Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 816 van 1490

...  804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829  ...
[24] We mogen niet geheel uitsluiten dat deze uitspraak letterlijk bedoeld kan zijn geweest. Meerdere mystici hebben van hun jeugd af eveneens gezelschap van engelen ondervonden, Het is echter evenmin uit te sluiten dat de bena­ming engelen hier overdrachtelijk zou zijn bedoeld. In dat geval gaat het dan om tempeldienaren of -dienaressen in 'engelachtige' ambtskledij.
Hoofdstuk 301: Noten door de vertaler. Verantwoording van de vertaler - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[31] I?e witte wolk is hier een begeleidingsverschijnsel bij deze theophanie. Ook rn het O .T. (Sinaï) en het N .T. (Hemelvaart) worden we geconfronteerd met dergelijke verschijnselen. Zie uw bijbellexicon: wolk.
Hoofdstuk 301: Noten door de vertaler. Verantwoording van de vertaler - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[34] Dat Jozef deze vluchtroute koos­ en niet een route naar het zuiden -was zeer begrijpelijk. De gebruikelijke zuidelijke karavaanroute was niet alleen langer, maar vooral veel gevaarlijker, omdat daar vele roversbenden Opereer­den, die het bij uitstek hadden gemunt op kleine gezelschappen en eenzaam reizende reizigers zonder begeleiding van gewapende escortes.
Hoofdstuk 301: Noten door de vertaler. Verantwoording van de vertaler - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[35] Het woord 'eeuwig' heeft in de bijbel twee betekenissen: Ie. de absolute die oneindigheid uitdrukt, onbegrensd door tijd en menselijke geschiedenis; 2e. de relatieve in de zin van zeer langdurig, van schier eindeloos. In deze laatste, relatieve betekenis is het telkens dan bedoeld, waar relatie bestaat met de onderwerpen, toestanden of omstandigheden, die van de materiële schepping deel uitmaken of daarin voorkomen. In de eerste betekenis uiteraard slechts in verband met God en met puur geestelijke onderwerpen.
Hoofdstuk 301: Noten door de vertaler. Verantwoording van de vertaler - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Dat de boodschap van de Engel aldus is begonnen ligt meer voor de hand dan zou moeten blijken uit het Lucasevangelie, omdat deze methodiek meer in overeenstemming is met de goddelijke communicatiewijze dan de bij Lucas gesuggereerde choquerende methode. God pleegt immers de zwakke mens niet te 'overvallen' met zeer plotselinge, schrikbarende verschijningen! Hij bereidt de mens op serene wijze psychologisch voor op geestelijke gebeurte­nissen als deze. In de psychologie van de mystiek is dat een bekend en vast gegeven! Het is geenszins duidelijk waarom God in dit geval anders zou moeten hebben gehandeld, integendeel: In eerste instantie werd Maria door de stem van de engel inderdaad psychologisch voorbereid op de visuele ver­schijning in tweede instantie van de engel in mensengedaante. Overigens heeft Lucas naar het schijnt ook niet de bedoeling gehad om anders, tegengesteld, te beweren: Lucas geeft slechts de essentie en doet dat in grote lijnen, samenvattend, zonder diep in te gaan op subtiele details.
Hoofdstuk 301: Noten door de vertaler. Verantwoording van de vertaler - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] De wetenschappelijke objectiviteit, die in dergelijke zaken maar al te vaak zoek is, heeft echter ook hier volledig ontbroken, reden waarom wel objectie­ve deskundigen het 'imprimatur', hetwelk door de aartsbisschoppelijke ordi­narius van Wenen voor dit stuk werd afgegeven, niet wensen te erkennen als een 'Druck-Erlaubnis', maar veeleer als een 'Dreck-Erlaubnis', zozeer werd er in deze 'Ookumentation Nr. 4/80 des Referates fiir Weltanschauungsfragen: Lorber und seine Neuoffenbarung', op onheuse, ondeskundige, oneerbiedige wijze met de N.O. gespot!
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Overigens zijn er géén officiële kerkelijke documenten tegen de N .0. via Lorber bekend, doordat de Kerk nooit eerder verificatie onderzoeken heeft ingesteld. Het risico van een objectief wetenschappelijk onderzoek was voor de Kerk blijkbaar te groot! De Kerk prefereerde er het zwijgen toe te doen, alhoewel zij zich daardoor compromitteerde -wie zwijgt stemt in -met de afdoening door onafhankelijke journalisten, die 'ooit wel eens iets' over of van de Nieuwe Openbaring gelezen hebben en deze kwalificeerden als speculatief, als gnostisch, theosofisch, antroposofisch, ja als fantastisch! Daardoor ook konden deze en dergelijke kwalificaties tot in de kerkelijke lexicons doordringen!
