Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 81 van 1110

...  69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94  ...
[12] Als een van jullie de satan in zijn ergste vorm wil zien, dan moet hij een opgemaakte deerne of een aanstellerige vrouw bekijken, en dan ziet hij de satan in zijn voor de mens gevaarlijkste vorm!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als iemand een vrouw kiest en wil trouwen, laat hij er dan op letten dat het meisje, dat hij trouwen wil, zich niet oppoetst -behalve dan met water, wat goed is voor de gezondheid -en niet uitdagend over straat gaat, wat met past voor een vrouw, en ook niet pronkt met haar eventuele andere aantrekkelijkheden, maar in alles ingetogen is, haar lichaam goed bedekt houdt met linnen klederen en 's winters met ongeverfde doeken van schapenwol. Ze moet ook geen kletskous zijn en zich er met op voor laten staan dat ze iets zou hebben. want het is heel heilzaam voor de vrouw als ze niets heeft dan datgene wat ze beslist nodig heeft. Zo'n meisje is een man waard en háár hand moet je vragen. Maar een rijke, ijdele, versierde vrouw, die in zachte en bontgeverfde kleren rondloopt, uitdagend over straat gaat, die zich graag door de rijken en aanzienlijken laat groeten en tegen de armen zegt: 'Zie dat. stinkende bedelvolk eens!' - daarvan zeg Ik jullie, - vermijdt zo'n meisje als een kreng!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Kijk, deze leer en deze raad moet je daarom als iets heiligs in jullie harten bewaren en je moet hem zo navolgen alsof Ik een gebod gegeven had, dan worden jullie huwelijken gezegend met de zegen uit de hemel; maar in het andere geval - met de vloek uit de hel!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Hebben jullie Mijn raad goed begrepen?'
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Laat je daarom niet verlokken door de blinde en bedrieglijke charmes van de wereld, maar wees altijd nuchter en schat de waarde van de wereld op de juiste manier; geef geen goud en parels, die je nu uit de hemel gekregen hebt, weg voor de dwaasheden van de wereld, dan zullen jullie onder elkaar steeds vrede hebben en de~hemel voor je zien open staan! Als jullie je echter weer door de verleidingen van de wereld laten gevangen nemen, dan moet je het ook aan jezelf wijten als de hemel zich steeds meer voor je gaat sluiten; en als je in grote nood zult raken en de hemel om hulp zult roepen, dan zul je geen hulp krijgen! Want het is onmogelijk dat Iemand die met wat dan ook aan de wereld hangt, tevens in gezegende verbinding met de hemel staat.
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Terwijl de oude zo jammert, komt Kisjonah, die zich buiten reeds voor zakelijke bezigheden een poosje van ons verwijderd had, en zei tegen Mij: 'Heer, U neemt me wel niet kwalijk dat ik iets feestelijks voor U op touw heb gezet volgens het gebruik van mijn alpenherders, omdat U vandaag, zoals U gezegd hebt, de laatste avond op deze hoogte doorbrengt. Mijn herders hebben bossen sprokkelhout, die ze in het bos verzameld hebben, aangestoken; en dat hebben ze ter ere van U gedaan en zij zingen vrolijke liederen en psalmen daarbij. Zou U niet even buiten komen kijken?'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De oude vergaf het hen ook dadelijk van gans er harte. Maar de drie engelen kwamen toen naar de vrouwen toe en zeiden: 'Luister naar ons, vrouwen! Deze oude is een nakomeling van Tobias, die blind was, en die we met de gal van een vis weer ziende hebben gemaakt, en alle nakomelingen van deze oude Tobias, die doodgraver was, hebben als ze oud zijn om een bepaalde reden, die alleen God en wij maar kennen, zwakke ogen. Wij zeggen u echter, dat het een grote zonde is en op een lichtvaardig hart wijst, als men om een blinde lacht, in plaats van hem de hand reikt en hem over voetpaden en oneffen wegen leidt. Als jullie niet geweten zouden hebben, dat de oude, die ook Tobias heet, voor meer dan de helft blind is, dan zou je niet gezondigd hebben; maar omdat je wel wist, dat de oude slechts voor de helft ziet, en toch gelachen hebt, zondigden jullie en verdien je een grote straf; maar omdat hij het je na jullie verontschuldiging vergeven heeft, willen wij het je ook vergeven.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Maar wee jullie, als je ooit weer een gebrekkige zou uitlachen! Zijn kwaal zal dan jullie kwaal worden!
