Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 799 van 1112

...  787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812  ...
[8] Maar wij staan erbij als volkomen leken en weten ons geen raad. Waar bevindt zich deze lichte wereld die we nu aanschouwen? Is dit de geestelijke zon? Dat vragen jullie met verbaasde blikken en verbaasde harten.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Laten we een ander voorbeeld nemen. Jullie hebben zeker al eens ruwe kiezelsteen gezien, waaruit glas wordt vervaardigd. Laat zo'n ruwe kiezel, net als zijn afstammeling, het glas, de stralen ongehinderd door? O nee, dat weten jullie heel goed. Waarom laat zo'n ruwe kiezelsteen de stralen niet door? Omdat zijn delen nog te veel gescheiden en veel te weinig eensgezind zijn. Als de stralen op hem vallen, verteert elk van zijn deeltjes de stralen voor zichzelf en Iaat ofwel helemaal niets of hoogstens in zekere zin de afval van de opgenomen stralen voor zijn eventuele buurman over. Maar hoe komt het dan dat zijn afstammeling, het glas, zo vrijgevig wordt? Kijk, de kiezel wordt eerst stukgeslagen en fijngemaakt. Daardoor heeft elk deeltje in zekere zin voor het andere moeten sterven, ofwel het heeft zich volledig van de ander moeten losmaken. Daarna wordt zulk kiezelpoeder gewassen. Is het gewassen dan wordt het gedroogd, met zout vermengd en komt het in de smeltkroes, waar de afzonderlijke stofdeeltjes door het zout en de juiste temperatuur van het vuur onderling volkomen verenigd worden.
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] De uiterlijke materiële wereld in al haar delen is (stemt overeen met) de ruwe kiezel. De opdeling daarvan is het vormgeven aan de verschillende wezens. Het wassen van het kiezelstof is het zuiveren of trapsgewijze opstijgen tot hogere potenties van de geesten in de materie. Het drogen betekent het vrijmaken of het veiligstellen van de geesten in een eenheid, die al bij de mens tot uitdrukking komt. Het zouten is het geven van het genadelicht aan de geest in de mens. Het uiteindelijke samensmelten door de hitte van het vuur in de smeltkroes is het één worden van de geesten, zowel onder elkaar als met het vuur van Mijn liefde. Want zoals de materie in de smeltkroes niet kan samensmelten voordat ze dezelfde warmtegraad als die van het vuur in zich heeft opgenomen, kunnen ook de geesten onderling niet eerder eensgezind en dus voor eeuwig verdraagzaam worden, voordat ze door Mijn liefde ofwel door Mijzelf, volkomen doordrongen worden. Zo staat er ook in de ,Schrift: `Wees volmaakt zoals uw Vader in de hemel volmaakt is' (Matth. 5:48). En wederom staat er: `Opdat zij één worden zoals Ik en U één zijn' (Joh. 17). Kijk, hieruit zal het voorbeeld toch zeker duidelijk worden.
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Waardoor komt echter het één worden van het glas vervolgens tot uitdrukking? - Doordat alle delen nu op een en dezelfde manier de straal van de zon opnemen en door en door verlicht worden, dus helemaal van licht verzadigd zijn. Toch kunnen ze het opgenomen licht geheel ongehinderd door zich heen laten gaan. Kijk, zo leert jullie reeds het vensterglas, hoe de hemels• verhoudingen geaard zijn en tevens leert het jullie ook op een beduidend hogere trap de geestelijke zon te beschouwen. - We zullen ons echter niet dit voorbeeld nog niet tevredenstellen, maar er bij een volgende gelegenheid nog enkele aanhalen, waardoor we dan op de meest gemakkelijke manier helemaal tot de geestelijke zon zelf kunnen opstijgen om daar onuitsprekelijke heerlijkheden te aanschouwen!
