Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 809 van 1110

...  797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822  ...
[3] Hebben we het binnenwerk goed bekeken, dan kunnen we de uiterlijke vorm in ogenschouw nemen. Wat zien we daar? Een vlakke wijzerplaat met daarop een paar heel eenvoudige wijzers. Wat doen deze wijzers op die eenvoudige wijzerplaat? Zoals jullie weten, geven ze de uren van de dag en de nacht aan en meten zodoende de tijd. De tijd die door deze wijzers wordt gemeten is toch zeker iets alomvattends en is ook iets allesdoordringends en is ook het centrum van alles, waarheen jullie ook maar willen kijken. Niemand kan zeggen: ik ben aan het einde van de tijd, of: de tijd heeft met mij niets van doen, of: de tijd omgeeft mij niet. Want zo vaak iemand iets doet, doet hij dat midden in de tijd. Waarom dan? Omdat hij door de tijd altijd doordrongen en overal in gelijke mate omgeven wordt. Dat laat ons ook het uurwerk zien. In het centrum van de wijzerplaat zijn de wijzers aangebracht en zij beschrijven met hun uiteinden nauwkeurig een cirkel. Daar ze zich echter vanuit het centrum tot aan de omschreven buitenste cirkel ononderbroken als tastbare materie uitstrekken, beschrijven ze vanuit het centrum een talloze hoeveelheid steeds groter wordende cirkels. Daarom is het ook duidelijk en begrijpelijk dat deze cirkelgang uitgaat van het centrum van het stiftje waaraan de wijzers bevestigd zijn en bijgevolg de hele wijzerplaat beslaat, en tenslotte door de tijd die ze meet als het ware omvat wordt in een eindeloos grote cirkel.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu gaan we weer terug naar onze zon. Beschouw dit grote, gouden uurwerk als meter van voor jullie ondenkbaar lange tijden. We hebben het veelsoortige mechanisme van dit reusachtige uurwerk gezien. We zagen dat ook hier Mijn liefde de almachtige, levende drijfveer is, die tussen de twee grote platen, die eeuwigheid en oneindigheid heten, dit grote werk in beweging zet. We hebben de talloze tandwieltjes gezien en alle pinnetjes en zuiltjes. We kennen nu het mechanische werk. Uit de veelsoortigheid van zijn delen is de uiteindelijke hoofdbestemming even moeilijk op te maken, als wanneer iemand zonder de wijzerplaat te raadplegen de in uren verdeelde tijd nauwkeurig zou willen bepalen alleen door te kijken naar de verschillende bewegingen van het raderwerk. Dat is waar en er is niets tegenin te brengen, zal menigeen zeggen, maar de vraag is: hoe komen we dan bij dit grote mechanisme op de centrale spil die zich uit het materiƫle verheft en uitstijgt boven de grote wijzerplaat van de uiteindelijke enige grote bestemming? Ik zeg jullie: maak je daarover niet bezorgd, want niets is makkelijker dan juist dit, als men een werk maar eerst zo grondig heeft onderzocht dat men alle onderdelen ervan door en door kent. Daar we het uurwerk nu eenmaal als een goed voorbeeld hebben gekozen, zullen we ons ook aan de hand van dit voorbeeld naar de grote oppervlakte verheffen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen en zeggen: ja, het is wel goed de fakkel met het liefdesvonkje aan te steken, maar waar halen we dit vandaan? Ik kan jullie daarop werkelijk niets anders zeggen dan dat we het juist daar halen, waar het eigenlijk te halen is. Het zou toch belachelijk zijn als we met de hele, zeer vurige zon niet in staat zouden zijn om de pit van de fakkel aan te steken?! Want onder het liefdesvonkje versta ik nu juist de zon, die we nu in heel haar lengte, dikte en breedte in onze handen houden. En als jullie in staat zijn met behulp van een vergrootglas ter grootte van een daalder een stuk zwam met de zonnestralen aan te steken, terwijl deze zon in natuurlijk opzicht toch meer dan zo'n 22 miljoen mijl ver weg staat, dan zal de nu heel dichtbijstaande zon zeker ook in staat zijn de pit van onze fakkel aan te steken.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Jullie zetten alweer grote en verbaasde ogen op en zeggen: wat?! Is dat alles waarvoor het inwendige kunstwerk is gemaakt? Niets anders dan een witgelakte ronde plaat met twaalf cijfers en een paar spitse wijzers, die met een onmerkbare beweging voortdurend op dezelfde manier langs de twaalf cijfers gaan. Nee, dan hadden we ons iets heel anders voorgesteld! Ik zeg: misschien een kunstig marionettentheater of misschien een of ander fantastisch kinderspel?
