Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 800 van 1112

...  788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813  ...
[14] Gelukkig, ja oneindig gelukkig is degene die op aarde de liefde tot de Heer tot zijn enige behoefte heeft gemaakt, want hij heeft ter vervolmaking van het leven de kortste weg ingeslagen! Want, geloof me lieve aardse broeders en zusters, wie op aarde de liefde tot de Heer in zich draagt, die draagt ook de voltooiing van het leven in zich; hij heeft dat allerheiligste en allergrootste volmaakte doel, waarnaar ik nog een lange, verre weg te gaan heb, in zich en bij zich.
Hoofdstuk 7: De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Laat je daarom toch niet bekoren door de wereld, want deze is vol dood, slijk en hels vuur! - Hoe zich dit echter na het afleggen van het lichaam ontwikkelt, zullen we bij menige geest van onze geestelijke zon als een goede toegift nog kortstondig te zien krijgen. Ik zeg jullie: wee de wereld vanwege haar slechtheid, want haar loon zal heten: verschrikkelijk en buitengewoon ellendig is het zich in de toorn van God te bevinden! Maar nu verder niets meer hierover. Er komt reeds een andere geestelijke gastvrije vriend naar ons toe voor een volgende gelegenheid, en we willen tijdens zijn aanwezigheid weer iets nieuws uit zijn levenssfeer putten.
Hoofdstuk 7: De sfeer van de tweede geest. De grondslag van het leven is de liefde van de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiƫle verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Waarmee correspondeert dan het tweede wiel dat dezelfde beweging maakt en dat door middel van een ketting met het veerwiel is verbonden? Dit wiel komt overeen met de wijsheid, die uit de liefde haar leven ontvangt en dus ook daarmee in nauwste verbinding staat. Waarmee correspondeert het centrale hoofdspil wiel? Met de eeuwige ordening, die uit de eerder genoemde twee wielen duidelijk naar voren komt en waardoor het hele mechanisme in al zijn delen zo wordt ingericht, dat alles zich tenslotte moet schikken voor het bereiken van het hoofddoel, dat vanuit de liefde en de wijsheid juist in deze ordening tot uiting komt. Kijk, nu hebben we reeds het geheel. Het spilwiel is gevonden en heet ordening. Langs deze spil zullen we dus ook omhoogklimmen en de grote, uiteindelijke bestemming van de dingen aanschouwen, zoals deze tot uiting komt precies in overeenstemming met de eeuwige liefde, wijsheid en de uit beide voortkomende orde.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Als iemand een fakkel in zijn hand houdt, zal hij toch ook wel weten waarvoor de fakkel gemaakt is. Als hij nog in het duister wandelt, wat is dan gemakkelijker dan zich van een fakkel te bedienen? Men hoeft de fakkel maar aan te steken en de duisternis zal bliksemsnel verdwijnen. Wij hebben immers de fakkel in de hand. De gegeven voorbeelden zijn de fakkel. Wat is er verder nog voor nodig om deze fakkel met een klein vonkje liefde aan te steken, zodat hij de grote, betekenisvolle wijzerplaat van de geestelijke zon weldra helder zal verlichten. Daarom zullen we voor de volgende gelegenheid ook niets anders doen dan onze goede fakkel met de scintilla amoris* (Iiefdesvonkje) aansteken en bij dit prachtige licht de grote betekenis van de dingen op de geestelijke zon beschouwen. En zo laten we het voor vandaag hierbij.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Als het er bij het overgaan naar het geestelijke om zou gaan dit nog meer te verstrooien dan het al verstrooid is in de uiterlijke natuur, hoe zou men zich dan een eeuwige duur en een eeuwig leven moeten voorstellen?! Zo echter moet zich immers volgens de waarachtige, innerlijke, levende ordening alles in het geestelijke verenigen om daardoor voor eeuwig sterk, machtig en duurzaam levend te worden. Nu zeggen jullie: dat is duidelijk, volkomen juist en waar, maar desondanks hebben we toch bij zo menige gelegenheid horen spreken over de grote heerlijkheden van de hemelse geestelijke wereld. Daarom weten we nu niet goed, waar we eigenlijk aan toe zijn. We kunnen weliswaar tegen de tot nu toe geziene eenvoudige heerlijkheid van de geestelijke zon in wezen niets inbrengen, maar ze komt ons volgens onze vroegere begrippen van een hemelse wereld net voor als een mooie zomerdag, waarop we in de lucht een zwerm zogenaamde eendagsvliegjes in de zonnestralen bont door elkaar zien zweven, terwijl geen van hen ons kan uitleggen waar ze vandaan kwamen, waar ze naartoe gaan en waarom ze nu eigenlijk die van zonnestralen doordrongen lucht in alle mogelijke richtingen doorkruisen.