Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 813 van 1088

...  801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826  ...
[13] En toen Noach aldus in veiligheid was gebracht, hief de Heer Zijn almachtige hand op en gebood de wolken om de regen in machtige stromen op aarde neer te laten, en ook de machtige bronnen in de aarde dat zij hun wateren in de aarde op zouden stuwen naar de oppervlakte van de aarde. Toen braken de bronnen in de grote diepte door en openden de sluizen van de hemel zich.
Hoofdstuk 353: Noach en de zijnen gaan de ark in; de Heer geeft aanwijzingen en verklaringen. De Heer sluit de ark. Het begin van de ramp. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Er waren talloze machtig spuitende bronnen op de bodem van de aarde en zij dreven hun water tot aan de wolken, en uit de wolken viel de regen als watervallen van de hoge sneeuwbergen, waardoor het water op het oppervlak van de aarde zo snel steeg dat de mensen niet snel genoeg naar de bergen konden vluchten; en zij die nog de bergen opvluchtten, werden door machtige watermassa's die over de rotsen neerstortten weer terug gesleurd en verdronken.
Hoofdstuk 353: Noach en de zijnen gaan de ark in; de Heer geeft aanwijzingen en verklaringen. De Heer sluit de ark. Het begin van de ramp. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Slechts weinigen lukte het met de kracht der wanhoop de hoogte van Noach te bereiken. Toen zij onder voortdurend gebliksem deze machtige reddingsark zagen riepen zij om hulp en redding; maar de macht van de Heer dreef hen weg, en zij snelden naar de hoogste bergtoppen en klommen met bloedende handen naar boven. Maar bliksemschichten sleurden hen van de wanden en stortten hen naar beneden in de machtig stijgende vloed.
Hoofdstuk 353: Noach en de zijnen gaan de ark in; de Heer geeft aanwijzingen en verklaringen. De Heer sluit de ark. Het begin van de ramp. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Hierop voer een machtige bliksemstraal door de grot en doodde het drietal en de macht van de Heer dreef toen de vier geesten naar de hel.
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar de ontzettende regen dreef Mahal weer de grot in, waarin hij op en neer begon te lopen en menigmaal verbijsterd en half vertwijfeld naar buiten keek en zag hoe de geweldige waterstromen over de rotsen neerstortten. Ze sleepten het aardrijk met zich mee, ontwortelden de grootste bomen om ze vervolgens met vreselijk geweld in de diepte te slingeren. Ook hele rotsen braken ze los om ze dan met het lawaai van duizenden donderslagen in de ravijnen en kloven te rollen!
Hoofdstuk 354: Mahal in de grot als verbaasde getuige van de meest verschrikkelijke gebeurtenissen. Mahals angstige zelfgesprek. De aankomst van drie vluchtelingen in de grot. Mahal en de drie vluchtelingen Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit herkennen elkaar. De Heer verschijnt in de grot. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Zo heb Ik tot nu toe bijna tweeduizend jaar lang Mijn kinderen geroepen, onderwezen en gewaarschuwd; maar zij wilden zich Mijn liefdevolle, terechte waarschuwing niet laten welgevallen, maar legden hun oor en hart enkel aan de oude leugenmond van de Satan, en deze heeft hun de wegen naar het verderf gewezen. En zij wandelden zolang onvermoeid op deze wegen tot zij daarop buit maakten wat nu over hen en over deze hele aardstreek is gekomen!
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Uit toorn tegen Mij, hun Schepper, hebben ze roekeloos de aarde opengebroken, en Satan leidde hen regelrecht naar die punten van de aarde, waar haar aderen het meest aan de oppervlakte liggen. Daar verscheurden zij met hun bijtende stoffen en met hun korrels uit de hel de stevige huid van de aderen van de aarde, en de machtigste dampen en stromen begonnen door te breken, genoodzaakt door de zwaarte van de opperhuid van de aarde. En deze alles verwoestende en dodende vloed is nu de vrucht van hun ijveren voor de hel!'
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] En Mahal klemde zich aan de Heer vast, maar Deze leidde hem meteen de grot uit naar de ark.
