Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 796 van 1112

...  784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809  ...
[11] Vanaf die dag wachtte Noach nog zeven dagen en liet op de achtste dag weer een duif uitvliegen; deze kwam pas tegen de avond terug en bracht in haar snavel een blaadje mee dat zij van een olijfboom had geplukt, en dat was voor Noach een teken dat het water op aarde was gezakt.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Toen ging Noach met zijn zonen op één januari aan het werk, en sloeg het dak van de ark af, en keek toen voor de eerste maal vanaf de hoge Ararat naar de vernieuwde aarde, en hij zag geen water meer en hij zag dat de aarde geheel droog was.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] En Noach opende nu de grote deur, en alles vloog en liep en kroop uit de ark en zocht zich een woonplaats op de vernieuwde aarde; en de Heer zorgde dat allen nu weer hun voedsel vonden.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Laat alles wat beweegt en leeft op de aarde jullie tot voedsel dienen. Ik geef het aan je zoals het groene kruid. Maar alleen het vlees dat zich nog in zijn bloed beweegt moet je niet eten (want het bloed draagt zowel bij de dieren als bij mensen Mijn toorn en Mijn wraak); daarom wil Ik al het bloed van de mens alsmede het bloed van de dieren wreken! (Want in het bloed is de dood.)
Hoofdstuk 361: Het dankoffer van Noach en de zegen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Toen Noach daar aankwam verbaasde hij zich erover dat hij zich hier in een Eden bevond dat reeds vol was met allerlei geheel rijpe vruchten in de derde maand van het nieuwe jaar.
Hoofdstuk 362: Het zichtbare teken van het nieuwe verbond. Het land Eriwan. Het nieuwe en toch oude gebod van de liefde. De Heer als Melchizedek. Kanaän en Salem. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En al spoedig kwam er een bode uit de streek waar de Heer heen was gegaan, en deze leidde Noach naar een plaats waar een mooi bos was, en hij zei tegen hem: 'Zie, Noach, dit bos heeft de Heer onder het water voor jou bewaard! Daarom moet je je hier in de buurt van dit bos vestigen en hier de hut bouwen die je nodig hebt! Ook moet je akkers aanleggen en allerlei graan verbouwen dat je in de ark hierheen hebt gebracht!
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen verzamelde Noach de druiven en perste die uit in een flink vat van cederhout, liet vervolgens het sap goed gisten, en toen het helder was proefde hij ervan en vond het buitengewoon smakelijk zodat hij een geduchte hoeveelheid tot zich nam.
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar aangezien hij de uitwerking van dit sap niet kende, gebeurde het, dat hij er een flinke roes van kreeg en in een diepe slaap verzonk. Maar daar de wijn veel warmte in zijn lichaam opwekte ontkleedde hij zich en ging geheel naakt op het groene gras onder een schaduwrijke vijgenboom liggen, waaromheen de dakloze hut was gebouwd.
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Daarop wendde hij zich tot de twee andere zonen en zei: 'Geloofd zij God en moge Hij het geslacht (5) van Sem uitbreiden! Laat Kanaän zijn knecht blijven! Laat God ook Japhet uitbreiden en hem laten wonen in de hutten van Sem; maar Kanaän zal zijn knecht blijven!'
Hoofdstuk 363: De vestiging van Noach. De aanwijzing voor akker- en wijnbouw. Noachs roes uit onwetendheid. De vloek over Kanaän en het verstoten van Cham en zijn gezin. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Gedurende Noachs leven vermeerderden de kinderen van Cham zich nog zeer, want Noach leefde na de zondvloed nog driehonderdvijftig jaar en zijn totale leeftijd bedroeg negenhonderdvijftig jaar.
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En zie, dat was niet volkomen in de ogen van de Heer! Daarom wendde de Heer Zich tot Sem en Japhet omdat die de laatsten waren, en gaf Sem pas Arphachsad na jouw vierde zoon en zegende hem al in het lichaam van zijn moeder.
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Vanaf de bergen die nagenoeg midden door Zweden en Noorwegen lopen, strekte zich een grote bergketen in het uiterste Noorden uit tot aan het Oeralgebergte en verbond zich daarmee in steeds stijgende richting en had een breedte aan de voet tot honderd, ja zelfs tot tweehonderd Duitse mijlen. En deze bergketen verbond zich ook met de huidige gebergten van Denemarken en vandaar verder met de bergketen die tegenwoordig nog gedeeltelijk min of meer de westelijke laagvlakte van Europa van het bergachtige huidige Duitse Europa tot in Zwitserland scheidt, en zo waren dus de Zwitserse gebergten verbonden met de Oeral, die door Midden-Azië liep en met het hoge Tibet verbonden was. Dat was dus een ononderbroken krans van bergen waarvan de laagste delen nog altijd een hoogte van tussen vijf- en zesduizend voet boven zeeniveau hadden; alleen waren zij niet overal van dezelfde solide consistentie. Daarom werden ze bij het nog te beschrijven zakken van de binnenzeeën, die in die tijd niet in verbinding stonden met de grote zee, door de vloed doorbroken en naar verschillende richtingen weggespoeld.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar er was nog een derde binnenzee. Om vast te stellen waar die zich bevond hoeven jullie alleen maar een blik te werpen op de vlakten en dalen die vandaag de dag doorstroomd worden door de Donau, Drau en Mur tezamen met hun zijrivieren. Deze kleinere binnenzee was in die tijd weliswaar bij niemand bekend omdat in die voortijd het huidige Europa nog niet door menselijke wezens was bewoond; wel waren er grote aantallen van allerlei dieren, gewoonlijk immens groot, waarvan men tegenwoordig in bepaalde bergholen en opgespoelde zand- en steenslagbergen overblijfselen (in versteende vorm) vindt.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Deze buitengewone hoge waterstand in geheel Midden-Azië baande zich merendeels een machtige afvoer door het huidige dal van de Wolga en verhoogde die binnenzee vele vadems; daardoor kon met name in de streek van het hedendaagse Konstantinopel (nu Istanboel) de toch al niet zo stevige landengte des te minder een doorbraak verhinderen toen er bij deze gelegenheid sprake was van buitengewone vuuruitbarstingen, die noodgedwongen alles verwoestten.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] En grotendeels werd dat bewerkstelligd door de nog in leven gebleven volkeren van het hoge Middelgebergte van Azië en ook die van de Oeral, die in die tijd tot aan de noordelijke binnenzee een vruchtbare en brede strook land was, van waaruit dan ook het overige noordelijke deel van Europa vooral op de bergen werd bevolkt. Van die volkeren stammen ook de Tauriërs af die zich op de bergen van Stiermarken en vele andere landen vestigden en lang rustig onder elkaar voortleefden totdat de heb- en gewinzucht van de Romeinen en de Grieken hen ontdekte.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  784 - 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809  ...