Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 81 van 215

...  69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94  ...
[3] Ik gaf Roclus nog allerlei aanwijzingen over wat hij allemaal moest doen, om steeds het beste doel te bereiken. En zo gaf Ik hem ook een raad hoe hij de kinderen moest bijbrengen dat zij in Mij de Vader in de hemel gezien en gesproken hadden.
Hoofdstuk 220: De Heer neemt afscheid van de Essenen (16.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Maar Ik zei op vriendelijke toon: 'Kom toch tot jezelf, kinderen! Zie Ik er als meest ware Vader van alle mensen dan zo verschrikkelijk uit, dat jullie nu door zo'n huivering voor Mij bevangen worden? Kijk, Mij is weliswaar niets onmogelijk -want in Mij is alle kracht, macht en gezag in de hemel en op aarde -maar Ik kan er niet voor zorgen dat Ik niet ben wat Ik ben, en jullie niet wat jullie zijn! Ik ben nu eenmaal Degene die Ik ben, was en zal zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en jullie zullen dat ook zijn en blijven.Als Ik jullie nu Mijn lieve kinderen noem, zijn jullie toch helemaal aan Mij gelijkwaardig, en als jullie volgens Mijn leer en dus ook volgens Mijn wil leven en handelen, zullen jullie werkelijk niet minder volmaakt zijn dan Ikzelf ben, en jullie zullen dezelfde tekenen kunnen doen die Ik doe. Want wat voor vreugde kunnen onvolmaakte kinderen aan een volmaakte Vader geven? Laat jullie te grote eerbied voor Mij dus varen en heb in plaats daarvan een volkomen vertrouwen en liefde voor Mij, dan zullen jullie Mij veel aangenamer, welgevalliger en dierbaarder zijn!
Hoofdstuk 4: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Toen de hele zaal volkomen stil was begon de kunstenaar onder een prachtig klinkende begeleiding met een wonderzuivere en ook zeer welluidende stem de volgende psalm van David te zingen: 'Zing de Heer een nieuw lied; zing voor de Heer, gij allen! Zing voor de Heer en prijs Zijn naam! Verkondig dag na dag Zijn heil! Vertel de heidenen Zijn eer, onder alle volkeren Zijn wonderen; want de Heer is hoog verheven en zeer te prijzen, wonderbaar boven alle goden! Want alle goden der volkeren zijn dode afgoden; de Heer alleen heeft de hemel gemaakt. Prachtig en luisterrijk staat het vóór Hem en machtig en lofwaardig gaat het toe in Zijn heiligdom.
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Ik zei:'Zing nu psalm 96 nog maar een keer, en wees er zeker van, vrome Samaritaan, dat je die kunst en die stem zult behouden tot aan het einde van je aardse levensdagen - en in de hemel zul je voor de troon van de Allerhoogste eeuwig een lieflijke zanger zijn en blijven! Maar zing nu!'
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zei: Vriend, dat heb Ik niet nodig; want Mijn enig ware en almachtige God geeft Mij en ons allemaal altijd wat wij nodig hebben. En dus hebben wij niet zoals jullie heidenen aardse schatten nodig; want de schatten van Gods geest in ons staan eindeloos veel hoger dan wat de hele aarde en de hele zichtbare hemel waard is, waarvan jij je direct zult overtuigen. Kijk, nu roep Ik in Mijzelf in stilte God de Heer aan, opdat Hij jou geneest en je maag sterkt -en zeg Mij nu of je maag al beter is!'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ook al waren jullie bede en jullie dank gehuld in eenvoudige woorden, ze kwamen uit jullie hart en daarom behagen ze de enig ware Vader van de mensen in de hemel ook echt. Blijf zo, dan zal jullie te zijner tijd ook nog een hoger licht uit de hemelen gegeven worden! Wend je altijd in de volle liefde van je hart tot God, de eeuwige Vader in de hemel; dan zal Hij zich altijd met het levende licht van de eeuwige waarheid in Hem naar jullie keren!
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kort en goed, wij hebben onze redenen nu voldoende uiteengezet waarom wij aan het bestaan van een God twijfelen en waarom wij als mensen de ware hemel van nu af aan alleen in de waarheid en het goede daarvan willen zoeken en ook vinden; in deze uiteenzetting hebben wij jullie nu getrouwen naar waarheid laten zien dat wij niets achterhouden, en zo vragen wij u, burgemeester van deze stad, nogmaals om ons van onze boeien te bevrijden!'
Hoofdstuk 18: De religie van de drie rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Breng de Heer, gij volkeren, breng de Heer eer en macht! Breng de Heer eer in Zijn naam, neem geschenken mee en kom in Zijn voorhoven! Bid tot de Heer in heilig feestgewaad, en laat iedereen Hem vrezen! Vertel onder de heidenen, dat alleen de Heer koning is en Zijn rijk bereid heeft zo wijd de wereld strekt, zodat het zal blijven bestaan, en dat Hij de volkeren op rechtvaardige wijze richt! Hemel, verheug je, en aarde, wees vrolijk; laat de zee bruisen, en alles wat daarin is! Laat het veld vrolijk zijn, en alles wat daarop is, en laat alle bomen in het woud juichen voor het oog van de Heer; want Hij komt, en Hij komt om de aarde te richten! De aarde zal Hij richten met gerechtigheid en de volkeren met Zijn waarheid.'
