Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 808 van 1088

...  796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821  ...
[8] Wee jullie, moordenaars van mijn volk! Fungar wordt nu tot koning van alle duivels over jullie! Er zal met zo'n wreedheid tegen jullie opgetreden worden dat de ergste en boosaardigste satan ervan zal huiveren! Duizendvoudige vloek over jou, aarde, en over alle schepselen op je bodem; ik zal je de doodssteek geven! - Nu voorwaarts, en een leger geformeerd, een vreselijk leger!'
Hoofdstuk 323: Fungar-Hellans vlucht en het verslag van de strijd aan koning Gurat. Het opstellen van een nieuw leger van vier miljoen soldaten door Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Laat daarom Hanoch met rust! Ik weet wel dat het zich zal voorbereiden voor een geweldige strijd tegen jullie en dat het een leger van meer dan vier miljoen man bijeen zal brengen; maar laat dat jullie geenszins verontrusten! Want als jullie niet naar hen toegaan dan zullen zij het wel voor alle tijden der tijden achterwege laten om naar jullie toe te gaan; want ze zijn wel zo verstandig dat zij inzien dat honderd man in de laagte het niet kunnen opnemen tegen tien man op een rots!
Hoofdstuk 324: Het nieuwe twee miljoen man tellende leger van de hooglanders. Mahals waarschuwing voor een veldtocht tegen het leger van Hanoch heeft succes. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar toen Fungar-Hellan in de laagte het nieuwe grote leger had opgesteld en een groot aantal bouwlieden uitgezonden had die tegen de loodrecht afgehakte bergwand hoge torens moesten bouwen, voorzien van brede trappen, ging hij nogmaals naar koning Gurat, die hij bedroefd aantrof, en hij vroeg hem naar de reden van zijn verdriet.
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Daarom kunnen jullie hier ook volkomen veilig zijn; want ten eerste zullen de Hanochieten - al was hun aantal nog zo groot - het nooit aandurven tot hier door te dringen, en ten tweede kunnen zij dat ook niet meer, want buiten de plaatsen waar jullie je de weg naar beneden hebben gebaand is er nergens een weg naar boven mogelijk, - behalve over de heilige hoogten van mijn broer Noach! Maar dan zullen de Hanochieten wel overal de weg naar boven moeten opgeven; want in de woestenij van de slacht zal de pest hen al vele uren gaans tegemoet komen en die zal hen allen heel kwalijk ombrengen. En zo zal deze plaats gedurende twintig jaar noch voor hen noch voor jullie te passeren zijn!
Hoofdstuk 324: Het nieuwe twee miljoen man tellende leger van de hooglanders. Mahals waarschuwing voor een veldtocht tegen het leger van Hanoch heeft succes. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En de koning antwoordde: 'O beste vriend, als ik bedenk dat wij de man Gods niet meer de onze kunnen noemen, overvalt me een grote droefheid en je eerste uitroep `Wij zijn verloren!' - die je slaakte toen je na je ongelukkige veldtocht bij me kwam - komt steeds levendiger in mijn ziel naar boven!
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar omdat jij waarschijnlijk op een zeker moment ergens in strijd met zijn raad wreed hebt gehandeld, heeft hij jou verlaten en is naar de hooglanders overgelopen en zal nu hun leider zijn!
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar hoe zal hij hier terug kunnen komen? Over het slagveld zal hij niet gaan: daarom moet de bouw van mijn torens zo snel mogelijk plaatsvinden, opdat wij een bode naar Mahal kunnen zenden die hem weer binnen onze muren moet brengen, als hij nog in leven is!'
Hoofdstuk 325: Koning Gurat is bedroefd over het heengaan van Mahal en uit zijn bange vermoedens tegen Fungar-Hellan. Het pientere antwoord van de generaal en de bouw van traptorens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de toren op de belangrijkste plaats om op te klimmen naar het hoogland gebouwd was, en dat op zo'n buitengewone manier dat de trappen zelfs geheel veilig en gemakkelijk door kamelen en ezels konden worden betreden, stelden generaal Fungar-Hellan en koning Gurat spoedig een zeer welbespraakte afvaardiging samen en zonden die naar het hoogland om daar Mahal op te zoeken en hem mee terug te nemen naar Hanoch.
Hoofdstuk 326: De vredesmissie naar de tien vorsten en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Binnen enkele dagen was de deputatie samengesteld en voorzien van witte kleren ten teken van vrede, en vervolgens naar het hoogland gezonden.
Hoofdstuk 326: De vredesmissie naar de tien vorsten en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Na een vijfdaagse reis op kamelen (veertig uur gaans per dag gerekend, wat zo'n dier gemakkelijk kan afleggen), bereikten de afgevaardigden het hoogland, waar ze meteen door de wachters gearresteerd werden en als gevangenen naar de tien vorsten werden geleid.
Hoofdstuk 326: De vredesmissie naar de tien vorsten en Mahal. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Toen de hele vergadering er enige tijd sprakeloos bij had gestaan, vroeg Mahal aan hen: 'Waarom hebben jullie naar mij gevraagd? Ben ik soms net als een vreemd dier dat zekere dierentemmers aan de ketting rondleiden en laten aangapen voor een paar blikken munten?! - Spreek! Waarom ben ik hierheen geroepen?'
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zeg daarom tegen je gebieders dat ik alleen dan weer naar hen zal teruggaan wanneer God de Heer het mij zal opdragen! Zeg hun echter ook dat ik er in naam van de Heer zeer goed op zal toezien hoe zij zich aan het dubbele aanbod aan de tien vorsten zullen houden!'
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Laten wij daarom nog een afvaardiging naar boven sturen om over een tienjarige betalingstermijn te onderhandelen; als de tien vorsten ermee instemmen dan zullen wij ook ons woord houden, - zo niet, moeten zij maar doen wat zij willen!'
Hoofdstuk 328: Fungar-Hellan en Gurat in grote verlegenheid. De tweede afvaardiging naar de tien vorsten van het hoogland en de mislukking daarvan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Gurat was het met dit voorstel eens. Er werd een nieuwe afvaardiging samengesteld en naar de hoogte gezonden, - maar helaas zonder resultaat, want de tien vorsten bleven bij hun eis en lieten voor geen stuiver met zich onderhandelen!
Hoofdstuk 328: Fungar-Hellan en Gurat in grote verlegenheid. De tweede afvaardiging naar de tien vorsten van het hoogland en de mislukking daarvan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de tweede afvaardiging onverrichter zake naar Hanoch terugkwam en het slechte resultaat van hun reis aan de koning en aan Fungar-Hellan meedeelde, werden beide eenstemmig boos en namen het vaste besluit om de hooglanders niet één enkele stuiver als oorlogsschatting te geven.
Hoofdstuk 329: De woede van Gumt en Fungar-Hellan op de hooglanders wegens de mislukking van de tweede afvaardiging en hun plan tot wraak, de bergen van het hoogland te ondermijnen en te laten springen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821  ...