Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 804 van 1110

...  792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817  ...
[3] God Zelf heeft de bergen op de aarde geplaatst en geordend voor een duizendvoudig nut en heeft onder de bergen grote en diepe waterbekkens gegraven waarin zich honderd maal meer water bevindt dan in de zeeën van het aardoppervlak. En deze ondergrondse wateren zijn als het ware het bloed van de aarde dat door de brede kanalen van de aarde stroomt, en grotendeels de steeds gelijke beweging van de aarde bewerkstelligt en zodoende haar innerlijke organische leven volgens de ordening van de Heer; want ook het lichaam van een planeet moet een leven hebben, wil het een drager en voeder voor het leven kunnen zijn.
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En nu je weet hoe alles er voorstaat, twist dan voortaan niet meer met de Heer, maar blijf in je oude orde, dan zul je net zoals je broer worden gered volgens het wijze plan van de Heer!'
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] En Waltar zei: 'Ja, Gurat, ik ben helemaal dezelfde Waltar! Maar nu leef ik voor eeuwig in een nieuw geestelijk, onverwoestbaar lichaam dat volledig één is met mijn geest! En zo ben ik nu een bode van God uit de hemelen zoals allen die hier zijn, en zoals nog zeer velen die reeds over de stad zijn verdeeld om het zeer nabije gericht van God aan het volk te prediken, zoals ook wij je hier aankondigen dat jullie nu al bijna reddeloos verloren zijn!
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Want jullie oorlogen tegen de volkeren van het hoogland hebben jullie de onvermijdelijke ondergang bezorgd, want jullie hebben door je wetenschap en kennis een middel aangewend waarmee je nu bergen als molshopen volkomen vernietigt zonder te weten wat zich onder de bergen in de aarde bevindt!
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zie, bergen zijn de deksels van grote onderaardse wateren en zijn daarom volgens Gods orde meestal uit hard gesteente samengevoegd zodat de ondergrondse wateren hen geen schade kunnen toebrengen!
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Nu, als jullie echter deze machtige bescherming tegen de onderaardse wateren vernielen, zullen de wateren dan niet met geweld naar het oppervlak van de aarde gaan stuwen en weldra boven het hoogste gebergte uitstijgen en jullie allen doen verdrinken?!
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Honderdtwintig mijl van hier zijn al twintig enorme stromen begonnen het vlakke land in een meer te veranderen, en vandaag zullen er weer vijf bijkomen, en zo iedere week een paar!- Zeg me, wat zal binnenkort jullie lot zijn?'
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Gurat die opdracht van de engel Waltar ontving, zei hij : 'Vriend uit de hemelen of mogelijkerwijze ergens van de aarde! Jouw raad is heel vriendelijk en welgemeend; maar uit je waarschuwende woorden komt ook naar voren dat jij en je gezelschap zeer lichtgelovig zijn of jullie zijn verkapte afgevaardigden van op de vlucht zijnde hooglandbewoners en willen mij nu onder de zeer geheimzinnige aanduiding als boden uit de hemelen angst aanjagen opdat ik spoedig weg zou vluchten en jullie dan Hanoch in bezit kunnen nemen!
Hoofdstuk 344: Het afwijzende antwoord van de ongelovige Gurat aan Waltar. Waltars laatste vermaning aan Gurat. De vergeefse waarschuwingen van de engelen aan Fungar-Hellan en het landvolk van Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Weliswaar zou ik jullie nu vanwege je grote brutaliteit in een kerker kunnen laten gooien, maar wreedheid was mij nooit eigen! Daarom laat ik jullie weer gaan zoals je bent gekomen omdat jullie waarschuwende woorden aan mij in ieder geval een schijn van vriendelijkheid hadden; maar jullie uitspraken zal ik niet eerder geloven dan wanneer de grote vlakten om Hanoch met boten worden bevaren! Dan zal ik jullie raad opvolgen! Ga nu en ga heen in vrede!'
Hoofdstuk 344: Het afwijzende antwoord van de ongelovige Gurat aan Waltar. Waltars laatste vermaning aan Gurat. De vergeefse waarschuwingen van de engelen aan Fungar-Hellan en het landvolk van Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De boden trokken door alle stegen en straten en riepen tegen alle mensen: 'Jullie is nog een korte tijd gegund; bekeer je tot God de Heer, en trek vol vertrouwen met ons op naar de hoogte van Noach, en jullie zullen allemaal gered worden, met hoevelen jullie ook zijn!
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Want zie, wij zijn geen mensen zoals jullie, hetgeen blijkt uit de gehoorzaamheid van deze dieren, die toch geheel verschillend van aard zijn, maar ons allemaal gehoorzamen alsof zij louter lammeren zijn, terwijl je onder hen toch beslist van olifant tot hazelmuis de grimmigste en meest verscheurende dieren ziet!
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ons is dus een grote macht gegeven! En hoewel nu door Noach slechts een grote reddingsark op natuurlijke wijze voor de redding van duizenden is voorbereid, en je daarin geen onderkomen zou vinden omdat jullie met miljoenen zijn, doet dat toch niet ter zake voor je redding; want in geval van jullie ware bekering tot God zijn wij in staat in een ogenblik honderdduizend van dezelfde reddingsarken te bouwen waarin jullie allen heelhuids en welbehouden op een vernieuwde aarde zult kunnen komen!
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Luister! Dit is Gods laatste roep die tot jullie oren doordringt! Verlaat alles en volg hem; want in een jaar van nu af aan zullen al jullie woonplaatsen en landerijen drieduizend vadem diep onder water en modder staan!'
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De engelen zeiden echter tegen Noach: 'Maak de deur van de ark open opdat wij de dieren naar binnen brengen in de voor hen bestemde hokken; hun voer zullen wij in hun hokken leggen, en zij zullen daarvan dagelijks volgens hun innerlijke aandrang zoveel eten als voor hun instandhouding nodig zal zijn!
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar ik zeg bij mijzelf: `O Heer, mij, de grote zondares, geschiede volgens Uw erbarmen!' En al moet ik een buit van de dood worden, dan zij de Heer ook daarom geloofd en geprezen!'
Hoofdstuk 348: Mahals gemor en getwist tegen de engelen en God wegens zijn vermeende verwaarlozing. Agla's belerende en troostende woorden en haar plotselinge heengaan door de engel Waltar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  792 - 793 - 794 - 795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817  ...