Hoofdstuk 8: Een harpspeler zingt voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] In de psalm viel mij onder andere vooral de zinsnede op, die als volgt luidde: ' Alle goden der volkeren zijn dode afgoden; maar de Heer (dus de ene, levende God van de Joden) heeft hemel en aarde gemaakt'. Zeg mij toch of dat volgens de volle, bewijsbare waarheid ook inderdaad zo is! Want wij heidenen gaan ervan uit dat er voordat de aarde en de hemel volledig ontwikkeld waren een ongeordende stof aanwezig was, waaruit bepaalde min of meer intelligente krachten, die wij niet kennen en die later door fantasierijke mensen tot afgoden gemaakt werden, de aarde vervolgens geleidelijk aan met alles wat zij draagt en ook de hemel gevormd hebben; maar jullie laten in zes dagen ofwel tijdsperioden alles door één God uit het niets scheppen. Wat is er nu waar? Talloze mensen in alle delen van de aarde, die ons wijd en zijd bekend zijn, geloven met kleine verschillen hetzelfde als wij en ook reeds de oudste Egyptenaren als een vrijwel aantoonbare waarheid hebben geloofd; maar jullie staan even ver van ons geloof af als de hemel van de aarde! Wie heeft er nu gelijk, en welk van de twee is waar? Als u de waarheid van jullie leer kunt aantonen, dan laten ik en al mijn metgezellen ons geloof varen en worden Joden; maar anders blijven wij wat wij zijn en zullen van de zanger ook niet verlangen dat hij ooit naar Athene of Rome komt.'
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Goed dan! Ik als een ware Jood der Joden, die de ene, enig ware God en Heer van hemel en aarde goed ken en ook weet dat Hij bestaat en hoe Hij is, kan jou zo'n bewijs onmiddellijk geven. Jij hebt nog last van je maag, en daarom durf je ook bijna niets te eten ofte drinken, hoewel je voelt dat je nu flink honger en dorst begint te krijgen. Hoeveel heb je op advies van de priesters al niet aan je afgoden geofferd, en hoeveel geneesmiddelen heb je al niet geslikt! Heeft dat alles jouw kwaal ook maar in het minst verzacht? Je zegt: 'Nee, allerminst!' Maar Ik wil jou, door de ene, enig ware God van de Joden innerlijk aan te roepen, in één ogenblik zodanig helpen, dat je nooit meer iets van een maagkwaal zult merken!'
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Jullie zijn handelaars en geldwisselaars, en jullie hebben dan ook liever een grote winst dan een kleine, en vinden die ook juister. Maar Ik zeg jullie, wees voortaan rechtvaardig in alles, en bedenk: zoals jullie liever hebben dat een ander rechtvaardig en billijk tegenover jullie is, moeten jullie ook tegenover jullie naasten rechtvaardig en billijk zijn in prijs, maat en gewicht! Want met dezelfde maat, prijs en gewicht waarmee jullie je medemensen bedienen, zal God de Heer en Vader in de hemel jullie op jullie beurt vergelden. Leugenaars en bedriegers in welke levensomstandigheid hier op aarde ook worden door God niet gezien en zullen Zijn eeuwige levensrijk niet binnengaan. Dat kan Ik jullie wel zeggen, omdat Ik God en Zijn rijk en Zijn eeuwige heerserstroon en Zijn wil heel goed ken.
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Want als de mensen van deze aarde kinderen Gods willen worden, moeten ze in alle opzichten net zo volmaakt trachten te worden als de eeuwige en heilige Vader in de hemel, die in Zichzelf de eeuwige Waarheid, de eeuwige Liefde en Macht is en al het eindeloos goede, rechtvaardige en heerlijke dat daaruit voortkomt. Daarom staat er ook in de Schrift: 'God schiep de mens ?aar Zijn beeld, Hij maakte hem tot Zijn evenbeeld en blies hem Zijn adem lil, opdat hij een levende, vrije ziel zou worden!'
Hoofdstuk 22: Over de bestemming van de mensen (12.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] En deze dood is dan hetgeen jij onder het begrip 'hel' als straf voor de ziel vanwege haar zonden hebt verworpen, omdat je nooit meer uit vrees voor zo'n straf de zonde wilt vermijden en ook niet wilt hopen op een hemel als beloning voor het handelen volgens de bekende waarheid. En daar geef Ik je helemaal gelijk in; want zo'n hel bestaat echt nergens, evenmin als zo'n hemel. En toch bestaan er een hel en een hemel, maar niet buiten de mens, maar binnen in hem, al naargelang hij zichzelf richt op de manier die Ik je zojuist heb laten zien.'
Hoofdstuk 22: Over de bestemming van de mensen (12.9.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De vrijwel eindeloos grote verscheidenheid, goed en slecht, edel en onedel, is er dus alleen maar vanwege de mens, opdat hij alles kan zien, leert kennen, onderzoekt, uitkiest en doelmatig gebruikt; daaruit kan hij dan ook gaan afleiden dat een zeer wijze, goede en almachtige Schepper dat allemaal zo geschapen en ingericht heeft, en wanneer de mens uit zichzelf zo begint te oordelen, laat deze Schepper werkelijk nooit na Zich nader aan de denkende mens te openbaren, zoals dat nog in alle tijden van de mensen ontegenzeglijk het geval is geweest.
Hoofdstuk 23: Over de noodzaak en het doel van verzoekingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Is Gods zuivere wil in de mens soms een minder goddelijke. wil dan in God Zelf, en heeft hij misschien minder zelfstandige macht dan m God, die juist door Zijn wil overal en dus heel zeker ook in de mens aanwezig is en werkt? Daarom moet een echte mens dan ook even volmaakt worden en zijn als zijn Vader in de hemel. En als de mens dat is, is hij dan niet ook een heer vol wijsheid, macht en kracht?!'
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94  ...