Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 812 van 1112

...  800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825  ...
[4] Lieve vrienden, jullie hebben gelijk. Juist voor deze redevoering heb ik jullie hierheen geleid. Jullie zeggen echter: aangezien dit hele rijk van de nacht slechts een eindeloos vlakke zandbodem lijkt te zijn en we hier nergens een verhoging hebben gevonden, zouden wij wel eens willen weten hoe het deze spreker mogelijk is om zich een flink stuk boven zijn toehoorders te plaatsen. Het is goed dat jullie dit vragen, want hier heeft het meest onbeduidende een grote betekenis. Deze spreker heeft van zand een heuveltje opgeworpen en aangestampt, maar zoals de samenstelling van zijn sprekerspodium is, zo zal ook zijn toespraak zijn. Zolang de spreker op zijn zandpodium rustig blijft, zal deze hem wel dragen. Als hij echter daarop wat meer houvast zoekt, zal de zandheuvel ineenzakken en zal hij vanaf zijn hoogte omlaag komen tot op dezelfde bodem waarop zijn toehoorders zich bevinden. Nu heeft hij een teken gegeven dat hij zal spreken; dus zullen we in het verborgene ook heel goed naar hem luisteren.
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk, hij begint; dus luister maar. Geachte vrienden en vriendinnen, ik heb van jullie allen persoonlijk vernomen hoe jullie op aarde allemaal en ieder afzonderlijk, de een op het ene, de ander op een ander gebied, als volkomen rechtschapen en eerlijke burgers hebben geleefd en gehandeld. (Instemming van alle kanten.) Als `goede christenen' waren jullie ook in juiste mate weldoeners voor de noodlijdende mensheid. Bij alle ongelukkige gebeurtenissen stonden jullie namen bij de hoogste giften met grote letters in alle kranten. Dat was ook niet meer dan billijk, want zelfs een blinde en dove moet inzien, dat er met betrekking tot een ondersteuning niets bestaat wat lof- en prijzenswaardiger is dan het bekendmaken van de namen van die mensen, die altijd liefdadigheid hebben beoefend. Ten eerste weet de arme mensheid door zo'n openbare bekendmaking, tot wie ze zich in tijden van nood moet wenden en ten tweede worden daardoor duidelijk toch nog anderen aangemoedigd om toe te treden tot de aangename menslievende kringen van de bekende grote weldoeners der mensheid. (Luide bijval van alle kanten.)
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] De goede wereldverlosser Christus heeft waarschijnlijk ook niet goed geweten hoe het hemelrijk waarover Hij preekte er uit ziet, want had Hij dat geweten, dan had Hij zich zeker niet aan het kruis laten slaan. Als Zijn geprezen God-Vader Hem na de kruisiging, evenals ons, heeft laten zitten, dan zal deze in wezen werkelijk eerbiedwaardige man heel verbaasd hebben staan kijken, toen Hij tenslotte het door Hem ingestelde heilige avondmaal veranderd zag in deze mooie mosvlakte. Om deze te zien moeten wij zeker niet minder moeite doen dan de parelvissers om de parels te zien op de boden van de zee. Dat dit allemaal werkelijk zo is, hoeft verder helemaal niet meer te worden bewezen. Maar nu, geëerde toehoorders, stel ik jullie een andere belangrijke vraag en deze luidt als volgt:
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De mensen verlaten zich op een God en beginnen in afwachting van Zijn hulp, te luieren! Maar de hulp komt niet, dus het natuurlijke gevolg is dat dergelijke mensen verarmen en al worden het niet allemaal slechte kerels, toch worden ze tenslotte de vlijtige en nijvere mensen tot last. Men roept alom en zegt: God is oneindig goed, hoogst liefdevol en buitengewoon barmhartig; maar Hij zou desondanks toch zeker iedere bedelaar laten verhongeren als deze niet door zijn werklustige medemensen zou worden verzorgd.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Luister, het komt steeds dichterbij en het eigenaardige lawaaierige geratel verandert steeds meer in natuurlijke rauwe menselijke stemmen. Maar nu blijven we staan, want de massa begeeft zich rechtstreeks hiernaartoe en zoals jullie zien, heeft ook onze elkaar zeer liefhebbende voorhoede pas op de plaats gemaakt.