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] O lieve mensen, dan zijn jullie voorstellingen van heel de geestelijke wereld nog zeer pover. Hebben jullie uit de gegeven voorbeelden dan niet begrepen, dat al het uiterlijke in al zijn verdeeldheid zich tenslotte in de eenwording moet uiten? Jullie hebben dit gezien bij het voorbeeld van de boom, bij het polijsten van een edelmetalen staafje, bij het vervaardigen van glas, bij het bouwen van een huis en tenslotte overtuigend bij het bekijken van een uurwerk.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Kijk, in deze kleine, eentonige ruimte hebben jullie genoten van een wereldpanorama, zoals menig grote wereldreiziger in werkelijkheid niet heeft gezien. Jullie ogen hebben afstanden van honderd mijlen en nog meer overzien en dat allee in een ruimte van enkele vierkante meters.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Zoals jullie zien bevinden we ons nog steeds op onze eenvoudige, geestelijke zon, zien nog steeds niets anders dan zalige geesten in volmaakte menselijke gestalte door elkaar, met elkaar en boven elkaar wandelen en op de grond onze boompjes, edele struiken en het mooie gras. Maar kijk, daar komt zojuist een mannelijke geest naar ons toe. Mij ziet hij niet; spreken jullie hem daarom aan opdat hij voor jullie zal blijven staan. Als hij blijft staan, ga dan dichter naar hem toe zodat jullie zijn sfeer bereiken, dan zullen jullie meteen de geestelijke zon in een ander kleed zien.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Maar Ik zei jullie toch dat de geestelijke zon op zichzelf genomen volkomen lijkt op de wijzerplaat van een uurwerk, waarop het hele doel van het kunstig mechanisme tot uitdrukking komt. Jullie zeggen ietwat verbouwereerd: is dat alles van de geestelijke zon? Het is wel heel wonderbaarlijk, verheven en mooi, ook buitengewoon levendig, maar daarbij toch zeer eenvoudig. Op de eigenlijke zon hebben we zo'n onnoemlijke verscheidenheid in grootte, ja, zoveel wonderbaarlijks gezien, maar hier komt het ons voor alsof deze hele eindeloos lijkende vlakte een evenzo grote weg is voor geesten, waarop trouwens geen stof valt te ontdekken. Maar eerlijk gezegd, wat de eenvormigheid en de in zekere zin eeuwig lijkende monotonie van deze buitengewoon lichte wereld betreft, hadden we toch ten gevolge van de geweldige fenomenen die we eerder op de natuurlijke zon hebben gezien, iets heel bijzonders verwacht.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Jullie hebben immers het uurwerk als voorbeeld. Als jullie in het in elkaar grijpende raderwerk zouden rondwandelen, wat zouden jullie dan denken van de effecten die dit verbazingwekkende mechanisme teweegbrengt, als je nog nooit een wijzerplaat van een uurwerk zou hebben gezien? Zouden jullie, als je het raderwerk bekijkt, dan niet zeggen: als het middel er al zo wonderbaarlijk uitziet, van welk een onbeschrijfelijke, wonderbaarlijke aard moet het doel dan wel zijn! Jullie zullen tegen de bouwmeester van het uurwerk zeggen: heer, onnoemlijk kunstig en buitengewoon goedberekend is dit raderwerk. Hoe groot en buitengewoon kunstig moet dan wel het doel van dit wonderbaarlijke mechanisme zijn? Laat ons daarom toch ook eens daar gaan kijken, waar het zeker grote doel van dit wonderbaarlijke mechanisme tot uitdrukking komt. Dan verlaat de klokkenmaker het binnenwerk en toont jullie nu de buitenkant - de wijzerplaat!
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Jullie bedenking is in dit opzicht weliswaar juist, maar om jullie uit te leggen hoe deze eenvoud van de door jullie geziene geestelijke zon samenhangt met de door jullie reeds meerdere malen vernomen prachtige heerlijkheden van de hemel, daarvoor is de tijd nog niet rijp omdat we eerst de basis moeten leren kennen. Als jullie tot nu toe slechts eendagsvliegjes hebben gezien, dan doet dat niets af aan de hoofdzaak, want het resultaat zal wel aantonen hoe het zit met de eenvoud van deze geestelijke zon die we nu hebben gezien. Houd dit in het oog en overdenk het bij jezelf. In het volgende hoofdstuk zullen we deze eenvoud met heel andere ogen bezien, daarom nu genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 4: De natuurlijke en de geestelijke zon, verschil van hun verschijningsvorm - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Wanneer jullie ooit een tijdlang op een hoge berg zouden verblijven en dat op een volkomen heldere en zonnige dag, wat zouden jullie dan wel opmerken? Sommigen van jullie zouden wel een tijdlang heel verrukt zijn, want het grootse, romantische natuurtafereel zou door zijn veelvoudig afwisselende vormen voldoende stof bieden voor een verheffende beschouwing. Een ander zou daarbij echter heel anders denken en zou vanuit zijn gedachtegang zeggen: wel, is dit dan zoiets buitengewoons? Men ziet wijd en zijd, en wat dan wel? Niets anders dan de ene berg na de andere; de een is hoger, de ander wat lager. Hier en daar zijn de hoogste toppen met sneeuw bedekt. Op enkele andere plaatsen steken weer enkele plompe rotstoppen omhoog en de bergen, die het verst af liggen, zien er dan ook het meest acceptabel uit, terwijl de dichterbij liggende niets anders dan sporen van aanhoudende verwoesting laten zien. Dat is de eeuwig durende eentonigheid van dit beroemde vergezicht in de bergen. Er bevindt zich nog een derde in het gezelschap op de hoge bergtop. Deze, zoals jullie gewoonlijk zeggen, een held op sokken, betreurt al bijna huilend dat hij zich zoveel moeite getroost heeft om de berg te beklimmen. Ten eerste, zegt hij, ziet hij hier niets anders dan op een gezonde vlakke grond in het laagland, ten tweede heeft hij het hier bovendien na al zijn moeite koud en ten derde zou hij van honger in de stenen wil- bijten. Als hij dan ook nog bedenkt dat hij de huiveringwekkende weg terug zal moeten gaan, raakt hij geheel buiten zinnen!
