Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 815 van 1088

...  803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828  ...
[4] Toen kwam er weer een bode uit Salem naar Cham toe, die tegen hem zei: 'Waarom word je ijdel wegens Nimrod? Zie, niet met jou, maar met Sem en Japhet wil de Heer Zijn kinderen verwekken, en zij zullen uit de stam van Sem voortkomen en uit de dochters van Japhet! Daarom zullen de kinderen Gods van Sem zijn en voortkomen uit Japhet!'
Hoofdstuk 365: In het kort de geschiedenis van Noachs familie tot aan Abraham. Wenken over het voornaamste doel van dit werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Wij beginnen bij Noord-Europa, gaan dan gedeeltelijk naar Azië, vervolgens naar de zuidelijke delen van Europa en tenslotte naar Afrika.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Vanaf de Oeral liep - zoals reeds beschreven werd - een gebergte tot in het hoge Tibet, dat reeds in die tijd door een heleboel uiterst vruchtbare dalen doorsneden was. Door die dalen stroomden de uit de bergen komende rivieren en wel voor het grootste deel naar het noorden.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Opdat jullie de vorm en de hoedanigheid van de aarde eenvoudiger kunnen begrijpen en voorstellen, is het vooral noodzakelijk je de toenmalige voornaamste bergketens, van zowel Azië, Europa als Afrika in één beeld voor ogen te plaatsen; want van veel ketens die in die tijd hebben bestaan, is in de huidige tijd geen spoor meer aan te treffen. Ten dele zijn ze door het terugtrekken van de zee weggespoeld en uiteengereten, en de oude ruggen die hen onderling verbonden, liggen nu diep onder het steenpuin in de dalen begraven, en hier en daar moeten de tegenwoordige stromen en rivieren zich een weg banen door de nauwe bergpassen die zo zijn ontstaan. En wat de hooggebergten betreft, is hun vroegere vorm - op enkele na - ook door de inwerking van verschillende weersgesteldheden zodanig veranderd dat zij nu door een mens die slechts duizend jaar geleden heeft geleefd niet gemakkelijk meer herkend zouden worden als hij met zijn toenmalige bewustzijn naar een streek zou worden verplaatst die hij duizend jaar geleden als mens heeft bewoond. Je hoeft alleen maar de stenen en keien van een slechts enkele uren breed rivierdal een weinig in ogenschouw te nemen. Dan zie je de enorme hoeveelheid die zich daarin tot op een diepte van vierhonderd vadem bevindt en die door het water uit het gebied van het hooggebergte in zo'n dal is afgezet, te beginnen vanaf het ontstaan van een rivier tot aan zijn uitmonding in een of andere zee. Dan zul je eenvoudig kunnen begrijpen dat de bergen nauwelijks twee- tot drieduizend jaar geleden een heel andere vorm hadden dan nu.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Vanaf de bergen die nagenoeg midden door Zweden en Noorwegen lopen, strekte zich een grote bergketen in het uiterste Noorden uit tot aan het Oeralgebergte en verbond zich daarmee in steeds stijgende richting en had een breedte aan de voet tot honderd, ja zelfs tot tweehonderd Duitse mijlen. En deze bergketen verbond zich ook met de huidige gebergten van Denemarken en vandaar verder met de bergketen die tegenwoordig nog gedeeltelijk min of meer de westelijke laagvlakte van Europa van het bergachtige huidige Duitse Europa tot in Zwitserland scheidt, en zo waren dus de Zwitserse gebergten verbonden met de Oeral, die door Midden-Azië liep en met het hoge Tibet verbonden was. Dat was dus een ononderbroken krans van bergen waarvan de laagste delen nog altijd een hoogte van tussen vijf- en zesduizend voet boven zeeniveau hadden; alleen waren zij niet overal van dezelfde solide consistentie. Daarom werden ze bij het nog te beschrijven zakken van de binnenzeeën, die in die tijd niet in verbinding stonden met de grote zee, door de vloed doorbroken en naar verschillende richtingen weggespoeld.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Een met de derde binnenzee verbonden hoofddeel strekte zich uit via het huidige dal van de Drau tot in de streek van het landgoed Fall (Fala in Slovenië) en daarvandaan - waar de Drau zich door een lange rij bergen tot in het gebied van het hedendaagse Eis (in Karinthië) een weg moest banen -, daar begon een tweede tamelijk omvangrijk meer waarvan de huidige zogenaamde Wôrther See een overblijfsel is. Maar een deel van dit meer liep door naar het dal van de Drau tot ver voorbij Villach en daarmee stonden nog vele kleinere meren in verbinding. Zo was het tegenwoordige dal van de Enns (zijrivier van de Donau) eveneens een opzichzelfstaand meer dat zich een weg baande door het huidig zogenoemde Gesäuse (Alpengebied tussen Liezen en Hieflau) en vandaar verder tot het zich met een veel groter meer verbond, welk groter meer vanaf het dal van de Donau stroomopwaarts alle vlakten van Beieren en ook voor een deel het brede dal van de Inn in Tirol bedekte. De huidige Mur stond evenals de Donau met de derde binnenzee in directe verbinding. Een kleiner meer nam de omgeving van het tegenwoordige Wildon tot in het huidige Gösting in bezit, en beginnend achter Gösting lag een ander, het Murmeer, langs de gehele bedding van de Mur en de lage zijdalen daarvan, die in hun bovenloop eveneens weer kleinere meren hadden en met het grote meer in verbinding stonden door klein afwateringen. Het tegenwoordige Zwitserland had heel veel van dergelijke kleine meren waarvan vandaag de dag nog overblijfselen bestaan.