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Ik zie in gedachten het bordje al hangen achter het raam naast de deur van de R.K.C.v. W.O.v.G.O.* (* R.K. Commissie van Wetenschappelijk Onderzoek van Goddelijke Openbaringen.) het bordje waarop deze dood eerlijke tekst: Wegens dringende institutionele uit­ en verbouwwerkzaamheden zijn wij gedurende deze eeuw gesloten.
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Bedoelde onafhankelijke berichtgevers was trouwens indertijd nauwelijks iets kwalijk te nemen wanneer zij wellicht lichtelijk de gek staken met de N.O. Er stonden namelijk schijnbare enormiteiten in die Nieuwe Openbaring­ met name voor de vorige eeuw -vooral op natuurwetenschappelijk terrein; zozeer geavanceerd op bijvoorbeeld het gebied van microkosmos en macrokosmos, resp. op de gebieden van atoom­ en quantenfysica enerzijds en van astronomie en van ruimtevaart anderzijds, dat geleerden als Einstein, Max Planck en Niels Bohr er toen ook geen weg mee zouden hebben geweten. Zij verdienden hun respectieve Nobelprijzen dan ook eerst in de jaren 1918, 1920 en 1922! En ook de coryfeeën van de toenmalige astronomie zouden zich wel hebben gehoed om de voorspellingen in de N.O. over quasars, novae en interstellaire stelsels te onderschrijven, wilden zij althans niet het risico lopen om door hun vakge­noten voor ondeskundig te worden uitgemaakt of zelfs voor idioot! Elektrontelescopen en computers zijn van veellatere, resp. van uiterst recente datum. Zo kwam het de Kerk in die dagen heel goed uit, dat deze voorspellingen in de N .0. zo buiten alle proporties schenen te zijn: zij kon daardoor min of meer gedekt­ alhoewel hoogstwaarschijnlijk tegen beter weten in -toen ook gerust de religieuze en transcendente dimensies van de N.O. negeren.
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Afgaande op deze feiten zou menselijkerwijze de conclusie kunnen worden getrokken, dat de N.O. dan toch meer specifiek berekend is voor onze 20e eeuw, waarin­ met name door de Tweede Wereldoorlog -de belangrijkheid van de atoom­ en quantenwetenschappen met hun (bijna) metafysische con­seque6ties, zowel als het belang van de astronomie (ruimtevaart), wier ten­takels eveneens reeds tot in het' jenseits' reiken, tot brede massa's van de mensheid is doorgedrongen. Dat moge zo zijn, toch mogen we niet over het hoofd zien, dat de N.O. reeds in de vorige eeuw gegeven is, en dus ook voor die tijd zinnig moet zijn geweest! Trouwens, alle religieuze waarheden en waarden -ook die van de N .0. -zijn universele eeuwigheidswaarden voor alle tijden, waarbij we van de N .0. via Lorber ook nog kunnen stellen, dat die enerzijds een totale analyse, anderzijds een complete synthese aanbiedt voor die trans­cendente interpretatie van alle Zijn, naar welke de mensheid van alle tijden en door alle eeuwen heen op zoek was, is en blijven zal; met alle verworvenheden van zijn historisch gecumuleerde kennis, kundigheden en intuïties! En dat de daarin vervatte meer profane onderwerpen heel specifiek moeten functio­neren in een vertechnocratiseerde wereld, resp. maatschappij (als de onze feitelijk is), namelijk als veiligheidsmaatregelen, waardoor­ ingeval de Kerk de meer specifiek geestelijke dimensies van de N .0. zou negeren -het gewone Godsvolk (the man in the street) toch zelf via die frappante profane voorspel­lingen en uitspraken de juistheid van de N.O. zou kunnen achterhalen en daardoor gestimuleerd zou worden om ook de rest -waarom het feitelijk gaat -als waarheid te erkennen!
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Luister nu, wat Ik je hierop ten antwoord geef: geen mens - van welk geloof hij ook mag zijn - kan zeggen, dat hij nooit een vermaning heeft gekregen, hetzij in woorden, in een leer, of door verschillende beproevingen in het leven. Ieder mens afzonderlijk wordt er door Mij opmerkzaam op gemaakt, dat hij niet alleen voor deze wereld geschapen is, maar dat er een ander, eeuwig leven op dit korte aardse leven volgt en alleen een zalige eeuwigheid de ziel tot werkelijk voordeel kan strekken!
