15542 resultaten - Pagina 802 van 1037
... 790 - 791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 ...
[20] Zie nu, al de paradijsmonniken beginnen op hun borst te slaan en roepen: wat een afgrond onder ons, wat een diepte boven ons! Heer, wees ons grote zondaars genadig! Sluit de afgrond af en bedek de diepte boven ons want we zijn zelfs het kleinste vonkje van Uw genade niet waard! Vernietig ons, want we zijn waard te worden vernietigd; laat ons toch niet in leven, opdat we niet door U verdoemd zouden kunnen worden! Kijk, zo keren deze wat makkelijker in zichzelf dan de vorigen. Wij laten ze nu in deze stemming en begeven ons naar de kloosterhemel. Daar zullen jullie dan letterlijk gewaarworden dat het `medium tenere beati' (Gelukkig hij die het juiste midden aanhoudt.) hier reëel is want de hemel zal hier erger zijn dan de zielenslaap.Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen nu wel: geliefde broeder en vriend, waar is die hemel dan? Ik zeg jullie, we hoeven helemaal niet ver te gaan om hem te zien. Kijk eens daar voor ons, dat imposante paleis en daar in het midden, bovenaan een trap, een klein poortje dat precies in het midden van het paleis is aangebracht. Dat is de ingang van de hemel, want jullie moeten weten dat de hemel en het paradijs niet ver van elkaar af liggen. Jullie vragen of Petrus en Michaël hier ook zijn. Zij zullen niet ontbreken, maar zij bevinden zich niet voor, maar achter de deur. We zullen hier niet met geweld in de hemel binnendringen, maar zullen als we aankloppen Petrus en Michaël meteen gewaarworden. Laten we dus naar het poortje gaan en daar kloppen, opdat we in de hemel worden binnengelaten.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De pseudo-Petrus zegt: luister, jij afschuwelijke duivel, je bent geen antwoord waard en als je niet ogenblikkelijk deze plaats verlaat, dan roep ik meteen alle hemelse machten bij elkaar en wel het eerst de heiligen. Wil je voor hen nog niet wijken, dan roep ik alle engelen en ga je je tegen hen verzetten, dan roep ik de allerzaligste maagd Maria en de heilige jozef en zou je voor hen ook nog niet op de vlucht slaan, dan roep ik de heilige drie-eenheid zelf! Treuzel daarom niet en ga liever goedschiks naar beneden naar je vervloekte hel. Want als je het erop aan laat komen dat al de hemelse machten op je af komen, dan word je met gloeiende ketenen vastgebonden en samen met je handlangers onder duizendvoudige pijnen neergeworpen in de onderste van alle hellen waar je in duizendvoudig grotere pijnen eeuwig zult branden, koken en braden!
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk nu maar eens naar ons hemelse podium. De wolken worden donker, terwijl de lichte, grote ronde opening op de achtergrond met de nu eveneens duister wordende `drie-eenheid' steeds nauwer wordt. Zoals jullie spoedig zullen zien, zal er van deze hele lichtopening nauwelijks nog een piepklein gaatje overblijven. Let nu goed op alles wat er tevoorschijn zal komen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Omdat de hemelse manier van werken er niet op gericht is kwaad met kwaad te vergelden, maar om degenen die ons te gronde willen richten slechts goed te doen en degenen die ons vervloeken te zegenen, kwamen wij hen ook niet met een soortgelijk vuur tegemoet, maar met een `liefdevuur', dat naar verhouding even groot was als hun tegen ons gerichte 'toornvuur'. Dat wil dan zeggen, waarachtige, gloeiende kolen stapelen op het hoofd van onze tegenstander. Dat zullen zij ook weldra inzien wanneer het `levende water', dat door ons over hen wordt uitgestort, hen voldoende zal overtuigen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Nu zijn ze ook rijp om gewilliger dan eerst het geval was naar mijn woorden te luisteren. Daarom wil ik dan ook meteen de volgende vraag stellen aan de man die het meest op de voorgrond staat, de voormalige `valse Petrus', en zeg dus: kijk, jij zogenaamde Petrus, wij zijn er nog, want al jouw hemelse machten en krachten konden niets tegen ons uitrichten, zoals jij evenals jouw hele gezelschap duidelijk kunt zien. Zeg mij dus, voor wie houd je me nu? Ben ik van beneden of ben ik toch `van boven'?