Hoofdstuk 355: Mahal bekent deemoedig zijn zonden in het aangezicht van de Heer. De heilige Vader getuigt van Zijn liefde en barmhartigheid. Het gericht van de zondvloed, de eigen schepping van de dwaze mensen. Satan opgeroepen door de Heer. De hellevaart van Gurat, Fungar-Hellan en Drohuit. De Heer leidt Mahal naar de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Hoe en waarheen vloeiden de wateren van de zondvloed? - Hoofdzakelijk naar Midden-Azië waar nog heden het Aralmeer en de Kaspische Zee de meest gedenkwaardige overblijfselen zijn; want waar nu de Kaspische Zee is, daar stond eens het enorm grote en trotse Hanoch, en het zou vandaag de dag nog mogelijk zijn resten van deze stad te vinden, maar wel meer dan duizend vadem diep.
Hoofdstuk 357: De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Vanaf deze belangrijkste plaatsen vloeide het water rijkelijk naar Siberië alsook naar Europa, dat in die tijd nog niet bewoond was. Een deel brak door naar het zuiden naar het huidige Oost-Indië en het meeste naar Arabië; ook het noordelijke deel van Afrika tot aan de hooglanden werd ernstig geteisterd van waaraf dit land slechts onder kleine overstromingen te lijden had. Amerika werd slechts in het noorden vanuit Siberië enigszins getroffen; het zuiden bleef geheel vrij evenals de meeste eilanden van de grote zeeën.
Hoofdstuk 357: De engel Mahal als beschermgeest van de ark. Het stijgen van de vloed. Midden-Azië als het sterkst getroffen door de vloed. Het Aralmeer en de Kaspische Zee als overblijfselen van de zondvloed en als graf van de megastad Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarbij komt dat door het verdampen niets verloren gaat; want het verdampte water verzamelt zich weer in de wolken en valt altijd weer in eenzelfde hoeveelheid terug naar de aarde. Hetzelfde is ook het geval met het opgezogen water in de poriën van de aarde; het opgezogen water verzamelt zich in zekere reservoirs en komt dan deels door mist en deels door periodieke bronnen op het aardoppervlak.
Hoofdstuk 358: Nadere bijzonderheden over de grote vloed. Aanwijzingen om de desbetreffende bijbelteksten te begrijpen. De vloed was plaatselijk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Daarom teisterde de vloed alleen die gebieden op verderfelijke wijze waar de slechte mensheid woonde, en bedekte in het bijzonder Midden-Azië tot op een hoogte van vierduizend vadem boven de zeespiegel van waaruit zij dan wijd en zijd naar alle richtingen wegstroomde!
Hoofdstuk 358: Nadere bijzonderheden over de grote vloed. Aanwijzingen om de desbetreffende bijbelteksten te begrijpen. De vloed was plaatselijk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Men zou hier weliswaar tegenin kunnen brengen: 'Goed, als de vloed van Noach alleen maar een plaatselijk hoogwater over een uitgestrekt gebied was, hoe kon het dan op natuurlijke wijze zo'n huiveringwekkende hoogte bereiken zonder tevoren naar alle kanten in honderd mijlen brede stromen weg te vloeien?'
Hoofdstuk 359: Meer over de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En wanneer men zeker kan aannemen dat ten tweede in Azië bij de hevigste regen honderdduizenden geweldige springbronnen kwamen, waarvan de kleinste in een minuut tien miljoen kubieke voet water naar de oppervlakte van de aarde bracht, dan wordt het wel begrijpelijk hoe de vloed van Noach over Azië zo'n hoogte heeft kunnen bereiken ondanks de gelijktijdige machtige afvoer alom.
Hoofdstuk 359: Meer over de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Van daaruit kon hij immers wel met het vreselijkste geweld naar alle richtingen van de wereld stromen en dat diluviale patroon teweegbrengen dat de tegenwoordige tijd nog rijkelijk aantoont, dat echter niet verwisseld moet worden met wat van de periodieke afwisseling van zee en land afkomstig is. (3)
Hoofdstuk 359: Meer over de zondvloed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  801 - 802 - 803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826  ...