Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 803 van 1088

...  791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816  ...
[1] Toen de krijgsoversten, die zelf getuige waren van deze wonderbaarlijke stem en de woorden in de grote troonzaal, des te sneller en ijveriger weggingen om het leger op orde te brengen, ging Gurat naar Fungar-Hellan en zei tegen hem:
Hoofdstuk 299: De mobilisatie van het leger. Gurat verzoekt Fungar om ambtenaren. Voorschrift met betrekking tot de twee kooi-bewoners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Je weet toch hoe wij in het begin om onze troon veilig te stellen genoodzaakt waren alle groten van de stad en ook van het rijk naar ons toe te trekken en hun een hoge rang aan het hof te geven!
Hoofdstuk 299: De mobilisatie van het leger. Gurat verzoekt Fungar om ambtenaren. Voorschrift met betrekking tot de twee kooi-bewoners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Gurat en ook Fungar-Hellan dat van Mahal vernomen hadden, begaven zij zich naar de andere zaal waar de beide kooibewoners zich onder een flinke bewaking bevonden.
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar waar leeft een gevangen zondaar die niet naar zijn vrijheid verlangt, of die hem al baatte of niet?! Dat is ook bij mij het geval! Ik besef nu ongetwijfeld de volle omvang van mijn misdaad tegenover jullie en tegenover God zoals misschien wel geen tweede zondaar die beseft; maar toch bespeur en voel ik ook de machtige drang naar vrijheid die deze kerker tot een ondraaglijke kwelling voor me maakt!
Hoofdstuk 300: Agla's deemoedige bekentenis van haar zonden en nadrukkelijke verzoek om bevrijding of de dood. De keuze tussen de dolk en de kooi. Agla's begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Agla op deze wijze was bevrijd, ging Gurat naar Fungar-Hellan en vroeg hem of er met Drohuit hetzelfde moest gebeuren in het geval dat hij zijn leven zou verbeteren zoals Agla beterschap had getoond.
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zo herken ik hier al op het eerste ogenblik het gezang van deze vogel die noch een spreeuw, noch een merel en al helemaal geen goudleeuwerik is, maar duidelijk herkenbaar als een echte doods- en roofvogel de stem van kleine vogeltjes nabootst om hen dichter naar zijn klauwen te lokken! Nu zijn wij echter geen dwazen meer en zullen ons door hem niet in het een of andere struikgewas laten lokken!
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Nu had Agla nog haar koninklijke kleren aan en daarom ging zij naar Fungar-Hellan toe en zei: 'O, jij door mij zo zeer miskende, edele man! Zie, ik als een allergrootste zondares ten overstaan van God, van jou, van de koning, van mijn vader en van alle mensen, draag nog koninklijke kleren over mijn onwaardige lichaam! Ik verzoek je daarom ze van me af te nemen en mij het meest gewone harige kleed te geven dat past bij een zondares die boete doet, want deze prachtige kleren branden als een machtig vuur mijn ziel!'
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En Agla ging met haar vader naar een zijvertrek, kleedde zich om en kwam in een grijs harig kleed met haar vader naar het gezelschap terug.
Hoofdstuk 302: De huichelachtige woorden van Drohuit en het antwoord van Fungar-Hellan. Agla in het grove boetekleed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] O, had ik er maar niet één ooit begaan! O, was ik toch maar niet naar de laagte gegaan, dan was ik tegenover God nog zo rein en onschuldig geweest als ik op de hoogte steeds was! Maar nu is het gebeurd en ik kan het gebeurde niet meer ongedaan maken! Daarom denk ik dat het na dat alles nu een grote dwaasheid van mij zou zijn om uit te zoeken welke van mijn zonden volgens het inzicht van mijn geweten de grootste zou zijn!
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Bij de eerste schrede naar de laagte had ik meteen moeten omkeren, - dan zou ik nog zijn zoals ik vanaf mijn geboorte was en allen die ik heb gedood zouden nog leven! Maar nu is het te laat en er blijft voor mij niets anders over dan het berouw over mijn eerste stap naar deze laagte hier!'
Hoofdstuk 303: Mahals vraag aan Agla naar de zwaarste van haar zonden. Agla's goede antwoord, berouw en weeklagen. Mahals dank aan God. Agla aan de borst van haar vader Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Hierop wierp Fungar-Hellan alle versierselen van zich af, en de koning en alle andere voorname leiders volgden hem daarin na; en al het goud en zilver werd naar de munterij gebracht en daar tot gangbare munt geslagen.
Hoofdstuk 304: Fungar-Hellans spreekt over de dwaasheid van uiterlijke pracht en de wijsheid van eenvoud. Mahals lof aan de generaal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En Fungar-Hellan zei tegen die eerste veldoversten: 'Ga en geef het volgende bevel: er wordt opgebroken drie uur voor zonsopgang, en de gehele legermacht zal eerst naar de tempel van de god van de ertsen en smeden gaan! Daar zullen dan de arbeiders naar voren gaan om onmiddellijk te beginnen met het vernietigen van alles wat ook maar enigszins lijkt op afgoderij en natuurlijk vooral in de hoofdtempel!
Hoofdstuk 305: De generaal beveelt het leger om de tempel van de god van de ertsen en smeden aan te vallen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar nog voor de grote hofstoet op het grote leger stootte, was het grootste deel daarvan al in volle opmars naar de niet zeer ver van Hanoch gelegen tempel van de smeden gods, die zoals reeds bekend ter ere van Thubalkaïn, de uitvinder van de ertsbewerking, was opgericht.
Hoofdstuk 306: Fungar-Hellan rijdt tot voor de tempel. Het afgewezen ultimatum. De vurige kunsten van de tempeldienaren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarop liepen meteen een paar poortknechten naar de opperpriester en deelden het hem mee.
Hoofdstuk 306: Fungar-Hellan rijdt tot voor de tempel. Het afgewezen ultimatum. De vurige kunsten van de tempeldienaren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Toen de voorhoede een dergelijk woeden van het vuur zag, trokken ze terug naar het grote leger dat ook halt maakte, omdat het ook niet in die ware vuurzee durfde door te dringen.
Hoofdstuk 306: Fungar-Hellan rijdt tot voor de tempel. Het afgewezen ultimatum. De vurige kunsten van de tempeldienaren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  791 - 792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816  ...