Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 82 van 278

...  70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95  ...
[3] Laten we aannemen dat er zich hier voor ons ongeveer een paar honderd buitengewoon sterke strijders bevinden, honderd aan de ene en honderd aan de andere kant. Zodra ze op elkaar afstormen, hef Ik ze met Mijn innerlijke macht omhoog de lucht in en laat hen door een heftige wind naar alle kanten en richtingen verspreiden. Vraag: Hoe zullen zij nu zonder enig vast steunpunt hun strijd beginnen en voltrekken? Zal iemand zich zelfs met de krachtigste voeten in de lucht ook maar een stap verder kunnen bewegen of een echt geweldige slag met zijn hand kunnen geven en daarbij recht overeind blijven?
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zeg: "Een leer is beter dan een teken; want tekenen zijn dwingend, maar een leer leidt en wekt de te verwerven kracht in de mens op, en datgene wat de mens zichzelf door zijn eigen activiteit heeft verworven, is pas echt zijn waarste en totale eigendom. Maar bij mensen zoals jullie, die allang het stadium voorbij zijn van geloofsdwang en de beperkingen die daaraan kleven, hebben zelfs de geweldigste tekenen geen dwingende kracht meer, omdat ze voor waarnemers zoals jullie niet eerder dwingende kracht krijgen dan tot ze door jullie levenstheorie met betrekking tot het 'hoe' als overtuigend en duidelijk zijn opgenomen. En daarom kan Ik voor jou ook wel zonder dat dit het gemoed van jou en je buren schaadt een proefje daarvan geven.
Hoofdstuk 216: De wonderbaarlijke kracht van het woord. Onderwijzen is beter dan wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zegt: 'O, dat is de volmaaktste waarheid en het is me ook zonder enige verdere uitleg helemaal duidelijk! Laten we aannemen dat ik of iemand anders een nieuw woonhuis wilde bouwen. Hij raadpleegt daarvoor een bouwkundige, die hem in woord en beeld moet uitleggen hoe hij als aannemer zijn huis moet bouwen. Daarna volgt de aannemer echter niet de raad van de verstandige bouwmeester op, maar omdat hem dat allemaal te moeizaam en te tijdrovend lijkt, voegt hij liever zelf stenen en balken zonder enige verbinding samen, trekt dan in zijn nieuwe woning en woont er een korte tijd heel behaaglijk, zonder gevaar te vermoeden. Dan komt er 's nachts echter een grote storm die tegen de wankele muren van het huis beukt, en deze storten al spoedig in en doden de eigenaar die tevens de bouwmeester is. - Wat heeft deze er nu bij gewonnen dat hij de raad van de verstandige bouwmeester niet wilde opvolgen?!
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Want ook al wordt er zeker naar Jeruzalem bericht dat degenen die er op uitgestuurd zijn om Mij op te sporen ergens aan zee verongelukt zullen zijn, omdat men ondanks al het zoeken niets meer van hen kan vinden dan zal in de tempel slechts door de speciaal daarvoor aangestelde tempeldienaren, zowel mannen als vrouwen, drie uur lang ceremonieel geweeklaagd worden en daarna denkt niemand in de tempel meer aan de verongelukten, maar men zal echter weer anderen voor hetzelfde doel uitsturen, hen uitrusten met volmachten, geld en de nodige wapens en hen wegzenden met allerlei strenge opdrachten; dezen trekken er dan op uit en keren meestal onverrichter zake weer naar huis terug, of vaak ook helemaal niet, zoals zij die ons gisteren bezochten. -Nu weet je precies hoe de zaken er voor staan, en kun je zonder schroom behouden wat Ik je geef en wat Ik voor je bescherm en veilig stel"
