Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 808 van 1037

...  796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821  ...
[4] O vriend en broeder, je kunt beslist niet beseffen en begrijpen wat het voor een arme zondaar betekent om voor de onverbiddelijke rechterstoel van Christus te verschijnen! Ik zou me nog liever voor eeuwig zo diep mogelijk in deze grond willen laten begraven, dan slechts één ogenblik naar het aangezicht van de eeuwig onverbiddelijke, strenge maar rechtvaardige Rechter te moeten kijken. Bewijs ons, als we het ook maar enigszins waard zijn, daarom deze laatste liefdedienst, dan zullen we ons ook voor eeuwig met het uitgesproken goddelijke oordeel tevreden stellen; maar behoed ons voor de aanblik van de onverbiddelijke Rechter!
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[26] De eenvoudige man zegt: lieve vriend en broeder, ik wil aan jouw oprechte deemoed helemaal geen afbreuk doen, volg me daarom maar vlug naar gindse hoek, daar naar de morgen toe. Daar zullen wij beiden het minst worden bespied, omdat die plek met dicht struikgewas begroeid is, waar men niet zo gemakkelijk doorheen kan kijken. Het oog van de Heer is weliswaar alziend, maar dat doet er voorlopig niet toe. Laten we maar vlug gaan, dan zullen we daar onze deemoedige beschouwingen houden over de manier waarop de Heer zal verschijnen. Als Hij dan maar niet het eerst bij ons belandt! De prior zegt: wees er maar van verzekerd, dat de Heer niet het eerst naar de onwaardigsten gaat; daarom zijn we volkomen veilig. Laten we dus maar gaan!
Hoofdstuk 95: Verder op de proef gesteld. Het begin van de beloning - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Let nu goed op. De ons reeds bekende monnik komt weer heel bescheiden naar me toe en vraagt ook meteen: lieve vriend en broeder, wij allen zien jou zonder twijfel als verheven bode van de Heer, maar begrijpen nog steeds niet wie die vreemde, eenvoudige man is. Zeg ons daarom wie deze man is, want ik heb hem echt goed geobserveerd en ik moet je eerlijk bekennen dat het mij daarbij steeds warmer om het hart werd en heel veel van mijn broeders bekenden mij dezelfde ervaring te hebben. Daarom denk ik dat er achter deze man beslist geen geringe persoonlijkheid schuilgaat. Hij is Petrus of Paulus of misschien zelfs wel de lievelingsleerling van de Heer! Als ik er niet te ver naast zit, laat me dat dan op een broederlijk vriendelijke manier weten. Ik weet weliswaar nog niet wat er verder met ons zal gebeuren; komen we in de hel of op z'n minst in het vagevuur? Maar het is zeker dat ik deze vreemde, eenvoudige man zal liefhebben, waar ik me in alle eeuwigheid ook mag bevinden, en wel omdat hij zo bescheiden, eenvoudig en liefdevol is. Ik heb dat duidelijk gemerkt toen ik hem gadesloeg en zag hoe minzaam, broederlijk en liefdevol hij omging met onze prior en zo inschikkelijk was en meeging in zijn zwakheid, dat hij hem tenslotte zelfs voor de op handen zijnde verschrikkelijke aankomst van de Heer in bescherming nam.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Denk je dan dat de Heer naar deze verlaten plek zal komen? Dat zal Hij niet doen. Hij zal zich rechtstreeks daarheen begeven waar jullie rijn, of jullie zelfs achter het struikgewas opwachten.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu zegt onze monnik: o verheven vriend en broeder, nu heb je me vreselijke dingen in mijn oor gefluisterd. Als het zo is, wil ik toch liever niet naar het prieel, maar me eerder alleen of hoogstens met nog één broeder in een of andere allersmerigste hoek verbergen, waar de Heer vanwege de viezigheid niet te vlug naar zal kijken.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Nu zeg ik weer: lieve vriend en broeder, ook dat zal je weinig baten, want de Heer zal je vinden, al was je ook in de diepste diepte begraven. Daarom ben ik van mening dat je beter hier bij je broeders kunt blijven en je schikken naar de wil van de Heer. Je zult dan in jouw gehoorzaamheid door de Heer zeker genadiger worden aangezien dan wanneer je je eigenmachtig en dwaas verbergt voor Hem, voor wie toch eeuwig niemand zich verbergen kan.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Onze monnik zegt: als het zo is dan geschiede in de almachtige naam van de Heer Zijn heilige wil, want wij zijn nu na jouw woorden op alles voorbereid! Ik zeg: welnu, als dat bij jullie het geval is, laten we ons dan naar de plaats begeven waar ook de prior met de vreemde, eenvoudige man naartoe is gegaan. Daar, op de meest geschikte plek van deze tuin, zullen we op de Heer wachten.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, de monniken evenals de lekenbroeders begeven zich, ons volgend heel deemoedig maar ook met vrees in het hart naar het ons welbekende struikgewas. Nu zijn we ter plekke. Wij laten het gezelschap voor het struikgewas wat wachten, maar gaan er zelf achter kijken om te zien hoe het onze prior vergaat.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, hij vraagt al met verlegen stem aan zijn beschermvriend: wat heeft het in vredesnaam te betekenen dat al de anders mij zo dierbare broeders nu naar onze schuilhoek zijn gekomen? Dat is voor mij iets verschrikkelijks! Tenslotte zal nog gebeuren wat jij, lieve vriend, eerder al zei, namelijk dat de Heer juist daar waar ik me verberg, het allereerst zal verschijnen. Lieve vriend en broeder, is het dan niet beter dat we deze plaats voor een andere verruilen?