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Lach in de toekomst daarom niet meer en kijk niet naar grappenmakers en komedianten, die zich ervoor laten betalen om jullie klaar te maken voor de hel. Houdt je hart steeds nuchter, opdat je Gods welgevallen en daarmee de echte eer deelachtig wordt!'
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Een van hen, zogezegd een voornaam man, heette Rhiba. Toen het lang duurde zonder dat er een besluit werd genomen, nam hij het woord en zei: 'Broeders, jullie praten nu zeker al een uur of twee en je bent nog geen stap verder gekomen om een besluit te nemen. Jullie kennen mij wel en je weet allang, dat ik in zulke kritieke omstandigheden meestal de spijker op de kop sla, en nu denk ik, nadat ik alles wat werd gesproken en gedaan heel kritisch heb aangehoord en bezien, dat ik hier de spijker ook wel kan raken. Luister daarom naar mij !
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ik met mijn onopvallende scherpzinnigheid zag toch dingen gebeuren waardoor mij de schellen van de ogen vielen, en waardoor ik nu heel goed en precies weet waar ik aan toe ben. Hebben jullie die mannen niet gezien, die als engelen op de bergtop naar ons toekwamen?' - Iedereen knikt instemmend. -Weten jullie ook, wie het zijn en waar ze vandaan zijn gekomen?' -Men schudt ontkennend het hoofd. -'Ik zal dat jullie eens uit de doeken doen! Kijk en luister:
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Jozef, die buitengewoon aangemoedigd werd door Maria waarvan hij veel hield, deed er nu alles aan om voor het nog niet geboren kind, als het een jongen zou zijn, -wat de in dergelijke dingen opgeleide Jozef met vrij grote zekerheid vooruit kon weten, -al het mogelijke voor het bepaalde doel aan te wenden, waarbij nu ook de niet onaanzienlijke middelen van de schoonouders wel goede diensten verleend zullen hebben.
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het zal jullie wel bekend zijn dat de timmerman uit Nazareth, Jozef genaamd, waarvan altijd al gezegd werd dat hij ingewijd was in de kennis van de Egyptische en Perzische magie, tevens in direkte lijn afstamt van David en zich zo nu en dan de bijnaam 'Davids zoon' gaf. De vader van Jozef, die Eli heette en ook een timmerman met een overigens geheel onbesproken gedrag was, had echter in het geheim toch als hoofddoel gekozen om zijn stam weer op de troon van Juda en het gehele beloofde land te brengen. Hij liet zijn zoon Jozef, onder het voorwendsel dat deze zich in de bouwkunst zou bekwamen, in goed gezelschap naar Perzië en misschien zelfs naar Indië reizen. Maar dat was niet voor de bouwkunst, maar voor de buitengewone magie, opdat Jozef dan met die wetenschap en die kunst alle mensen kon verblinden en zich als een door God gezonden wezen kon laten verheffen op de troon van Joden en Romeinen tesamen. Want met de sterk tot verafgoding ge neigde Romeinen zou makkelijker gemanipuleerd kunnen worden dan met de Joden. Alleen moest Jozef, ondanks zijn geheime kunst, naar buiten toe een strenge Jood zijn en voor de wet geen smetje hebben, opdat zelfs de hogepriester geen aanmerking op hem kon maken! Na een aantal jaren kwam Jozef van zijn reis terug en bezat toen de kunst wel, maar had geen middelen en gelegenheid om deze toe te passen. Ook had hij geen durf genoeg, zoals mij oude mensen verteld hebben, maar het voornaamste wat hem ontbrak was het sprekerstalent; want spreken kon hij niet en daarom was hij erg kort van stof. Eli zag, dat zijn opzet niet slaagde, en liet toen zijn zoon Jozef, die helemaal geen geschiktheid voor de troon toonde, alleen maar zijn bekende handwerk uitoefenen. Toen Eli stierf, zegende hij zijn zoon wel, maar zei heel wijs dat Jozef ten opzichte van zijn kinderen voor dat bepaalde doel niets meer moest doen, want er zat geen toekomst meer in. En daarom heeft Jozef ook helemaal niets meer voor de kinderen van zijn eerste vrouw gedaan.
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Het ergste zou zijn, als hij de Romeinen aan zijn kant kreeg; dan zou al onze moeite helemaal voor niets zijn! Dat moeten we daarom dan ook zo zorgvuldig mogelijk zien te verhinderen, anders groeit hij ons nog hemelhoog boven ons hoofd! Als hij eenmaal boven is, dan zullen wij hem niet meer naar beneden kunnen trekken! -Wat denken jullie daarvan?'
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94  ...