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar heeft een ziel door een gebrekkige opvoeding, of in het slechtere geval, door gebrek aan enige goede wil, terwijl zij heel goed op de hoogte was van de bestaande wetten, het lichaam moeten verlaten zonder zich in het lichamelijke leven en de omstandigheden daarvan ook maar enigszins naar het ware en betere gericht te hebben, wel, dan zal het toch voor ieder die enigszins helder denkt gemakkelijk te begrijpen zijn dat zo'n totaal verkommerde, beklagenswaardige ziel aan gene zijde alleen maar in een zodanige, zeker niet benijdenswaardige situatie geplaatst moet worden dat zij daarin overeenkomstig de hoogste liefde en wijsheid van God eerst gereinigd en genezen kan worden van haar dierlijke ruwheid, en zich allengs tot een hoger levensniveau kan verheffen, van waaruit ze dan steeds gemakkelijker naar een nog hoger niveau overgaat"
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Je hoeft maar één manslengte van de vaste grond vandaan te zijn in de vrije lucht, en ogenblikkelijk ben je alle macht en alle kracht kwijt! Het kleinste zuchtje wind dat nauwelijks een blaadje aan een boom kan bewegen, draagt je zonder enig mogelijke weerstand weg en dat in een meestal zeer ongemakkelijke positie. Nee, alles vind ik goed, zoals gezegd, maar niet meer zo'n experiment! Maar de woorden uit Uw mond, Heer, zijn nu als schitterende waarheid bevestigd, dat namelijk de grootste kracht zonder een vast steunpunt, dat ik als een noodzakelijke tegenkracht beschouw, zo goed als geen kracht is. Dat is nu mijn levendigste en waarste overtuiging.
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zoals jullie nu ervaren hebben, is de allersterkste reus tot niets in staat zonder een vast steunpunt, dat we een tegenkracht of een tegenpool zullen noemen, dat zien jullie nu zeer goed in. Diezelfde toestand strekt zich tot in het eindeloos grote, tot aan het allerhoogste Godswezen uit!
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Is de denker eenmaal zover dat hij een geheel en al concrete duidelijke voorstelling heeft, dan behaagt hem deze en omvat en doordringt hij haar meteen met het levensvuur van zijn liefde. De liefde wekt de wil en de daadkracht van de denker op en dan wordt de innerlijke voorstelling zonder meer tot materiële verwezenlijking gebracht.
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Allen dankten Mij uit heel hun hart voor deze leer, stonden op en gingen met Mij naar de buren. Toen de drie nieuwe leerlingen alles in ogenschouw hadden genomen wat er gebeurd was, waren ze buiten zichzelf van verbazing en lichtten hun buren in over Mij en over het hoge en heilige doel van Mijn komst, en de buren geloofden nu zonder enige tegenwerping hun woorden en verheugden zich er ten zeerste over.
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nu werd het drietal weer wakker, ze stonden van de grond op en zagen Mij, Mozes en Elia zonder lichtende glans, wat heel aangenaam voor hen was, omdat ze door het te sterke licht van voorheen zeer sterk verblind werden. Ze vertelden hoe ze in hun droom met vele profeten uit vroegere tijden gesproken hadden over alle toestanden van het leven aan gene zijde, precies alsof ze op aarde waren en handelden; ze waren over veel geheime zaken voorgelicht.
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zei: 'Wat de opstandig van het lichaam en de Jongste Dag betekent, heb Ik al in Caesarea Philippi en daar beneden in het dorp meer dan volledig duidelijk gemaakt. Heb je Mijn woorden dan niet onthouden? Waarom moet Ik je een en hetzelfde steeds herhalen? Je weet er wel iets van, maar zonder samenhang, en dat komt door je nog zeer sterke Jodendom, waardoor je ondanks Mijn talrijke verklaringen in je oude, wonderlijke fantasie nog altijd alles letterlijk opvat!