Hoofdstuk 1: De geestelijke zon - een genadevonk van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Nadat Ik het jullie al zo menigmaal heb gezegd, zeg Ik het jullie nog eens opnieuw: de hele natuur en ook iedere eventuele daad, zowel van dieren als heel in het bijzonder van mensen, kan een evangelie zijn en door zijn verhoudingen de wonderbaarlijkste dingen van Mijn eeuwige ordening tonen en openbaren. Ja, men hoeft het een of ander voor een vergelijkend voorbeeld volstrekt niet te zoeken. Jullie kunnen een willekeurig voor de hand liggend, nog zo onbeduidend ding nemen, het zal zeker dat evangelie in zich dragen dat ter verheldering van wat voor geestelijke toestand dan ook zo volkomen deugdelijk is, als was het van eeuwigheid af uitsluitend voor dit doel geschapen. Ik heb dus gezegd dat we nog enkele voorbeelden nodig hebben om daardoor volledig tot de geestelijke zon te kunnen opstijgen. Daarom willen we ook niet kieskeurig zijn, maar het eerste het beste voorbeeld nemen.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] O lieve mensen, dan zijn jullie voorstellingen van heel de geestelijke wereld nog zeer pover. Hebben jullie uit de gegeven voorbeelden dan niet begrepen, dat al het uiterlijke in al zijn verdeeldheid zich tenslotte in de eenwording moet uiten? Jullie hebben dit gezien bij het voorbeeld van de boom, bij het polijsten van een edelmetalen staafje, bij het vervaardigen van glas, bij het bouwen van een huis en tenslotte overtuigend bij het bekijken van een uurwerk.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wie dus de liefde van God in zich heeft, zal ook de wijsheid toekomen in dezelfde mate waarin hij de liefde bezit. En zo wordt hem gegeven die reeds heeft, namelijk de liefde. Wie deze echter niet heeft, maar slechts zijn dorre wereldverstand, dat hij voor wijsheid aanziet, hem wordt dan ook dit afgenomen en wel op de meest natuurlijke manier van de wereld, wanneer hem het wereldlijke of het lichamelijke leven afgenomen wordt.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Lieve vrienden, daarover zeg Ik jullie nu nog helemaal niets, want eerst willen we nog van verscheidene raampjes van ons geestelijk diorama profiteren en ons dan pas met de innerlijke beschouwing daarvan bezighouden. Dit is nog maar een zwak begin van hetgeen zich nog allemaal voor onze ogen zal afspelen.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie zijn alweer met stomheid geslagen en weten van louter verbazing geen raad, want jullie waren van mening dat jullie in de tempel net zo rond zouden kunnen wandelen als bijvoorbeeld in een groot gebouw op jullie aarde. Maar toen jullie de tempel zijn binnengegaan, heeft het inwendige daarvan zich omgevormd tot een nieuwe, nog veel mooiere, onafzienbare hemelwereld, zodat jullie nu niet weten waar je aan toe bent. Toch doet dat voorlopig niets ter zake. Het juiste licht zal alles duidelijk maken. Jullie vragen Mij nu of jullie ook in de sferen van de geesten van deze tweede soort andere dingen te zien zouden krijgen.
Hoofdstuk 7: De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Wat moet er nu gebeuren? Steenbakkers gaan met de klei aan het werk. De losse klei wordt nat gemaakt en dan flink gekneed. Heeft hij zich flink gehecht en is hij taai genoeg, dan wordt hij tot de jullie welbekende stenen gevormd. Opdat de kleideeltjes in de stenen zich nog inniger en duurzamer met elkaar zullen verbinden, wordt iedere steen nog in het vuur gebakken, waardoor hij met het verkrijgen van die grotere stevigheid gewoonlijk ook de jullie welbekende kleur krijgt. Wat gebeurt er nu met de kalksteen? Kijk, daar wat verderop worden al verscheiden ovens gebouwd, waarin de kalksteen gebrand wordt. Wat er met de gebrande kalk gebeurt, weten jullie toch zeker wel? Laten we verder kijken. Timmerlieden hebben zich over de boomstammen ontfermd en bewerken ze ten behoeve van de bouw. De smeden gaan met de hoop erts bezig, smelten het, halen het bruikbare ijzer eruit en bewerken het tot allerlei benodigdheden voor de bouw. Verder zien jullie hoe anderen de kiezelstenen fijnstampen en vermalen en op de jullie reeds bekende wijze tot zuiver glas verwerken.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk hoe het bijna oneindig veelvoudige zich daar verenigt en aldus één geworden doorwerkt tot in bijna eindeloze verten in de ruimte. Het is niet nodig de talloze weldadige uitwerkingen van het zonlicht aan te tonen, want elke dag op jullie kleine aardbol beschrijft en bezingt deze reeds veelvoudig. Zou de zon zonder deze haar omgevende lichtbundeling met al haar talloze delen ook zulke wonderbaarlijke uitwerkingen hebben? O, zeker niet! Vraag het maar eens aan een echt donkere nacht en ze zal jullie letterlijk zeggen en tonen, waartoe een zon zonder licht zou dienen. Maar we hoeven niet alleen met dit nog steeds wat krasse voorbeeld genoegen te nemen, want er zijn nog een heleboel betere.
