Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 807 van 1112

...  795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820  ...
[13] Ik antwoord: ga dan maar naar de tempel waar de liefde voor de Heer wordt onderwezen. Zij is de weg waarlangs de Heer naar jullie toe zal komen. Kijk, het gezelschap haast zich al over de mooie velden naar de tempel.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Dat ze echter geen eetbare vruchten dragen, wil zeggen dat het geloof alleen het leven niet opwekt. En hoewel in het geloof op zich al geestelijk leven werkzaam is, geeft het echter toch maar weinig vruchten die, wanneer ze gegeten worden, het leven nauwelijks tot een hogere potentie zouden kunnen brengen.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Jullie zeggen: hoe is dat nu mogelijk? We kunnen inderdaad het einde van deze bergketen niet meer zien en het lijkt ons toe alsof hij zich ook achter ons oneindig ver uitstrekt. De mooie sterren boven de piramiden zien we heel in de verte alleen nog maar als verlichte zonnestofjes glanzen. Ja, beste broeders en vrienden, in dit land reist men buitengewoon snel, zonder dat men iets van de snelle voortbeweging merkt. Hoewel we nu, zoals jullie zien, heel rustig stap voor stap wandelen, bewegen we ons toch zo buitengewoon snel voort, dat niemand op aarde zich van deze snelheid een begrip kan vormen. Jullie kunnen het geloven: als het jullie mogelijk zou zijn om je met je aardse lichaam zo snel te verplaatsen, dan zouden jullie daarmee in één ogenblik door vele miljarden zonnewereldgebieden flitsen. Maar hoe zoiets mogelijk is, daarover zullen we nog wel een woordje wisselen.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Jullie vragen mij: wat voor soort mensen waren zij dan tijdens hun aardse leven? Ik zeg jullie: dat zijn de zogenaamde gelovige christenen die hun rechtvaardiging enkel in het geloof zochten en de liefde niet werkelijk wilden aanvaarden, alsof deze voor het eeuwige leven geen waarde zou hebben. Voor hen telde alleen het geloof. Zo'n overtuiging houdt hen hier vast. Het meer betekent de ontoegankelijkheid van diegenen die de een of andere overtuiging hebben. De eilanden echter betekenen dat de overtuiging is voortgekomen uit het woord van de Heer. Omdat de waarheid niet in verbinding staat met de liefde, of anders gezegd, het ware van het geloof niet in de ware hemelse echt is verbonden met het goede van de liefde, zijn de landstreken die door deze volkeren bewoond worden overal door tussenliggend water gescheiden. De vaartuigen die jullie op het meer zien, duiden op de vriendelijke en goede handelwijze van zulke mensen op aarde. Deze handelwijze brengt, zoals jullie zien, deze eilandbewoners met elkaar in contact.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] En kijken jullie nu verder voor je, waar een onafzienbaar grote zee zich uitstrekt en waarin jullie nergens een of ander land kunnen bespeuren. Dat is die bewuste glinsterende vlakte die we eerder heel in de verte zagen liggen. Kijk maar daarginds voor je, helemaal op de achtergrond kunnen jullie ook de sterren zien. Voor vandaag zullen we bij deze zuil uitrusten en de volgende keer pas aan onze zeereis naar de verre, met sterren bezaaide achtergrond beginnen. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen: beste vriend en broeder, hoe zullen we dan over dit enorme zeeoppervlak komen, terwijl er nergens een boot of een schip te bekennen is waarvan we gebruik kunnen maken of dat ons kan meenemen? Ik zeg jullie: die zullen we ook niet nodig hebben. Het ligt nu aan jullie of jullie door dit water willen wandelen zoals eens het Israëlische volk door de Rode Zee of zoals Petrus eens met de Heer over het wateroppervlak heeft gewandeld. Het kan op beide manieren, en het zal gebeuren zoals jullie het willen. Jullie zeggen dat ik maar moet beslissen en aangeven wat het beste is.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie zeggen: o, beste vriend en broeder het zal wel onmogelijk zijn om daar overheen te komen, want het ziet er hier toch wel angstaanjagend uit! Daar slaan een paar hemelhoge golven over elkaar. En daar vormt zich een waterkloof zo diep alsof men vanaf een hoge berg in een huiveringwekkende diepte kijkt!
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie vragen: kunnen deze mensen hun bezit nooit vergroten? De mogelijkheid is wel voorhanden, maar zoiets gaat hier nog veel moeilijker dan bij jullie op aarde. Jullie weten echter hoe moeilijk het voor iemand is om zich met een kapitaal van zo'n duizend gulden langs de wettelijke weg van de rente op te werken tot miljonair. Kijk, nog moeilijker is het hier om zijn bezit te vergroten, want wat deze magere grond opbrengt is nauwelijks voldoende om deze drie personen het hoogstnodige voor hun levensonderhoud te verschaffen. Daarom komt men hier met sparen niet veel verder.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Ze bekritiseren verder het vele vlees aan hun voeten, aan hun zitvlak, op hun handen en overal waar het zich bevindt en zeggen: een mug heeft niets van dat alles en is daardoor al veel gelukkiger dan de plompe en oneconomisch gevormde mens.
