Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 801 van 1088

...  789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814  ...
[11] En Fungar ging meteen mee naar waar Mahal hem naartoe bracht.
Hoofdstuk 286: De geheime samenzwering van de zeventigduizend notabelen in een van de vroegere schoonheidsinstituten voor vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Waar ging de mars dan nu heen? Waarheen moest Fungar-Hellan vóór de beloofde mededeling van een goede raad Mahal nog volgen? - Naar de woning, de burcht van de priesters zelf en dan ook naar de grote woning van de generaal!
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Mahal sprak: 'Laten we nu eerst naar de woning van de priesters gaan, en wel eerst naar die van de onderpriesters, dan zul je meteen zien wat dat hier moet!'
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Na deze woorden ging het hele gezelschap naar de grote gemeenschappelijke woning van de onderpriesters en ze troffen hen ijverig bezig aan.
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Daarop leidde Mahal hem naar zijn eigen woning en zei voor de deur die naar het eerste grote vertrek leidde:
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Daarom stapten het hoofd van de vegers en dat van de poetsers naar voren en beiden zeiden: 'Grote, almachtige heer en heer en heer! Wij willen u wel alles vertellen als u ons weet te beschermen tegen de woede van uw vijanden; kunt u dat echter niet, dan zijn wij hoe dan ook verloren! Want als wij u niet alles vertellen, dan zult u ons doden; maar vertellen wij u alles, dan zult u zien dat uw vijanden ons zullen wurgen omdat wij hen tegen hun gruwelijke verbod in aan u hebben verraden!'
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] De koningin streeft naar de alleenheerschappij, en Drohuit, een zeer wellustige man, naar het bezit van de meest bekoorlijke vrouw, die deze koningin nu eenmaal schijnt te zijn, waar wij evenwel niet voor kunnen instaan omdat wij haar nog nooit hebben gezien; en de onderpriesters hebben hun alles onder ede toegezegd als de koningin in staat zou zijn u te gronde te richten en hen dan als de oude ware opperpriesters te erkennen! Om die reden deden nu beide partijen alles wat maar tot uw ondergang zou kunnen leiden.
Hoofdstuk 288: De bekentenis van de vegers en de poetsers. De vergiftigde bron, de vergiftigde spijzen en het vergiftigde huisraad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Toen sprak Mahal: 'Stuur dan nu goed bewapende soldaten naar hen toe; ze moeten de genodigden vastbinden en hiernaartoe slepen!'
Hoofdstuk 289: De onthulling van de koks. Mahal geeft de koks raad. De genodigde gasten worden met geweld naar het feestmaal gesleept. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Agla Fungar-Hellan in het oog kreeg, ging zij vastberaden naar hem toe en vroeg hem op strakke toon: 'Fungar-Hellan! Wat wil je met me doen dat je me als de laagste slavin hierheen hebt laten slepen? Is het hier bij jullie dan gebruik een koningin te knevelen en voor het gerecht te leiden?!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Deze woorden bevielen Agla en ook Drohuit in het geheel niet; zij zei daarom: 'Fungar-Hellan! Als je ook maar een vonkje achting voor me had, dan zou je me niet naar de maaltijd hebben laten slepen, daar ik je nu moet zeggen dat ik onwel ben en niets zal kunnen eten, - zelfs al zou je mij de beste spijzen van de wereld voorzetten!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar ga nu op z'n minst de zaal binnen en rust tijdens de maaltijd uit op een heel fijn rustbed, waarna ik je wel in een draagstoel naar huis zal laten brengen!'
Hoofdstuk 290: Agla's brutale vraag aan Fungar-Hellan en diens duidelijke antwoord. Agla's vergeefse uitvluchten. Agla en Drohuit in de kooi. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Nu, mijn vrienden en broeders, het eten is opgediend; laten wij ons dus naar de grote eetzaal begeven opdat jullie beide beschermelingen, die zich nu in de kooien bevinden, niet zonder gezelschap zijn! Ga echter maar goedschiks anders zal jullie ook geweld worden aangedaan!'
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En Mahal zei: 'Neem hen gevangen - echter niet in je kerkers, maar in je hart -, en vergeef hen, dan zal ook jou worden vergeven! Maar laat de in de kerkers gevangen onderpriesters naar boven brengen en aan de tafels plaatsnemen opdat zij van het voedsel eten en dan sterven in hun slechtheid! Laat Agla en Drohuit gedurende de maaltijd in de eetaal, opdat zij zien hoe de misdaad zichzelf straft!'
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Zo'n duizend onderpriesters werden naar de eetzaal gestuurd en moesten aan tafel gaan zitten; want verzet hielp niet meer! Alleen al het plaats nemen kostte de meesten reeds het leven onder de vreselijkste en pijnlijkste krampen; slechts weinigen werden door de onder dwang genomen spijzen gedood.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De twee getuigen van deze maaltijd in de kooien raakten echter bewusteloos door het afschuwelijke tafereel en werden daarom naar buiten gebracht, waar zij met behulp van azijn weer bijkwamen.
Hoofdstuk 291: De gratieverlening aan de opperpriesters en de vreselijke berechting van de duizend onderpriesters in de eetzaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  789 - 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814  ...