22349 resultaten - Pagina 797 van 1490
... 785 - 786 - 787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 ...
[24] U kunt mij geloven en met mijn leven sta ik in voor de waarheid ervan: alle hemelse machten staan aan deze familie ter beschikking -zoals Uw eigen arm aan Uzelf; ikzelf hield daar een nooit te vergeten getuigenis aan over!'Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroedvrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Ik weet namelijk dat joden in dergelijke gevallen de doodstraf kunnen krijgen. Of, als het werkelijk au sérieux moet worden genomen, dan zou dat nog veel erger zijn dan in het eerste geval; want dan zou die keizerlijke wet scherp moeten worden toegepast, die elke opruiing al in de kiem gesmoord wil zien! Zeg mij dus alstublieft de waarheid, opdat ik weet, waar ik met deze bijzondere familie aan toe ben. ,
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroedvrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Nu wendde Cornelius zich tot de gezusters en zei: 'Wat zeggen jullie daarvan? Is dit wellicht een slim bedrog van deze oude man, die de wettelijke straf voor de gevolgen van zijn daad tegenover een blind en bijgelovig volk wil ontgaan?
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroedvrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Nu zei Cornelius: 'Best, dat begrijp ik, maar ik heb ook gelezen dat deze koning uit een maagd en in een stal moet worden geboren, in de omgeving van deze stad. Hoe moet dat dan worden uitgelegd?'
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroedvrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Hierdoor werd Jozef in verlegenheid gebracht, maar na een poosje te hebben nagedacht zei hij: 'Uit de hemel zal die Koning komen, als de Zoon van de Eeuwige God! Zijn Rijk zal niet van deze aarde zijn, maar van de wereld der geesten, van die van de Waarheid!'
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroedvrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Hoe zou ik U iets passends kunnen aanbieden; iets dat in overeenstemming is met Uw hoge stand om U daarmee te laven? Kijkt U maar, hier in deze kar is heel mijn hebben en houden: ten dele meegebracht uit Nazareth, ten dele hier reeds ten geschenke gekregen van de herders uit de omgeving. ..
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroedvrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Jozef, door deze mededeling diep ontroerd, zei nu: '0 God, wat zijt Gij toch goed voor mij, door juist datgene in vreugde om te zetten, wat juist mijn grootste angst veroorzaakt! U alleen zij alle lof en eer! ,
Hoofdstuk 19: Jozefs bezorgdheid over de registratie. Bericht van de vroedvrouw voor Cornelius. De hoofdman bezoekt de grot. Jozef en Cornelius. Cornelius gelukkig in de nabijheid van het Kindje Jezus (30 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Daar was de vroedvrouw blij mee, en dus bracht ze de haar welbekende brave en nog jonge hoofdman erheen. Toen die nu voor de grot stond, zei hij: 'O vrouw, hoe ongedwongen ga ik in Rome tot mijn Keizer, en hoe moeilijk is 't me hier om in deze grot binnen te gaan!
Hoofdstuk 19: Jozefs bezorgdheid over de registratie. Bericht van de vroedvrouw voor Cornelius. De hoofdman bezoekt de grot. Jozef en Cornelius. Cornelius gelukkig in de nabijheid van het Kindje Jezus (30 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Met deze uitleg waren de herders tevreden, zodat ze Jozef verder niets vroegen. Ze gingen nu weg en later brachten ze voor Maria allerlei versterkende middelen.
Hoofdstuk 19: Jozefs bezorgdheid over de registratie. Bericht van de vroedvrouw voor Cornelius. De hoofdman bezoekt de grot. Jozef en Cornelius. Cornelius gelukkig in de nabijheid van het Kindje Jezus (30 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[40] Jozef zei hun: 'Lieve mensen, zo wonderlijk, als het gras groeit uit deze aarde, zo is ook dit wonder gebeurd! Wie immers weet, hoe gras groeit?! Evenmin weet ik over dit wonder iets te vertellen! God heeft het zo gewild, dat is alles, wat ik ervan zeggen kan!'
Hoofdstuk 18: De H. Familie slaapt in de grot. Lofzang van de Engelen in de morgen. De aanbidding der herders. Toelichting door de Engel aan Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[27] Zo vlug we maar enigszins kunnen, vind ik, zullen we van hier moeten vertrekken, dat wil dus zeggen, zodra ik ben geregistreerd; en dat moet dan maar dadelijk, deze morgen, gebeuren! Terug naar Nazareth moeten we, en van daaruit moeten we naar Grieks gebied uitwijken. Gelukkig ken ik heel wat Grieken! ...Vind jij ook niet. ... .?
Hoofdstuk 18: De H. Familie slaapt in de grot. Lofzang van de Engelen in de morgen. De aanbidding der herders. Toelichting door de Engel aan Jozef - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Nu deed Salome er plotseling het zwijgen toe, waarna Jozef naar buiten kwam met een verzoek aan beide zusters om, overeenkomstig Maria's wens, weer in de grot te willen terugkomen, opdat toch maar niemand bemerken zou wat er in deze grot voor wonderbaarlijks had plaats gevonden. Bescheiden gevolg gevend aan dit verzoek, gingen zij nu beiden de grot binnen.
Hoofdstuk 17: Salome's verzoek aan Maria. Maria stemt toe. Salome's bevindingen. Haar straf en haar berouw. De raad van de Engel aan Salome. Haar genezing. Waarschuwing van Boven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Maria voegde zich welwillend naar deze smeekbede van de ongelovige Salome, en zij liet zich onderzoeken...
Hoofdstuk 17: Salome's verzoek aan Maria. Maria stemt toe. Salome's bevindingen. Haar straf en haar berouw. De raad van de Engel aan Salome. Haar genezing. Waarschuwing van Boven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Van deze kennelijk profetische woorden van de vroedvrouw schrok Jozef heel erg. Maar zij liep snel weg en verdween uit de grot.
Hoofdstuk 16: Verschijningen bij de grot. Visioen van de vroedvrouwen haar profetische uitspraak. De vroedvrouw bij Maria en het Kindje. Salome twijfelt aan de maagdelijkheid van Maria (25 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Gelooft U mij maar gerust, gelukkige man van deze jonkvrouwe: alles is prima in orde! En Iaat mij nu maar vlug uit deze grot verdwijnen, want het begint mijn gemoed te benauwen en ik besef, dat ik niet rein genoeg ben om deze al te heilige nabijheid van mijn en Uw God en Heer te kunnen verdragen!'
Hoofdstuk 16: Verschijningen bij de grot. Visioen van de vroedvrouwen haar profetische uitspraak. De vroedvrouw bij Maria en het Kindje. Salome twijfelt aan de maagdelijkheid van Maria (25 augustus 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus