Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 82 van 1112

...  70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95  ...
[4] Als hij zichtbaar zou zijn, dan zouden sommige moedigen de strijd met hem aangaan, -maar dan zouden er nog meer het onderspit delven dan nu hij onzichtbaar is; want hij kan zijn gestalte transformeren van de schoonheid van een lichtende engel tot de gruwelijkste vorm van een vuurspuwende draak. Wie zou het wagen hem in die vorm te bestrijden?! Want hij zou door zijn schoonheid of door zijn alles verstarrende afschuwelijkheid overwinnaar over duizendmaal duizenden worden; maar omdat hij zich aan niemand kan en mag vertonen, en ieder mens zijn slechte influisteringen makkelijk herkent, omdat deze de ziel hardvochtig, onkuis, overspelig, zelfzuchtig, heersgierig, meinedig, gierig, onbarmhartig, onverschillig voor al het echte en goddelijke, gevoelloos tegenover armen en lijdenden en begerig naar het genot van de wereld maken, kan hij deze slechte pogingen van de satan altijd met open vizier bestrijden, omdat de satan alleen het denken van de ziel. maar nooit de wil van de ziel kan beïnvloeden.
Hoofdstuk 217: Gedachte en wil. In Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De vijf Farizeeën zeggen: 'Wij hebben ze aan de andere kant van de bocht in de herberg gebracht, omdat we niet konden weten of u er wel was. Want het was toch al erg moeilijk te weten te komen dat u zich in deze tijd meestal hier ophoudt, en het was helemaal niet zeker dat we u hier aan zouden treffen, maar we hebben het er toch op gewaagd. Anders zou men hier wel geweten hebben waar u zich dan zou bevinden, of wanneer u zo ongeveer terug zou komen. Vanwege die onzekerheid hebben we dan ook onze ergste zieken in de voornoemde herberg ondergebracht, opdat ze daar verzorgd zouden worden terwijl wij moeite deden ergens bij u te komen om u te vragen u te ontfermen over onze erge zieken! Daarom hebben we ook onze legerplaats op de berg boven de herberg gesitueerd, zodat we zo dicht mogelijk bij onze zieken zouden zijn die met moeite in de herberg zijn ondergebracht.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk, als een mens alles heeft wat hij behoeft, dan voelt hij zich heel behaaglijk; hij heeft nergens zorgen over, hij doet niets, geniet overal van en vraagt zich niet af of er een God is, of er een leven is na de dood van zijn lichaam, of de mens niet meer is dan een dier of dat het dier meer is dan de mens. Bergen en dalen maken geen verschil voor hem, winter en zomer doen hem niets; want in de zomer heeft hij schaduw en verkoelende baden en in de winter heeft hij een goede verwarming en warme kleren.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als zulke mensen dan goed gaan gisten, hebben ze behoefte aan vrienden die hen weer tot rust zouden kunnen brengen; ga dan naar hen toe en predik hen het evangelie, en ze zullen naar je luisteren, en nooit hun trotse en woedend om zich heen slaande staart tegen je opheffen!
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Nee, vriend Ahab, werkelijk, je hebt de spijker nu precies op de kop geslagen; het is zo! Wat de mens zich met zijn eigen hem geschonken krachten niet zelfstandig verschaft, dat kan en mag God hem ook niet geven zonder hem daardoor te oordelen!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Want het leven bestaat uit doen, en niet uit het ongebruikt laten van de krachten waarvan het leven afhankelijk is, en het leven moet zelfs ?oor de aanhoudende werkzaamheid van de gezamenlijke krachten eeuwig In stand gehouden worden; want in het 'zich ter ruste leggen' bevindt zich geen blijvend leven.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dat bepaalde gevoel van welbehagen dat de rust jullie geeft, is niets anders dan een gedeeltelijke dood van de voor het leven nodige krachten; wie het steeds prettiger vindt om zich over te geven aan het rustende nietsdoen, vooral aan het geestelijke nietsdoen, die omarmt daardoor steeds meer de werkelijke dood, waar geen God hem zo makkelijk uit kan bevrijden!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dit zalige gevoel van tevredenheid en het duidelijke besef steeds volgens Gods orde te hebben gehandeld, is de bewuste echte rust in God, en alleen die is volleven omdat die daarna veel energie en actie veroorzaakt. Iedere andere rust die bestaat uit het stoppen van de levenskrachten, is echter zoals reeds gezegd, in zoverre een echte dood, als de mate waarin de verschillende levenskrachten zich onttrokken hebben aan het werk en daarmee niet meer verder gaan. - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Zoals het lichaam echter door te veel slaap steeds meer afsterft, net zo en nog veel sterker uit zich dat bij de ziel, als ze steeds meer nalaat om volgens Mijn woord en wil bezig te zijn.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als het nietsdoen zich echter eenmaal in een ziel genesteld heeft, dan nestelt zich daar ook de zonde; want het nietsdoen is niets anders dan eigenliefde, die iedere bezigheid voor iemand anders des te meer ontvlucht, omdat ze in wezen niets anders wil dan dat alle anderen ten behoeve en ten nutte van haar zullen werken!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Als iemand te voet een lange weg heeft afgelegd en tenslotte een herberg bereikt, dan zal hij als hij niet direkt naar bed gaat maar zich matig beweegt en de volgende morgen al voor het opgaan van de zon op is, de gehele dag geen moeheid merken, en hoe langer hij zijn reis op die manier voortzet, des te minder daardoor vermoeid raken.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als iemand zich in de een of andere kunst, waarvoor een grote mate van hand en vingervlugheid vereist is, een grote verbazingwekkende perfectie wil bereiken, dan vraag Ik je: Zal hij die ooit bereiken, als hij in plaats van iedere dag voortdurend vlijtig te oefenen, zijn handen en vingers in zijn zakken steekt en dag na dag niets doend rondloopt, omdat hij angst heeft dat hij door het vermoeien van zijn vingers en handen, deze te stijf en te onhandelbaar zou maken voor het nagestreefde kunstenaarschap?
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het hart van de ziel heet echter 'liefde', en het kloppen van dit hart uit zich in de echte en complete werken der liefde.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Het voortdurend uit liefde handelen is derhalve de nooit moe wordende polsslag van het hart der ziel. Hoe vlijtiger dat zielehart slaat, hoe meer leven er in de ziel komt, en als zich daardoor een voldoende hoge levensenergie in de zielontwikkeld heeft, zodanig, dat deze de goddelijke, allerhoogste levensenergie evenaart, dan wekt zij het leven van de goddelijke geest in zich op.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Ook veroorzaken nood en tegenspoed in de mens opeenvolgende gistingsprocessen, waaruit zich op den duur toch iets geestelijks ontwikkelen kan.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95  ...