17481 resultaten - Pagina 796 van 1166
... 784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 ...
[11] Want zolang als U maar een Schepper voor mij bent, een eeuwige, oneindige God, zolang bestaat er tussen mij en U geen andere verhouding van mijn kant dan alleen het volledige niets zijn van mij ten opzichte van U en Uw oneindige totaliteit in alle macht van Uw goddelijke wezen tegenover - zoals reeds gezegd - mijn volslagen nietigheid!Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar wanneer ik U 'Vader' noem, o heilige Vader, dan veranderen al die eerdergenoemde verhoudingen; gelukzalige vreugde omstraalt dan mijn hart en mijn geest beeft, ontroerd door een onuitsprekelijk groots vermoeden en in snij blijft dan slechts één machtig gevoel over en dat is de liefde, die enige zuivere in U geheiligde liefde, o Vader, ja, een heilige liefde, omdat zij alleen maar in staat is om enkel U, heilige Vader, te beminnen!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Vergeef mij nu dan ook, lieve, heilige Vader, dat ik niet in staat ben U te danken, U te loven en te prijzen, want mijn hart is te zeer vervuld van machtige liefde voor U; daarom kan ik nu dan ook niets dan alleen U boven alles liefhebben!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] O Vader, omdat mijn tong door de buitengewoon grote liefde in mijn hart voor U in het geheel niet bij machte is zich te bewegen om te bidden of om Uw muon te roemen, daar al mijn kracht zich in mijn hart in de liefde tot U heeft verenigd, vergeef me daarom reeds bij Voorbaat; want mijn verhaal zal zeker ontzettend stuntelig uitvallen!
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Tot groot geluk van mijn nu geheel onbeholpen tong heb ik in deze muitte bekentenis het meeste reeds weergegeven, van hetgeen ik ondervonden en gevoeld heb en nog voel en waarlijk eeuwig zal voelen en voeg hier alleen nog, het droomgezicht aan toe, dat er als volgt uitzag:
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Maar bij deze beschouwing bleef het niet lang. Want al spoedig ontdekte ik mijn hart en in het midden van mijn hart een buitengewoon sterk lichtende ring en deze ring of cirkel draaide voortdurend rond. Ik dacht: `Wat doet die ring daar?'
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Toen ik dat nog maar nauwelijks gedacht had, werd de ring plotseling, net als de kringen in het water, wijder en breidde zich ver buiten mijn wezen uit tot een eindeloos grote kring waar ik me geheel alleen middenin bevond.
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] En daarop verstomde plotseling alles en kwam er een einde aan mijn visioen.
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] O Vader, lieve, heilige Vader, neem het genadig op en verstoot niet mijn hart dat U zeker nog hoogst onvolkomen bemint, maar geef me de kracht om U steeds inniger en meer volkomen lief te hebben, eeuwig, eeuwig, eeuwig ! Amen.'
Hoofdstuk 70: Juribaëls woorden over de grootsheid van de mens als kind van God. Het visioen van Juribaël: de talloze, eindeloos groeiende kringen van de ene levenscyclus - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] En deze volmaakte genieting is het meest eigenlijke eeuwige leven in alle vrijheid van het aanwenden van de genade volgens de oereeuwige wijsheid vanuit Mij, die eenieder eigen zal worden die een gerechtvaardigd kind van Mijn liefde, wordt door zijn liefde, welke in de grond Mijn liefde in hem is en hem maakt tot het kind van Mijn liefde door die liefde van Mij in hem.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Maar als iemand deze weg niet bewandelt, waarlijk, Ik zeg jullie, hij zal eindeloos zoeken en zal toch nooit de kuiste en kortste weg vinden, omdat deze eon weg van de liefde is en van al het Leven vanuit die liefde, maar geen weg van duistere eigenzinnigheid, waarin ik niet het allergeringste vonkje van Mijn liefde heerst.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar het leven van een dergelijke liefde duurt niet eeuwig, maar slechts gedurende de zeer korte tijd waarin zo'n liefde zich spoedig zal verteren, daar zij van Mijn vaderliefde afgescheiden werd en zodoende geen toestroming meer heeft.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Zie nu, Mijn geliefde Juribaël, wie dus de liefde in zijn hart tot Mij wendt en Mij voor eeuwig in zijn liefde omvat, die heeft de olie van zijn leven aan de bron ontstoken en deze vlam zal nooit doven, maar een eeuwig levend licht voor hem zijn!
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] En nu riep Abedam Oalim bij Zich en wel met de volgende woorden: 'Oalim, je bent overweldigd door louter gevoelens van dank tegenover Mij voor Mijn vaderliefde, kom bij Mij en laat net als je voorgangers ons allen weten wat je allemaal in je gezien, gevoeld en gehoord hebt! Maar spreek zonder angst of schroom, opdat niets achterwege blijft; want het is allemaal van grote betekenis voor jou, evenals voor al je broeders. Open dus je mond! Amen.'
Hoofdstuk 72: Oalims visioen: drie harten in elkaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Zie, dat is de eeuwig stralende ring in je hart, dat je nu leeft vanuit Mijn liefde in je! Want Mijn liefde in het hart van Mijn kinderen is een kring, die zich steeds verveelvoudigt en tot in het eindeloze vergroot; en die kringen die ontstaan zijn door deze eeuwige verveelvoudiging van die ene kring, hangen aan elkaar als de schakels van een ketting of als de windingen van een slakkenhuis, waar iedere winding groter wordt en ruimer en vrijer en niet iedere winding dichter en dichter, en steeds dichter de grote uitmonding in de eeuwige, oneindige ruimte nadert; dat is in de geest de allerhoogste volmaakte genieting van Mijn eeuwige, oneindige vaderliefde en alle genade en wijsheid vanuit die liefde.
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)