17481 resultaten - Pagina 800 van 1166
... 788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 ...
[35] `Zie, Ik je Vader, vloek niet en Ik wil vergeten wat je Mij hebt aangedaan; want wat je nu hebt gezien, was jouw gewoonlijke gedrag op aarde tegenover Mij. Maar erken nu toch dat Ik het ben, je Vader, en Ik trek je, ter wille van je eeuwige bestaan door al je bedrieglijke levenszand, door je wijsheidsmodder en door je boosaardige gloed in het reinigende vuur van Mijn vaderliefde en ten slotte hier doorheen in het zuiverste licht van het eeuwige liefdesleven in Mij!Hoofdstuk 75: Thuarims droomgezicht: de vuurproef van zijn liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister en begrijp goed, Mijn Thuarim: Wat je in je droomgezicht gedaan hebt, wordt je evenmin als zonde aangerekend als dat het een steen aangerekend wordt wanneer hij van een berghoogte naar beneden valt en door zijn machtige val het een of andere onheil aangericht wordt.
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Over het hart giet Ik dan echter Mijn genezende liefdeslicht uit, opdat het verwonde, bij Mij terugkerende hart spoedig zal genezen voor het eeuwige leven, hetgeen jij door die innerlijke stem duidelijk hebt gehoord.
Hoofdstuk 76: De verklaring van het verschrikkelijke visioen van Thuarim: de grote strijd tussen hoofd en hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Want waarlijk, waarlijk, zeg Ik jou en jullie allen die hier aanwezig zijn, wie Mij voortaan niet zoals jij zal vastgrijpen, zal de klank van Mijn stem waarschijnlijk nooit in zijn eigen hart vernemen!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Wie echter de daadwerkelijke liefde heeft, is rijp en geschikt voor het eeuwige leven; want die heeft waarachtig de levende zin van Mijn bedoeling in zichzelf gevonden en dat is Mijn eeuwig levende woord. Dit woord is immers de kiem van het eeuwige leven in hem!
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar ik ken jouw lauwheid en verborgen schalksheid, en weet hoe je meerdere meisjes zoals ik vleit en je wilt een van ons voor jezelf uitzoeken, die jou met je trage liefde behaagt; blijf daarom ver van mij, - want mijn hart heeft je nog nooit waargenomen!'
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] `Vurig beminde! Wat verlang je van mij, dat ik zal doen, opdat je zult zien hoe buitengewoon groot mijn liefde voor jou is?!'
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Degene die Mij vast zal pakken met hart en hand, die zal Ik ook met alle kracht van Mijn liefde vastgrijpen en Ik zal hem beslist in eeuwigheid nooit laten ontsnappen.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] En zo ben jij, Mijn lieve Thuarim, een nieuwe profeet in de liefde en getuigt daardoor vanuit Mij, hoe het met de ware, levende liefde gesteld moet zijn, wil iemand door haar tot Mij komen.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Degene die zich daar zal bevinden, heeft de zin van Mijn bedoeling levend in zichzelf gevonden.
Hoofdstuk 77: Leidraad tot het vinden van het levende woord. De gelijkenis van het meisje en haar minnaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Waarlijk, dat zou ik niet zeggen als ik het niet in mijn droomgezicht gezien en ervaren had!
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Want al gauw na de heilige opdracht, dat wij in ons innerlijk moesten schouwen, verdween de aarde en de gehele zichtbare hemel en ik zweefde alleen in het midden van een oneindige, eeuwige ruimte. Lang tuurden mijn ogen in de oneindige diepten der eeuwigheden; maar deze inspanning was tevergeefs, want zelfs ieder stofdeeltje was in de een of andere afgrond van de oneindigheid weggezonken.
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar plotseling kwam er een grootse gedachte uit de diepte van mijn innerlijk op, en die gedachte was een heilig woord en dat woord luidde:
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En ik handelde volgens dat woord. Maar toen ik dat deed, zie, daar begon het stofje meteen uit te dijen over mijn kleinste vinger en het splitste zich in talloze stofatomen; de atomen groeiden uit tot zonnen, werelden en manen en flitsten van mijn hand in de eindeloze diepten der diepten en vulden de oneindige, voordien lege ruimten met licht en wezens!
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Hier huiverde ik tot in het diepst van mijn leven voor mijn eigen grootsheid en dacht: `Wat, kleefde dat allemaal aan mijn teen, terwijl ik dat niet eens voelde?!'
Hoofdstuk 78: Het visioen van de reus Rudomin. De grootsheid van de mens als kind van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)