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de derde geest is ook al hier en we zullen daarom direct wat van zijn gastvrijheid profiteren. Treed dus zijn sfeer binnen, dan zullen we ondervinden wat daarin allemaal te zien is. Daar jullie je reeds in zijn sfeer bevinden, laat mij dan nu ook eens uit jullie mond weten wat zich allemaal aan je geestesoog ter aanschouwing voordoet. Jullie zijn alweer verbaasd en kijken heel verward om je heen. Wat is het dan, dat jullie blik zo sterk in beslag neemt? Ik zie Mij alweer genoodzaakt om voor jullie als tolk op te treden, want jullie hebben toch geen tijd en geen rust om woorden te vinden die zouden kunnen weergeven wat jullie zien.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Daarginds zien jullie lofzingende geesten zich verheffen in de lichtende ether. Elders zien jullie weer geliefden, die samen heel vriendschappelijk en gelukkig arm in arm wandelen. Ginds zien jullie weer een gezelschap van wijzen, die met stralende gezichten Mijn grote liefde, genade en ontferming bezingen. Op de takken van de veelsoortige heerlijkste fruitbomen zien jullie een glinstering als van lichtende sterren.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk, zo is het ook hier. Iedere geest heeft iets oneindigs in zich en dat in eindeloze veelvuldigheid. De ene geest is echter voor de andere als een spiegel door zijn innerlijke liefde voor Mij en vanuit deze tot zijn broeder. Zodoende is er ook een eindeloos en eeuwig heen- en weerstralen. En juist dit heen- en weerstralen is de grote, heilige, almachtige band van Mijn liefde, waardoor al deze wezens met Mij en met elkaar allerzaligst verbonden zijn.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Wanneer jullie ooit een tijdlang op een hoge berg zouden verblijven en dat op een volkomen heldere en zonnige dag, wat zouden jullie dan wel opmerken? Sommigen van jullie zouden wel een tijdlang heel verrukt zijn, want het grootse, romantische natuurtafereel zou door zijn veelvoudig afwisselende vormen voldoende stof bieden voor een verheffende beschouwing. Een ander zou daarbij echter heel anders denken en zou vanuit zijn gedachtegang zeggen: wel, is dit dan zoiets buitengewoons? Men ziet wijd en zijd, en wat dan wel? Niets anders dan de ene berg na de andere; de een is hoger, de ander wat lager. Hier en daar zijn de hoogste toppen met sneeuw bedekt. Op enkele andere plaatsen steken weer enkele plompe rotstoppen omhoog en de bergen, die het verst af liggen, zien er dan ook het meest acceptabel uit, terwijl de dichterbij liggende niets anders dan sporen van aanhoudende verwoesting laten zien. Dat is de eeuwig durende eentonigheid van dit beroemde vergezicht in de bergen. Er bevindt zich nog een derde in het gezelschap op de hoge bergtop. Deze, zoals jullie gewoonlijk zeggen, een held op sokken, betreurt al bijna huilend dat hij zich zoveel moeite getroost heeft om de berg te beklimmen. Ten eerste, zegt hij, ziet hij hier niets anders dan op een gezonde vlakke grond in het laagland, ten tweede heeft hij het hier bovendien na al zijn moeite koud en ten derde zou hij van honger in de stenen wil- bijten. Als hij dan ook nog bedenkt dat hij de huiveringwekkende weg terug zal moeten gaan, raakt hij geheel buiten zinnen!
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Hier hebben we dus drie bergbeklimmers. Waarom vindt de eerste zoveel verheffends voor zijn gemoed, de tweede niets anders dan abstracte, plompe vormen en waarom ergert de derde zich zelfs, omdat hij zoveel moeite heeft gedaan voor niets. De reden daarvan is voor ieder van hen niet ver te zoeken, want die ligt in henzelf. Hoezo dan wel? De eerste heeft een meer levendige en gewekte geest; het zijn niet de vormen en de toppen van de hoge bergen die hem zalig stemmen, maar deze stemming is een weergave van het hogere leven in overeenstemmende vorm over zulke hoge bergen. Want bij andere gelegenheden hebben we reeds voldoende vernomen, welk leven het is waarvan de bergen getuigen. En juist van dit leven hangt toch het gelukzalig gevoel af van de bezoeker, die met zijn meer gewekte en levende geest deze bergen betreedt. De geest van de ander bevindt zich nog in diepe slaap. Daarom merkt hij ook niets anders op dan wat zijn lichamelijke ogen zien en zijn aardse, droge verstand derhalve vaststelt. Als je hem ervoor betaalt en hem passende mathematische meetapparatuur in handen geeft, dan zal hij alle bergtoppen voor je beklimmen en als geoloog met groot genoegen hun hoogte opmeten. Zonder deze stimulans zal het jullie echter nauwelijks gelukken hem weer op een bergtop te krijgen. Wat de geest van de derde betreft, laten we daar maar over zwijgen, want bij hem leeft alleen de dierlijke mens, die al zijn zaligheid in zijn buik vindt. Willen jullie hem ooit weer op een berg zien te krijgen, dan moeten jullie er eerst voor zorgen dat hij zonder enige moeite boven komt en ten tweede, dat hij boven iets goeds te eten en te drinken krijgt. Op die manier zal ook hij nog eens een berg beklimmen; al is het dan niet met eigen voeten, dan toch met die van een goed afgericht lastdier. Dan zal hij zeggen: bij zo'n gelegenheid ben ik wel van de partij, want vanwege haar zuiverheid is de berglucht toch veel gunstiger voor de spijsvertering dan de benauwde lucht in de dalen.