Hoofdstuk 237: Incarnaties van Johannes de Doper (Ev. Matth. 17,10-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Hieruit zien jullie dat zelfs God, als Hij niet uit Zichzelf de voor jullie begrippen eindeloos grote tegenpool tegenover Zich geplaatst zou hebben, geen schepping als materieel bestaand uit Zichzelf had kunnen laten voortkomen en kunnen plaatsen, omdat de grote tegenpool nu juist de schepping zelf is. Deze kan dus niet anders dan gericht en zo goed als dood en bestendig zijn, wil zij beantwoorden aan het door de Schepper gestelde doel. En omdat ze is, wat en hoe ze is, is zij ook goed tegenover God. Slecht, wat betreft haar uitwerking, is ze alleen tegenover de mensen, omdat deze wat hun ziel en gedeeltelijk zelfs wat hun vlees betreft, de bestemming hebben om zich als uit de dood opgewekte wezens voor eeuwig door de zuivere positieve geest van God te verenigen met God, zonder daardoor ooit meer hun absolute vrijheid en zelfstandigheid te verliezen.
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zij die vóór ons waren, hebben van deze leer zeker niets geweten en leefden naar hun materialistische neigingen. Wat kan hun lot aan gene zijde anders zijn dan treurig gevangengenomen te worden door Uw tegenpool? Wie zal en wie kan hen daaruit verlossen en wanneer? Hoe klein is bijvoorbeeld over het geheel genomen het aantal van de mensen die, omdat ze oorspronkelijk al meer geestelijker waren, zich ook gemakkelijker naar het puur geestelijke gericht hebben en daarom na het treurige afleggen van dit materiële lichaam heel gemakkelijk en zonder moeilijkheden in Uw hoofdpool zijn overgegaan? Als ik hen volgens de boeken waarin de vrome en puur geestelijk grote mensen staan opgetekend, allemaal bij elkaar optel, kom ik misschien amper uit op honderdduizend! Maar wat is dat vergeleken bij het enorme aantal van degenen die allen voor ondenkbaar lange tijden door de tegenpool zijn verslonden? Dan vraag ik toch ieder enigszins weldenkend en redelijk mens, of het voor de ongelukkigen niet beter zou zijn geweest nooit geboren te zijn?
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Natuurlijk gaat het proces van een volledige ommekeer nogal langzaam; maar dat geeft verder niets, omdat het toch nooit zo kan zijn dat een ziel totaal verloren gaat. En zou ze al door een te grote verstoktheid volledig door de volle tegenpool verslonden worden -wat natuurlijk wel heel erg zou zijn -, zal ze het zich na een lange tijdcyclus weer moeten laten welgevallen om nogmaals een lichamelijke levensproef door te maken, ofwel op deze aarde of ook wel op een andere, waarvan er in de eindeloze ruimte talloze zijn, zonder te weten of ook maar te vermoeden dat ze reeds een keer een lichamelijke levensproef heeft doorgemaakt. Zij zou er ook niets aan hebben om dit te weten, omdat ze daardoor noodzakelijkerwijs meteen weer in haar oude euvel van zinnelijkheid zou vervallen en daardoor een tweede levensproef puur tevergeefs en zinloos zou zijn. Om jullie dat gemakkelijker te laten inzien geef Ik je een voorbeeld.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Nu heb Ik jullie alles duidelijk uitgelegd zonder Me daarbij van beeldspraak bediend te hebben, zoals de oude wijzen gedaan hebben. Maar Ik heb dat nu ook alleen maar voor jullie gedaan, omdat jullie daarvoor het hiervoor noodzakelijke begripsvermogen bezitten; aan de overige wereldse mensheid hoeven jullie dat echter niet door te geven, jullie moeten hun alleen maar zeggen dat ze in Mijn naam moeten geloven en zich aan Gods geboden moeten houden, welke waarachtige geboden der liefde zijn. Al het andere zal dan toch wel geopenbaard worden aan de bekeerde mens door zijn eigen gewekte geest die uit God is, voorzover zijn ziel daar behoefte aan heeft. Kinderen mogen alleen met melk gevoed worden; als ze eenmaal mannelijk en sterk zijn, zullen ze ook vastere kost kunnen verdragen.
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95  ...