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] O Heer, hoe eindeloos zalig ben ik nu, dat ik U nu zo heb leren kennen! Ja, U bent de hemel aller hemelen en de hoogste zaligheid aller zaligheden! Als ik slechts U heb en U eeuwig steeds meer mag liefhebben, dan vraag ik noch naar een hemel noch naar een andere zaligheid. Laat me hier een hut bouwen die groot genoeg is om mij, mijn broeders en U, o Heer, te herbergen, dan wil ik dat met geen andere zaligheid meer verruilen! Maar U, o allerliefdevolste, heilige Jezus, mag ons beslist niet meer verlaten, want zonder U ben ik voor eeuwig het meest ongelukkige wezen.
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] De Heer zegt: Mijn vriend en broeder, Ik ken jouw hart; zeg maar niets meer over jouw wensen, ga maar liever naar je broeders en kondig Mij aan zoals Ik Mij aan jou heb bekendgemaakt. Ik zal je dan ook spoedig volgen om ook al jouw broeders te verlossen zoals ik jou heb verlost. Daarna zal Ik jullie naar jullie ware eeuwige bestemming leiden! Ga dan nu en handel volgens Mijn liefde. Amen!
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Vervuld van hoogste zaligheid gaat de prior naar zijn broeders, zoals de Heer hem heeft opgedragen. Daarom volgen wij hem om te zien, hoe hij zijn taak zal vervullen.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Wij plaatsten alles in de materie en tenslotte verbeeldden wij ons zelfs dag in dag uit scheppers van Christus te zijn. Op grond van deze hemeltergende aanmatiging, waarbij we dachten over de goddelijke liefde en erbarming macht te kunnen uitoefenen, zondigden wij dat het een ware schande was! Daar een liefdevolle Christus ons materieel niet zoveel zou opbrengen als een streng rechtvaardige en onverbiddelijke, schreven we alles toe aan Zijn allerstrengste rechtvaardigheid in plaats van als zwakke wezens naar Zijn eeuwige liefde en ontferming te verwijzen. En zoals we Hem in het tijdelijke winst- en rentegevend maakten, zo is Hij ook voor ons gevoel tot op dit tijdstip gebleven.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De eenvoudige man zegt: kijk, jouw vrees komt voort uit een fundamenteel verkeerde aardse voorstelling van de Heer, terwijl de Heer niet in het minst met jouw voorstelling overeenkomt. Jouw voorstelling was er dan ook de oorzaak van dat je nooit echte liefde voor de Heer kon voelen. Omdat er tenslotte toch aan alle dwalingen een eind moet komen, kijk daarom hierheen! - Kijk eerst naar Mijn voeten, waaraan de littekens van de spijkers nog te zien zijn; kijk dan naar Mijn handen en leg evenals Thomas jouw hand in Mijn doorboorde zij en je zult dan weldra inzien dat men zich zelfs achter liet dichtste struikgewas niet goed voor de Heer kan verbergen!
Hoofdstuk 96: Allen moeten voor de rechterstoel van Christus geopenbaard worden. Het zalige herkennen door de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk, de ons bekende praatgrage monnik gaat hem ook al tegemoet en vraagt hem met een verschrikt gezicht: luister broeder, hoe is het mogelijk dat je in deze huiveringwekkende tijd, waarin we gezamenlijk wachten op de onverbiddelijke Rechter, met zo'n opgetogen gezicht vanuit jouw goede schuilplaats naar ons toe kunt komen? Heeft jouw eenvoudige leidsman dat bij jou bewerkstelligd of heb je jezelf moed ingesproken? Vertel mij en ons allen waarom je zo vrolijk bent geworden. De Heer zij alle lof, eer en dank dat Hij jou deze vrolijkheid toestaat. Wij arme zondaars daarentegen staan hier des te meer angst en vrees uit. Als wij toch ook een beetje geholpen konden worden, dan zou dat werkelijk voor ons angstige gemoed van het grootste belang zijn.
Hoofdstuk 97: De bekentenis van een prediker Huiswaarts - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  796 - 797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821  ...