Hoofdstuk 2: De hele natuur, een evangelie van Gods ordening - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Hebben we het binnenwerk goed bekeken, dan kunnen we de uiterlijke vorm in ogenschouw nemen. Wat zien we daar? Een vlakke wijzerplaat met daarop een paar heel eenvoudige wijzers. Wat doen deze wijzers op die eenvoudige wijzerplaat? Zoals jullie weten, geven ze de uren van de dag en de nacht aan en meten zodoende de tijd. De tijd die door deze wijzers wordt gemeten is toch zeker iets alomvattends en is ook iets allesdoordringends en is ook het centrum van alles, waarheen jullie ook maar willen kijken. Niemand kan zeggen: ik ben aan het einde van de tijd, of: de tijd heeft met mij niets van doen, of: de tijd omgeeft mij niet. Want zo vaak iemand iets doet, doet hij dat midden in de tijd. Waarom dan? Omdat hij door de tijd altijd doordrongen en overal in gelijke mate omgeven wordt. Dat laat ons ook het uurwerk zien. In het centrum van de wijzerplaat zijn de wijzers aangebracht en zij beschrijven met hun uiteinden nauwkeurig een cirkel. Daar ze zich echter vanuit het centrum tot aan de omschreven buitenste cirkel ononderbroken als tastbare materie uitstrekken, beschrijven ze vanuit het centrum een talloze hoeveelheid steeds groter wordende cirkels. Daarom is het ook duidelijk en begrijpelijk dat deze cirkelgang uitgaat van het centrum van het stiftje waaraan de wijzers bevestigd zijn en bijgevolg de hele wijzerplaat beslaat, en tenslotte door de tijd die ze meet als het ware omvat wordt in een eindeloos grote cirkel.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer we echter verder kijken in het uurwerk, dan zien we de radertjes op verschillende manieren bewegen; allereerst een monter slingertje, dan het dichtstbijzijnde radertje. Het slingertje is nog erg ver van de eindbestemming af want het kan nog geen volledige cirkel beschrijven, maar wordt steeds heen en weer gedreven hoewel het de snelste beweging maakt in liet hele mechanisme komt het toch niet verder. liet eerstvolgende radertje, dat klaarblijkelijk door het drukdoende slingertje beheerst wordt, bespiedt de vrolijke sprongen van het slingertje en glipt bij elke sprong een treetje verder in zijn cirkelgang en maakt daardoor wel een tamelijk snelle, maar toch voortdurende cirkelbeweging. Men merkt bij deze beweging nog wel het springen van het slingertje op, maar dat doet geen afbreuk aan het geheel. De cirkelvormige beweging is toch bereikt. Het volgende radertje beweegt zich al veel regelmatiger, beschrijft een rustige cirkel en is al veel dichter bij de eindbestemming. Het hierop volgende rad beweegt zich nog langzamer, regelmatiger en rustiger en is daardoor nog veel dichter bij het hoofddoel, ja, het houdt er al helemaal verband mee. Met het laatste rad is het einddoel bereikt; het geeft daarvan mechanisch gezien al blijk, maar dat valt als zodanig aan het mechaniek zelf nog niet te herkennen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] O ja, zeg Ik jullie, de verandering van deze tempel in een nieuwe wonderlijke hemelwereld is nu juist het gevolg van het feit dat jullie in de sferen van de geesten zijn getreden, die zich in deze tempel bevinden. Maar, zeggen jullie en vragen: waarom zien wij deze geesten, in wier sfeer we ons bevinden, nu dan niet? Omdat jullie door Mijn tussenkomst vanuit hun centrum kijken. Laten we een stukje teruggaan, en kijk nu, daar staat alweer onze vroegere tempel en we zien hem bevolkt met zalige geesten, die met elkaar praten over allerlei dingen die op Mij betrekking hebben.
Hoofdstuk 7: De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Laten we ons weer uit de sfeer van onze gastvrije geest terugtrekken en we zullen ons weer op onze heel eenvoudige geestelijke zon bevinden. - Daar jullie nu buiten die sfeer zijn en onze goede geest zich ook nog in ons gezelschap bevindt, kunnen jullie zelfs met hem van gedachten wisselen. Hij kent jullie heel goed daar hij eveneens van jullie aarde afstamt en zelfs bloedverwantschap met jullie heeft. Voorlopig wil Ik hem trouwens nog niet nader aan jullie bekendmaken want er zullen nog betere gelegenheden komen waarbij we alle geesten die ons bij deze gelegenheid dienen, nader zullen leren kennen.
Hoofdstuk 7: De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  787 - 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812  ...