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk eens hoe hij bang hij is voor hetgeen er komen gaat en uit grote angst en vrees achteruitdeinst. Zij grijpt hem echter bij de arm en smeekt hem bij alles wat haar dierbaar is om slechts voor deze ene keer naar haar te luisteren en te blijven, omdat dit nu juist het geluk is dat zij hem voorspeld heeft en dat hij moet leren kennen om zich ervan te overtuigen in hoeverre zij gelijk of ongelijk had.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] En kijk nu, hij stelt zich daarmee tevreden en wacht op de dichterbij komende diep nadenkende groep. Zie, het tamelijk grote gezelschap is er bijna. Ons paar gaat hen beleefdheidshalve tegemoet. Ook wij moeten, al is het niet uit beleefdheid maar met een ander doel, hetzelfde doen.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Hier echter iets duidelijk aan het licht brengen betekent met andere woorden niets anders dan zichzelf en alle anderen voor gek verklaren. Ook is het waar dat de grote geleerden van de aarde hier heel veel tijd om na te denken zullen krijgen. Gelukkig zijn ze, als ze veel materiaal meebrengen, want met deze drie elementen: duisternis, zand en mos, zullen ze heel gauw klaar zijn. Microscopen en andere kijkinstrumenten kunnen ze gevoeglijk op aarde achterlaten, want ze mogen blij zijn als ze met het blote oog op de zanderige bodem een schraal mosveld ontdekken. En ook voor astronomen is hier belachelijk slecht gezorgd. Geleerden en zeer belezen bibliothecarissen zullen zich ook ontzettend vervelen, want op dat gebied zullen ze hier niets vinden. Ook voor grote artiesten en virtuozen is het hier slecht zakendoen, want ze zullen allemaal letterlijk niet in het gras, maar in het mos moeten bijten! Hier begrijp ik het gezegde: `in het gras bijten' ook pas volkomen en zie in dat het zeker van veel oudere oorsprong moet zijn dan menig auteur en geschiedschrijver had kunnen dromen. Dit spreekwoord moet afkomstig zijn van de oeroude Egyptische wijzen, die zeker wel iets afwisten van het heerlijke lot dat de stervelingen hier wacht.
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Kijk, zoals gezegd, moet jullie innerlijk je zoiets ook zeggen. Zodoende zijn jullie toch kennelijk zonder enig innerlijk begrip uit het aardse leven in dit geestelijke leven overgegaan en jullie wisten absoluut niet wat er voor het geestelijke leven nodig is, nog minder hoe het geaard is en waaruit het bestaat. Wat was derhalve vanzelfsprekender dan dat jullie in dit geestelijke leven niets anders konden aantreffen dan slechts datgene wat jullie van je stoffelijke leven naar hier hebben meegebracht, namelijk een hoogst beklagenswaardige, magere gestalte van jullie wezenlijke karakter en een volslagen duisternis over de begrippen van het geestelijke leven. Met andere woorden: jullie kwamen als het ware hier zoals een embryo bij de natuurlijke verwekking van de mens in het moederlichaam komt, waar ook alom volslagen duisternis heerst. Het embryo voedt zich in zekere zin slechts met het afval uit het bloed van de moeder, totdat het met zo'n toch wel uiterst magere en onsmakelijke kost de natuurlijke kracht bereikt waarmee het zich uit dit duistere ontstaansoord bevrijdt. Zo bevonden ook jullie je hier in zekere zin in een `moederlichaam' en hebben jullie je ook met de steeds gelijksoortige afval daarvan moeten voeden.
Hoofdstuk 32: Geboorte vanuit de duisternis. In een eerste graad van het levenslicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Jullie zeggen: inderdaad, als bij toverslag begrijpen we dit nu als een wonderbaarlijke overeenkomst. Maar als het gezelschap door deze kloof is gegaan, waar komt het dan terecht? - Wat gebeurt er met het kind vlak na de geboorte? Jullie zeggen: het wordt in zachte windsels gewikkeld en dan in een wieg gelegd; het bevindt zich dus nog steeds in zeer beperkte levensomstandigheden. Jullie hebben toch, toen we aan de andere kant vanaf de morgen deze wand naderden, de vele dalen links en rechts gezien? Kijk, dat zijn die windselen en dat is de wieg. In deze dalen worden deze mensen dus geplaatst. Het gaat er daar ongeveer toe zoals jullie het heel in het begin in enkele van zulke dalen links en rechts hebben leren kennen.