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: welnu, deze taal bevalt me beter dan de vorige. Wees daarom gekleed en volg ons naar het `paradijs' waar verscheidene van jullie broeders reeds wachten op een gelijksoortige `verlossing'! Kijk nu, de naakten zijn plotseling met lichtgrijze linnen gewaden gekleed, en daar we deze plek nu verlaten komen zij, voor het eerst God oprecht lovend en prijzend, achter ons aan. Jullie zeggen: deze linnen gewaden zien eruit als echt stevige, van tijk gemaakte militaire jassen en de hele stoet lijkt op een armzalig militair transport.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Kijk nu, we zijn er reeds en de hemel van een niet al te grote omvang ligt voor onze ogen open, zoals hij volgens de verkeerde inzichten van deze hemelbewoners voorhanden is. Wat zeggen jullie van deze hemel? Naar ik zie, halen jullie je schouders op en zeggen: nee, moet dat een hemel voorstellen?! Dan hadden we de eerdere paradijstuin veel eerder voor een hemel aangezien dan deze zeer opschepperige, theatrale rommelmarkt van decorstukken. Werkelijk, zo dom hadden we ons deze hemelbewoners toch niet voorgesteld. Hadden ze desnoods de Sint Pieterskerk van Rome tot hemel omgetoverd, dan was dat bij een zekere graad van blindheid nog te vergeven. Maar deze echt plompe en ordinaire voorstelling zou op aarde nauwelijks de eer hebben de goedkeuring van allerdomste boerenkinderen af te dwingen en zou dus door een iets beter soort mensen van ganser harte worden uitgefloten.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] O mijn lieve vrienden en broeders, dat moet jullie helemaal niet beangstigen, want hier in het rijk van de geesten beleven wij, dienaren van de Heer, vaak heel andere gevechten dan dit, waarvan jullie nog nauwelijks het eerste begin zien. Wacht eerst eens tot deze helden meer naar voren komen voorzien van allerlei wapens; dan zullen jullie pas het reusachtige van deze theaterhelden zien. Jullie zien nu ook onze vroegere kleine Abrahamstafel op dezelfde manier vergroot. Zo zullen jullie ook zien, hoe zich hier spoedig, zonder zich om ons te bekommeren, enkele reusachtige bedienden zullen vertonen en deze tafel gaan dekken met evenredig reusachtige vruchten. Al gauw daarna gaan zulke zelfde reuzengasten aan tafel zitten en jullie zullen meesterstukken van veelvraat zien, doordat jullie dan in de letterlijke zin van het woord en de betekenis waarachtige wereldeters voor je zult zien. Maar stel je voor vandaag tevreden met wat jullie tot nu toe hebben gezien. De volgende keer volgt pas de hoofdkomedie en dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de tafeldekkers zijn er al en zij zijn allemaal even groot als onze eerste toneelheld. Kijk hoe vier tafeldekkers over de niet bepaald sierlijke tafel van Abraham een tafellaken uitspreiden, dat groot genoeg lijkt te zijn om jullie hele planetensysteem inclusief jullie zon, als onbeduidende appels in te wikkelen en naar de markt te brengen. Nu wordt er fruit op tafel gezet, dat bestaat uit de jullie naar de vorm welbekende soorten van de aarde zoals peren, appels, pruimen en dergelijke. Ook wordt er een soort brood bij gelegd en bij elk stuk, dat bestemd is voor één persoon, wordt ook een beker geplaatst, die ogenschijnlijk ongeveer het drievoudige van de hoeveelheid water van de aardse zeeën kan bevatten. Jullie vragen hoe zoiets in hemelsnaam mogelijk is.