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] Uit deze landen stammen de jullie bekende Mongolen, Hunnen, Tartaren en Turkmenen die zich door overbevolking van hun landerijen gedwongen zagen om te emigreren en voor een deel naar het oosten en deels naar het westen trokken waar zij allerwegen de vroegere, daar levende inwoners in grote nood en verlegenheid brachten.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[32] Als je naar Egypte gaat, vind je tamelijk dichtbij de watervallen slechts zeer weinig rolstenen maar des te meer roodbruin en soms ook witachtig zand! De oorzaak daarvan is dat deze rivier tot aan de watervallen niet veel lager ligt dan de tegenwoordige Middellandse Zee -, terwijl andere rivieren hoe meer ze de zee naderen een groter verval hebben met uitzondering van de Donau in de Zwarte Zee, de Wolga in de Kaspische Zee en de Amazone in Amerika in de Atlantische Oceaan.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[33] En wat ten tweede de veronderstelling betreft dat Amerika overstroomd werd, waarover onder de oerbewoners van dat werelddeel enige duistere sagen bestaan: daarmee is als bewijs van een algemene overstroming aldaar zo goed als helemaal niets gezegd! Want in die tijd stonden de vlakten van dit werelddeel toch al onder water. Mettertijd werd dit van het noorden naar het zuiden uitgestrekte werelddeel het allermeest door onderaardse vuuruitbarstingen steeds verder boven zeeniveau geheven, en de zee was gedwongen hoe langer hoe meer weg te vloeien.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[37] En daardoor is de vroeger nog ver naar de Zuidpool reikende punt van Afrika tot op heden nog onder water, waarom dan ook de zee tot ver ten zuiden van het voorgebergte van kaap de Goede Hoop een soort berg vormt waar de schepen vooral bij slechte winden moeilijk overheen komen en dikwijls een grote omweg moesten maken om op het vlakke deel van de oostelijke zee te komen. De stoomschepen hebben het nu wel gemakkelijker. -
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Dat Noach met zijn ark op een hoogvlakte van de Ararat vaste grond vond waarop de ark vastliep, bewijst hoe hoog de wateren in Midden-Azië zelf waren gestegen. Het meeste water van Midden-Azië stroomde weg naar het noorden en oosten; maar een zeer belangrijk deel ook naar het zuiden en het westen. Daardoor was de tweede grote binnenzee dermate overvol, dat deze ten dele door het gewicht en voor het grootste deel door de onderaardse uitbarstingen van vuur zich een onstuimige uitweg naar de Atlantische Oceaan baande en na verloop van een paar honderd jaar zozeer was afgevoerd dat alle rechtstreeks daarmee in verbinding staande vlakten tegenwoordig voor een deel zeer vruchtbaar, voor het grootste deel droogvielen, - waarna in het bijzonder de kustgebieden van Azië langzamerhand konden worden bevolkt.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] De landengte die in de tijd van de Hanochitische vloed Europa met Azië verbond, heette de landengte van Deukalion, naar de aartsvader van die plaats die ook tot de bergbewoners behoorde en in westelijk Azië een soort profeet was en Deukalion heette - dat betekent 'door God gezondene' of 'ik kom van God' , en de zondvloed werd daarom ook door de volkeren die het Zuid-Aziatische deel bewoonden, lang de vloed van Deukalion genoemd totdat de nakomelingen van Noach pas enkele eeuwen later de voornaamste oorzaak en de toedracht van deze vloed met alle bijkomende omstandigheden bekend maakten. Na de overblijfselen van grote meren werd Midden-Azië na verloop van vele jaren tot het droge, en helaas nog tot op vandaag woeste en onbewoonbare land; alleen in de richting van China en aan de noordelijke voet van het Tibetaanse hooggebergte is het vruchtbaar en bewoonbaar.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Wij zien omhoog naar stille geesteshoogten,
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[27] Het strekt zich uit naar aller tijden verte,
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[39] Het Godsvertrouwen reikt naar zijn voleinding,
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  803 - 804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828  ...