Hoofdstuk 32: Geboorte vanuit de duisternis. In een eerste graad van het levenslicht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Wanneer zo'n gezelschap uiteengaat, verheft zich eenieder voor zich boven de anderen en heeft overal wat op aan te merken. Zo wil iedereen zich dus boven de ander verheffen; maar niemand waagt het nog om hardop iets bepaalds uit te spreken, maar maakt slechts vage toespelingen. Alleen voor zichzelf weet hij alles als het ware vanuit het hoogste standpunt te beoordelen; dat is de betekenis is van het `zand boven zich omhoog gooien' of met andere woorden, zijn verstand boven dat van alle anderen verheffen. Ver van zo'n gezelschap verwijderd wordt alles met de scherpste ogen bekeken; het hele gezelschap wordt veroordeeld en alle gesprekken en al haar doen en laten voor niets dan zinloos geklets of loze opschepperij gehouden.
Hoofdstuk 33: Over geestelijke verschijningsvormen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Wie dit nog niet helemaal begrijpt, maak ik opmerkzaam op een natuurlijk verschijnsel in de materiële wereld. Wanneer hij zich bijvoorbeeld op zo'n tien uur gaans verwijderd van een aanzienlijk gebergte bevindt, dan overziet hij dat geheel, en het ligt als een bepaalde afbeelding voor hem. Nadert hij het gebergte dan tot op een uur gaans, dan zal het beeld als het ware in delen uiteenvallen en hij zal nu verscheidene voorgebergten en dalen ontdekken die van veraf slechts een geheel met de hoofdberg leken te vormen. Klimt hij nu echter de berg zelf op, dan vergaat het hem als iemand die door de bomen het bos niet meer ziet, want dan is er van de eerste aanblik geen spoor meer te bekennen. Ik denk dat, door dit voorbeeld enigszins aandachtig te beschouwen, de betekenis van de drie verschijningsvormen van ons gezelschap volkomen duidelijk voor ons zal worden. Maar nu vragen jullie en zeggen: dat is allemaal heel duidelijk maar hoe is het verder nog met dit gezelschap gesteld? Wat voor mentaliteit heeft het? We kunnen het niet opmaken uit het gedrag van deze wezens, want hun hele doen en laten en hun taal lijken meer op een pantomime dan op een of andere conversatie met verstaanbare woorden.
Hoofdstuk 33: Over geestelijke verschijningsvormen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Zoals jullie zien, komt er uit het midden van het gezelschap een knokige en uitgeteerde mannelijke gestalte, die zich naar ons paar begeeft. De vrouw ontvangt hem bijzonder liefdevol en welwillend. Ook de man van de vrouw maakt een diepe buiging voor deze mannelijke gestalte.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Zij zegt: mijn hooggewaardeerde en bovenal zeer geëerde vriend, ziet u, deze man hier aan mijn zijde is mijn teder geliefde aardse echtgenoot. Hij heeft zich op aarde bij al zijn handelwijzen buitengewoon rechtvaardig, goed en profijtelijk gedragen, zodat ik in alle ernst moet bekennen dat ons huwelijk heel gelukkig was. Want wat kan een vrouw zich voor een gelukkiger huwelijk wensen, dan wanneer ze een man heeft die aan alle verlangens van het vrouwelijk hart tegemoet komt? Wat dat betreft zou ik, op enkele onbeduidende kleinigheden na, niets aan te merken hebben.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] De gestalte zegt: o, als het anders niets is, zullen we dat hier in het rijk van de naakte waarheid wel vlug en makkelijk voor elkaar krijgen. Nu wendt de gestalte zich tot de man, reikt hem vriendelijk de hand en zegt: beste vriend, is datgene waarover uw beminnelijke echtgenote zich zojuist bij mij heeft beklaagd u werkelijk ernst?
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  800 - 801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825  ...