Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 812 van 1088

...  800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825  ...
[2] De boden trokken door alle stegen en straten en riepen tegen alle mensen: 'Jullie is nog een korte tijd gegund; bekeer je tot God de Heer, en trek vol vertrouwen met ons op naar de hoogte van Noach, en jullie zullen allemaal gered worden, met hoevelen jullie ook zijn!
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] En heel bedroefd verlieten de boden de stad en begaven zich met de verzamelde dieren naar de hoogte.
Hoofdstuk 346: De engelen trekken met de verzamelde dieren door Hanoch. De vruchteloze laatste waarschuwing aan de Hanochieten en hun koning. De terugkeer van de hemelboden op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De engelen zeiden echter tegen Noach: 'Maak de deur van de ark open opdat wij de dieren naar binnen brengen in de voor hen bestemde hokken; hun voer zullen wij in hun hokken leggen, en zij zullen daarvan dagelijks volgens hun innerlijke aandrang zoveel eten als voor hun instandhouding nodig zal zijn!
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En zolang de Heer het nog niet zal laten regenen, moet je de ark open laten en de dieren naar buiten en naar binnen laten gaan om zelf hun drinken en ook hun vers voedsel te zoeken; je moet echter de hokken markeren en de dieren niet anders indelen dan wij ze nu ingedeeld hebben!
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Laat nu ook het raam in het dak steeds open, opdat de vogels daardoor naar binnen kunnen komen! Wat hun voer betreft, daar zullen wij voor zorgen; alleen voor het water zul jij met de jouwen moeten zorgen!
Hoofdstuk 347: De boden komen met hun kudden bij Noach aan. De aanwijzingen van de engelen voor het onderbrengen van de dieren. De laatste termijn voor de opname van bescherming zoekende mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Toen hij die vond ging hij naar de derde verdieping en vond hier zijn broer Mahal die het er juist met zijn kinderen over had dat de engelen met geen woord over hem hadden gesproken, maar alles enkel aan Noach hadden opgedragen, en hij was vooral boos over het feit dat de engelen Noach wel nauwkeurige aanwijzingen hadden gegeven voor het onderhoud van de dieren, maar over de verzorging van hem en van zijn kinderen niet ook maar één woord lieten vallen!
Hoofdstuk 348: Mahals gemor en getwist tegen de engelen en God wegens zijn vermeende verwaarlozing. Agla's belerende en troostende woorden en haar plotselinge heengaan door de engel Waltar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Ik heb hem gezegend door de bouw, maar die zegen alleen zal vruchteloos zijn zonder de zegen van de Heer! Ga daarom naar de Heer, geef Hem de eer en vraag Hem deze ark te zegenen voor jouw veiligheid!'
Hoofdstuk 350: Noach draagt de kleine ark aan Mahal over. Mahals koppige eis aan de Heer. De drie kinderen van Mahal werden door het vuur van Gods toorn weggenomen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Toen Mahal hees was geworden van zijn lasteren, daalde een vuur uit de wolken naar de aarde voor Mahal, en uit het vuur sprak een stem:
Hoofdstuk 350: Noach draagt de kleine ark aan Mahal over. Mahals koppige eis aan de Heer. De drie kinderen van Mahal werden door het vuur van Gods toorn weggenomen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Noach liet naar Mahal zoeken; maar de Heer wilde niet dat deze ooit weer door Noach op aarde zou worden gevonden.
Hoofdstuk 351: Mahals vlucht naar een hoge rots en naar Adams grot. Mahals zelfgesprek. Het genadige woord van de Heer tot Mahal. Het aanbreken van de duisternis en Mahals ronddwalen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zolang ik bij U in de hemel van Noach was, had ik ook geen pijn, en ik kon rechtvaardig zijn voor Uw aangezicht, o Heer, op ieder tijdstip en ik kon U altijd loven, roemen en prijzen; maar omdat U mij naar de hel liet gaan, werd ik vervuld van innerlijke woede en pijn, en ik moest in een strijd tegen U geraken! Nu ben ik echter weer zonder pijn; daarom kan ik U nu ook weer roemen, loven en prijzen!
Hoofdstuk 351: Mahals vlucht naar een hoge rots en naar Adams grot. Mahals zelfgesprek. Het genadige woord van de Heer tot Mahal. Het aanbreken van de duisternis en Mahals ronddwalen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Laat mij daarom nooit meer naar de hel gaan waar niemand U roemen, loven en prijzen kan, want daar is alleen vuur, toorn, vervloeking en verdriet!
Hoofdstuk 351: Mahals vlucht naar een hoge rots en naar Adams grot. Mahals zelfgesprek. Het genadige woord van de Heer tot Mahal. Het aanbreken van de duisternis en Mahals ronddwalen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Toen de hemel geheel bedekt raakte en de wolken de nabij gelegen bergtoppen in een dichte nacht begonnen te hullen en de laagte ver onafzienbare verten dampte als een brandende stad, kwam de Heer naar Noach toe, vervuld van weemoed en verdriet, en zei tegen hem:
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, er zijn op aarde in ver van hier verwijderde gebieden nakomelingen van Kaïn! Voor hen was een indirecte openbaring genoeg, en tot op dit uur leven zij nog in Mijn orde; en de weinigen onder hen die meer of minder regelmatig door een daad hun geweten hebben belast, heffen nu in deze algemene nacht van het naderende gericht vertwijfeld hun handen naar Mij op en smeken Mij om erbarmen!
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Er klonken oproepen zo geweldig als de donder; maar niemand trok er zich iets van aan. Er braken branden uit in Hanoch en die joegen velen grote angst en schrik aan; maar toch wilde niemand de stad verlaten. Er braken onderaardse wateren uit die Hanochs pleinen en stegen manshoog onder water zetten; toen vluchtten de armeren wel op de nabijgelegen heuvels, - maar de rijken namen boten en schuiten en voeren juichend over pleinen en door stegen, en niemand begaf zich meer naar de hoogte.
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Toen brak het geduld van de Heer en Hij leidde Noach naar de ark.
Hoofdstuk 352: De troostende woorden van de Heer tegen Noach en Zijn diepe droefenis over de mensen. De laatste pogingen van de Heer om de mensen van de laagte te redden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825  ...