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk nu eens: de gasten die van alle kanten komen, gaan aan tafel zitten, grijpen met hun buitensporige reuzenhanden naar de kolossale vruchten en brengen die naar hun huiveringwekkende mond, die naar het lijkt groot genoeg is om bijna een aarde, als was het een aardbei, te verwerken. Jullie verbazen je erover hoe het mogelijk is, dat jullie dit fantastische drogfenomeen in zijn ontzettende omvang met jullie ogen met het grootste gemak kunnen overzien. Dat komt ten eerste omdat deze ogenschijnlijke grootte helemaal geen grootte is, maar enkel bedrog. Wij bevinden ons echter door de Heer in het helderste licht; daardoor kan zich voor ons ook niets zo bedrieglijk groot vertonen, dat wij het niet in al zijn valse facetten in één oogopslag kunnen overzien. Ten tweede heeft dat ook nog een andere reden en wel, dat voor deze geesten onze gestalten in gelijke mate vergroot en even waarheidsgetrouw zichtbaar zijn als hun grote, bedrieglijke verschijningsvorm. Dat is dus op deze manier te begrijpen.
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Let nu maar eens op het ons reeds bekende theatrale droghemel-podium. Kijk hoe nu een menigte geharnaste reuzenkrijgers van achter de wolken tevoorschijn komt en hoe de aanvoerder voorop loopt met een kruisbeeld, dat even kolossaal is als de aanvoerder die het draagt. Let nu ook nog op een ander verschijnsel, want kijk, zo dadelijk zal de reuzenchristus vanaf het kruis tegen ons beginnen te spreken. Luister, hij spreekt al en zegt tegen ons: weg uit de hemel met jullie vervloekten, want jullie hebben de Heilige Geest van mijn alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk altijd tegengewerkt en jullie waren voor mij steeds boven alles gehate ketters. Daarom, weg met jullie naar de uiterste duisternis, want voor jullie is hier in de hemel geen plaats en ik heb jullie nooit gekend! Dwing me niet om geweld te gebruiken, want als ik dat moet doen wordt de onderste hel jullie deel. Al hebben jullie voorheen mijn apostel Petrus dan niet geloofd, jullie zullen mij toch wel geloven wanneer ik vanaf het kruis tot jullie spreek!
Hoofdstuk 77: Komediespel in de kloosterhemel. De reuzentafel en het eten van werelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Ja lieve vrienden, de kleding richt zich hier naar het inzicht in het ware en het daaruit voortkomende goede. Hoeveel waars en goeds er in deze geesten aanwezig was, hebben jullie toch duidelijk kunnen opmaken uit hun hemel en uit hun handelwijze. Daarom zijn deze kleren ook volkomen bij hun toestand aangepast. Wat er nu verder zal gebeuren, zullen we bij de volgende gelegenheid heel goed te zien krijgen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, we bevinden ons weer in het zogenaamde paradijs. Jullie kunnen je er gemakkelijk van overtuigen dat het nog het oude is zoals we het eerder hebben gezien en hebben achtergelaten. Daar, in het midden van liet paradijs wachten de vroegere paradijsbewoners ons op en wel veel deemoediger en nadenkender dan voorheen, toen we vanuit het klooster naar hen toe kwamen. Onze `hemelbewoners' volgen ons eveneens deemoedig en zo gaan we met onze nieuwe vangst rechtstreeks naar de vroegere paradijsbewoners toe.
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Daarom dient ook hier enkel mijn inzicht in het innerlijk van deze geesten op zich nergens toe. Wel kan ik tengevolge van dit inzicht de geesten zo leiden dat zij zich uitspreken, mij noodgedwongen niet kunnen ontwijken en hun innerlijk dan door hun woord naar buiten moeten keren en aan de openbaarheid prijsgeven.
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)