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Wel, jullie zijn al in zijn sfeer en staan stomverbaasd. Wat zien jullie dan eigenlijk? Jullie kunnen van pure verbazing bijna geen woord uitbrengen! Dat is ook niet nodig, want in dit geval hoeft er met Mij niet veel gepraat te worden omdat Ik hetzelfde zie wat jullie zien en bovendien ook nog oneindig volmaakter.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Treed nu maar weer uit de sfeer van onze mannelijke geest. Kijk, nu is alles weer verdwenen; we bevinden ons weer op onze eenvoudige zon. Nu zeggen jullie: ja, wat was dat dan? Hoe is zoiets mogelijk? Draagt zo'n geest dat dan allemaal in zo'n nauwe cirkel; een eindeloze wereld vol wonderbaarlijke heerlijkheden; in zo'n nauwe cirkel een zo uitgestrekt veelvuldig leven? Is dat werkelijkheid of is het slechts een lege verschijningsvorm?
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Lieve vrienden, daarover zeg Ik jullie nu nog helemaal niets, want eerst willen we nog van verscheidene raampjes van ons geestelijk diorama profiteren en ons dan pas met de innerlijke beschouwing daarvan bezighouden. Dit is nog maar een zwak begin van hetgeen zich nog allemaal voor onze ogen zal afspelen.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Hier hebben we dus drie bergbeklimmers. Waarom vindt de eerste zoveel verheffends voor zijn gemoed, de tweede niets anders dan abstracte, plompe vormen en waarom ergert de derde zich zelfs, omdat hij zoveel moeite heeft gedaan voor niets. De reden daarvan is voor ieder van hen niet ver te zoeken, want die ligt in henzelf. Hoezo dan wel? De eerste heeft een meer levendige en gewekte geest; het zijn niet de vormen en de toppen van de hoge bergen die hem zalig stemmen, maar deze stemming is een weergave van het hogere leven in overeenstemmende vorm over zulke hoge bergen. Want bij andere gelegenheden hebben we reeds voldoende vernomen, welk leven het is waarvan de bergen getuigen. En juist van dit leven hangt toch het gelukzalig gevoel af van de bezoeker, die met zijn meer gewekte en levende geest deze bergen betreedt. De geest van de ander bevindt zich nog in diepe slaap. Daarom merkt hij ook niets anders op dan wat zijn lichamelijke ogen zien en zijn aardse, droge verstand derhalve vaststelt. Als je hem ervoor betaalt en hem passende mathematische meetapparatuur in handen geeft, dan zal hij alle bergtoppen voor je beklimmen en als geoloog met groot genoegen hun hoogte opmeten. Zonder deze stimulans zal het jullie echter nauwelijks gelukken hem weer op een bergtop te krijgen. Wat de geest van de derde betreft, laten we daar maar over zwijgen, want bij hem leeft alleen de dierlijke mens, die al zijn zaligheid in zijn buik vindt. Willen jullie hem ooit weer op een berg zien te krijgen, dan moeten jullie er eerst voor zorgen dat hij zonder enige moeite boven komt en ten tweede, dat hij boven iets goeds te eten en te drinken krijgt. Op die manier zal ook hij nog eens een berg beklimmen; al is het dan niet met eigen voeten, dan toch met die van een goed afgericht lastdier. Dan zal hij zeggen: bij zo'n gelegenheid ben ik wel van de partij, want vanwege haar zuiverheid is de berglucht toch veel gunstiger voor de spijsvertering dan de benauwde lucht in de dalen.
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  797 - 798 - 799 - 800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822  ...