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk uit dit voorbeeld kunnen we de grote en belangrijke les trekken die precies op onze eenvoudige, geestelijke zon van toepassing is. En deze les stemt precies overeen met de tekst uit het evangelie welke luidt: `Wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft zal hem ontnomen worden' (Matth. 13:12). In deze schriftuur bevindt zich nog een andere, die met het bovenbeschreven voorbeeld nog meer overeenstemt, en deze tekst luidt als volgt: `Het rijk van God komt niet met uiterlijk vertoon, want zie, het is in u!' (Luk. 17:21). Begrijpen jullie nu hoe het met deze voorlopige eenvoud van de geestelijke zon gesteld is? Jullie zeggen: we begrijpen wel iets, maar nog niet volkomen duidelijk wat daarmee wordt gezegd en aangegeven. Maar Ik zeg jullie: nog een klein beetje geduld en alles zal dadelijk met weinig woorden zo helder naar voren komen als de zon op klaarlichte dag. Waarom zagen jullie de geestelijke zon zo eenvoudig? Omdat jullie alleen maar de eigenlijke buitenkant hebben gezien. Maar Ik zeg jullie: er bestaat op de geestelijke zon een oneindige, indrukwekkende en wonderbaarlijke veelzijdigheid, waarvan jullie je tot nu toe nog helemaal geen voorstelling konden maken. Deze veelzijdigheid ligt echter niet op de geestelijke zon, maar ze ligt in het innerlijk van de geesten. Als jullie deze dus willen zien, dan moeten jullie met zuiver geestelijke ogen in de sfeer van een of andere zalige geest kijken en jullie zullen de anders zo eentonige, geestelijke zonnewereld spoedig in talloze wonderen zien overgaan. Want jullie moeten weten dat aan iedere geest wel een en dezelfde ondergrond wordt gegeven, die louter uit Mijn genade en erbarming bestaat, en deze komt in gelijke mate in de door jullie geziene geestelijke zon tot uiting. Wat dan de inrichting van deze gegeven ondergrond, ofwel de eigenlijke bewoonbare wereld voor de geest betreft, deze hangt enkel en alleen af van het innerlijk van een geest, hetgeen de liefde is tot Mij en de uit deze liefde voortkomende wijsheid. Opdat jullie dit nog duidelijker mogen inzien, wil Ik jullie nog een heel aanschouwelijk voorbeeld erbij geven. Een van jullie bevindt zich op een of andere uitgestrekte vlakte. Op dit veld treft hij niets anders aan dan in het midden een boom, waaronder in de schaduw welig gras groeit. Op dit gras gaat de wandelaar liggen, valt rustig in slaap en wordt daardoor gesterkt. Maar tijdens deze zoete en sterkende rusttoestand is een wonderbare droom over hem gekomen. In deze droom bevindt de eenzame en eenvoudige wandelaar zich in de prachtigste paleizen, houdt zich louter nice vorsten bezig, gaat nut hen ons en geniet daardoor een buitengewoon grote zaligheid. Nu vraag Ik jullie: hoe komt deze man op dit eenzame, lege veld eigenlijk aan zo'n innerlijk gezelschap?
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Wanneer jullie omhoog in Mijn oneindige sfeer zouden kunnen treden, dan zouden jullie het hele oneindige rijk der hemelen slechts zien als een geestmens. Maar als jullie dan in zijn sfeer zouden treden, dan zou deze ene mens zich spoedig oplossen in talloze geestenwerelden, die er dan zouden uitzien als talloze afzonderlijke sterren, uitgestrooid in de hele oneindigheid.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Jullie moeten het eigenlijk zo begrijpen dat de gehele hemel een hemel vol hemelen is. En zoals de gehele hemel op zich oneindig is, zo is ook iedere afzonderlijke engelgeest-hemel als zodanig oneindig. Daaruit valt op te maken, zoals in de Schrift staat: het rijk van God komt niet met uiterlijk vertoon, maar het is in u!
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Kijk, zo verhouden zich de zaken! De ene bergbeklimmer gaat met liefde de bergen op en op die bergen is de liefde de schepper van zijn zaligheid. Wie alleen met zijn verstand de bergen intrekt, zal zeker geen zaligmakende beloning vinden, maar hij zal voor zijn, moeite bitter weinig of helemaal niets vinden omdat dit door zijn verstand geweldig wordt belemmerd. En de derde, die helemaal niets heeft, zal op de bergen alles verliezen, want een dode kan toch geen vreugde in het leven vinden omdat hij daar ongevoelig voor is. Zo kost het ook veel moeite om een steen op een berg te brengen; maar als hij boven wordt losgelaten, stort hij met grote snelheid neer in de diepte van de dood. Als jullie dit nu allemaal duidelijk op een rijtje zetten, zal de geestelijke zon jullie zeker niet meer zo eenvoudig voorkomen als voorheen. Wat zich daarop echter nog allemaal zal voordoen, zullen we in het hierna volgende duidelijk vernemen. Daarom genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  788 - 789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813  ...