Ik ben alles in alles en alles is in Mij en alles is vanuit Mij! Jij echter bent Mijn evenbeeld; weet derhalve wie je bent en wie je Vader, God en Schepper is!'
Hoofdstuk 67: Purhals visioen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zie, het is waar, het moest zelfs een uitzondering zijn; want Ik verlang niet meer en heb nog nooit meer verlangd, dan dat, je ook volgens Mijn wil moet handelen indien jullie het eeuwige leven willen vinden.
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Zie dus, Mijn lieve Purhal, voor Mij is niets verborgen; daarom is het alleszins geraden om niets voor Mij te verheimelijken!
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En toen Ik dan de zon in je liet opgaan, dat wil zeggen Mijn heilige genadezon, merkte je dat deze vlammen zonder licht niets anders waren dan je talloosvoudig verbrokkelde eigen ik, dat je vroeger zelf in die mate gehavend hebt door de meest uiteenlopende begeerten, zorgen en hartstochten!
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Dat heb je ook gezien, toen je zag hoe in Mijn licht van liefde en genade al deze op jou lijkende wezens naar je toe drongen en spoedig geheel één met je werden en datje toen in deze hereniging pas in staat was, als een zodanig voltooid mens weer de vaderlijke stem van Mijn geest in je te horen, die je meedeelde wie Ik ben, waar Ik ben en waar en waarvandaan alle dingen zijn en wat ten slotte jijzelf bent of moet zijn en worden.
Hoofdstuk 68: Abedams berisping en vermaning aan de onoprechte Purhal. De verklaring van het visioen van Purhal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Vertel me dan nu met welke tuchtroede Ik thans bij jullie gekomen ben! Wie is er reeds bezweken onder Mijn slagen?
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Wanneer je je bij Mij, jullie volkomen zuivere en heilige Vader, bang en niet op je gemak voelt, terwijl Ik toch vervuld ben van de allerbeste en meest volkomen, ware en meest vaderlijk rechtschapen bedoelingen vanuit Mijn eeuwige, geheel onbaatzuchtige liefde tot jullie, hoe moeten jullie je dan ten opzichte van elkaar wel niet voelen, waarbij jullie hart met Mij vergeleken vol list en boosheid is, als je al zo ontmoedigd wordt wanneer Ik een kleine fout in Purhals hart corrigeer.
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Purhal, zeg Me, wat voor ergs heb Ik je dan aangedaan doordat Ik je vanuit Mijn grote liefde tot jou gereinigd heb?!
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Bij deze vraag begonnen allen te snikken en te wenen en Adam zelf huilde luid als een kind en zei toen, diep geroerd door Mijn grote vaderliefde:
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] Abedam zei daarop: 'O kindertjes, wees rustig en zonder zorgen, want van jullie, die nu in Mijn schoot zijn, zal er geen een verloren gaan; want Ik, het eeuwige leven Zelf, ben immers in jullie midden en wend nu al het gevaar van de dood van jullie af.
Hoofdstuk 69: Hoe de aan Purhal gerichte berisping op de aanwezigen werkt. Abedam beurt de bang geworden gemoederen weer op - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'O heilige, meest liefdevolle, onuitsprekelijk hoge, goede Vader! Zie, ik, een nietige worm ten opzichte van U, lig hier vol diepe eerbied en met de innigste boetvaardige deemoed van mijn hart voor U, heilige Vader!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] U hebt mij nu uit mijn slaap in het leven geroepen, - ja in het ware, wakkere, vrije leven van Uw oneindige vaderliefde hebt U mij geroepen en U hebt van de matte, blinde worm, bestoven met het stof van deze aarde een vrij mens gemaakt, die met zijn ogen in de verre eeuwigheden ziet als een eindeloze reeks van kringen, almaar kringen vol onsterfelijkheid en die zich in ieder van die eeuwige kringen steeds meer verheerlijkt ziet en op U, o heilige Vader, steeds meer gelijkend en U steeds nader!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Heilige Vader, ik kan U aanbidden, U loven en prijzen; ik kan U mijn leven lang roemen uit al de door U aan mij verleende krachten; ik kan voor U overal offers branden waarheen mijn oog zich ook maar mocht wenden; ik kan U zodanig hoogachten dat, met de allergrootste eerbied die mij maar mogelijk is, mijn geest zich onder de allerlaatste, onderste en onbeduidendste scheppingen zou kunnen verbergen; ja ik kan U beminnen met al het geweld van de liefde in mij; ja, dat kan ik allemaal voor U doen, mijn almachtige Schepper, voor U, mijn heilige, grote God!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)