Hoofdstuk 24: De plaats en omstandigheden van stoïcijnen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Nu jullie dit weten, zal de kleine skeletgestalte van deze mensen jullie ook niet meer zo beklagenswaardig en armzalig voorkomen als bij de eerste aanblik, want ze komt zoveel mogelijk met hun verstandelijke principes overeen. Jullie zeggen nu: dat is allemaal juist en we zien nu ook duidelijk in dat het hier dus niet anders kan en dat deze mensen zich in een andere gestalte en onder andere omstandigheden ongelukkiger zouden voelen dan juist in deze, welke hun het meest bevalt. Maar er is nog een andere vraag op de achtergrond, beste vriend!
Hoofdstuk 24: De plaats en omstandigheden van stoïcijnen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk nou, na onweer en regen komt zonneschijn. Met deze waterberg zijn we ook de hele golvenpartij van deze zee al gepasseerd en we hebben alweer rustig water voor ons. Maar daar heel in de verte, waar jullie een massa sterren boven het water zien, komt nog een gevaarlijke plek met grote draaikolken. Ook daarover hoeven jullie je geen zorgen te maken; zij zullen ons evenmin schaden als de golven. Kijk eens, na onze versnelde reis zijn we ook al bij deze kolken. We moeten hier steeds over de rand van de kolken verder lopen, dan kunnen ze ons niet deren. Schrik niet van het donderend geraas van deze kolken en kijk omhoog naar het firmament, hoe we ons reeds onder de sterren bevinden die we kortgeleden nog zo van veraf zagen. Spannen jullie je ogen nu nog eens goed in en kijk recht vooruit. Wat zien jullie?
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Nu we hier behoorlijk van onze reis zijn uitgerust en ondertussen menigmaal uitgebreid onze blik hebben kunnen laten gaan over het gebied waar we vandaan gekomen zijn, zal de voortzetting van de reis ons zeker geen al te grote moeilijkheden meer bezorgen. Kijk, daar strekt zich al een tamelijk breed dal, waarin zich een kleine zee-inham bevindt, landinwaarts uit. Laten we onze weg aan de rechterkant van de baai vervolgen. Hier kunnen jullie alweer vrijer wandelen, want nu hebben we vaste grond onder onze voeten. Kijk daar eens voor je in de diepte van het dal waar het heel smal wordt. Daar moeten we vlug naartoe en onze eerste kleine tussenstop maken. Dus maar monter eropaf, dan zullen we spoedig ter plaatse zijn. Kijk hoe het dal steeds nauwer wordt en er aan alle kanten angstaanjagende rotsen van een hooggebergte zo sterk afhangen, als konden ze ieder ogenblik naar beneden vallen. Maar laat je daardoor niet afschrikken; niemand zal ook maar een haar gekrenkt worden.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, daar beneden in het dal gaan juist drie uitgezonden boden op zo'n vangst uit. We zullen hen volgen en met een open oor naar de uitvoering van hun opdracht luisteren. Ze trekken verder het dal in en van hieraf gezien bij de derde hut, die jullie eveneens op een afgeronde, met mos begroeide rots zien liggen, zullen ze de stoïcijnen aanspreken. Kijk maar hoe ze heel behoedzaam de hut naderen en zich daarbij zo klein mogelijk maken. Daarom gaan wij er nu snel naar toe opdat ook de eerste ontvangst ons niet ontgaat. We zijn al ter plaatse; dus opgelet!
Hoofdstuk 25: Een bekeringstocht naar de betere stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Alleen het heldere verstand bepaalt de werkelijke grenzen van de behoeften van zijn subjectieve wezen en dat verlangt dan in alle objectiviteit slechts de juiste mate van haar eigen beperktheid, en deze maat heet: volle tevredenheid. Wie tevreden is met hetgeen hij langs de weg van zijn heldere verstand als de juiste maatstaf van zijn eigen beperktheid erkent, heeft de ware hemel gevonden en zal zich zeker eeuwig geen andere wensen, omdat hij duidelijk zal inzien, dat voor de maatstaf van zijn eigen beperktheid niets anders deugt dan juist datgene wat daarmee volkomen overeenstemt.
Hoofdstuk 25: Een bekeringstocht naar de betere stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Het moet derhalve met deze liefde anders gesteld zijn, en dan kan het goddelijke centrum zich heel goed in een menselijke vorm openbaren. Wanneer deze door jullie beschreven liefde echter alleen een hongerige is, dan moet het voor jullie toch voor de hand liggen, in welke handen het wezenlijke van alle dingen zich zou moeten bevinden als de oneindige macht en kracht zich als het ware noodgedwongen met hen moest verzadigen.
Hoofdstuk 27: De overwinning en verlossing van een wijze stoïcijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  795 - 796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820  ...