Hoofdstuk 7: Nawoord - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[2] Maar je vraagt Mij nu in jouw hart: "Heer, hoevelen zullen niets van deze woorden vernemen. Moeten zij zonder enige waarschuwing en kennis van Uw woorden tegronde gaan?"
Hoofdstuk 7: Nawoord - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[6] Ik sprak echter, terwijl Mijn aardse vlees in de greep was van de angst, vanaf het kruis tot de omstanders zeven woorden in de Oud-Hebreeuwse taal, waarvan tot op de huidige dag nog geen juiste uitleg bestaat. Daarom heb Ik in Mijn genade er behoefte aan gevoeld om deze nogmaals, en wel met de juiste uitleg van hun betekenis, voor de toekomstige (d.w.z. de tegenwoordige) tijden te herhalen en zodoende hun zin aan die mensen, die van goede wil zijn, te openbaren.
Hoofdstuk 2: Mededeling van de Heer aan Zijn kinderen - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[11] Wij kunnen slechts constateren, dat de goddelijke wijsheid deze mogelijkheid uitermate juist heeft ingeschat, en dat de goddelijke liefde een heerlijk inven­tieve oplossing heeft gevonden. De Geestkerk, waarover ieder religieusmens vandaag de dag de mond vol heeft, lijkt met de N .0. te worden ingeluid. En, al moest de N.O. dan min of meer 'als een dief in de nacht' de Kerk binnen­sluipen, dat belet ons niet hoge verwachtingen te koesteren van haar uiteinde­lijke 'aggiornamento-effectiviteit', dezelfde, die Johannes XXIII vermoede­lijk heeft bedoeld, maar die zo tragisch door Vaticanum II werd gemist! Immers de institutionele organisaties binnen de Kerk mogen door Vaticanum II zijn versterkt en de gevestigde posities zijn geconsolideerd, feit is dat de institutionele kerk daardoor hevig is verzwakt en dat veler posities wankelen. En, al mogen de financiële reserves van de Kerk nog zo groot zijn (arme Calvi), dat is bepaald niet het meest specifieke kenmerk van de Kerk van Christus! Evenmin als een typische openbaringskerk als de christelijke wordt gekenmerkt door het verdonkeremanen van goddelijke openbaringen, het­geen in flagrante strijd is met de goddelijke liefde. Veeleer is het het kenmerk van de christenen: dat ge elkander liefhebt! Dus ook troost met Godswoorden als die van de Nieuwe Openbaring, de meest bevrijdende na de feitelijke Verlossing door Christus onze Heer, sinds de Apokatastasis Panton ten tijde van Origenes onder de tafel werd gewerkt. Bevrijdend namelijk van het keurslijf en het dwangbuis van de Kerk, die -niet theoretisch, maar wel praktisch -spotten met de verantwoordelijkheid van de menselijke geest, door die soms vrijheid toe te staan, waar de mens deze niet aankan, en haar te binden waar het niet nodig is. In feite loopt de Kerk al decennia lang en vermoedelijk veellanger achter de ontwikkeling van de technocratische maat­schappij aan, zonder die ontwikkeling met religieuze visie te voorzien en tijdig op te vangen. Veeleer werd zij er zelf door gevangen en probeert zij kramp­achtig en paniekerig haar machtspositie te redden door het treffen van soepele maatregelen, die het verdere verval alleen maar stimuleren. Ik acht deze feiten genoegzaam bekend, zodat ik mij ontslagen moge achten van het geven van details.
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] De meest ontmoedigende ervaring echter was die welke ik opdeed bij een andere nationaal bekende priester theoloog, tevens leider van een klooster . Nadat ik hem na enig vasthoudend aandringen uiteindelijk bereid had gevon­den om dan tenminste enige delen van de N.O. door te nemen, kreeg ik enige maanden later te horen, dat hij er erg van onder de indruk was, maar dat het toch voor hem 'niet hoefde allemaal'. Hij vond de N.O. prachtig, groots, ja magnifiek en geweldig, maar tevens een 'mer a boire'. Hij had in zijn klooster wel wat anders te doen! Zo effectief en definitief had de doofpot gewerkt. Alsof een goddelijke openbaring een vrijblijvende 'take it or leave it'-aange­legenheid is. En alsof het niet een eerste taak van de theologen van de Kerk zou zijn om Gods Woord en alles wat dat pretendeert te zijn, te ijken, te verifiëren en zo mogelijk door te geven aan allen voor wie het bestemd blijkt. Heel deze afhoud mentaliteit binnen het toch zo vreselijk busy Nederlandse theologendom lijkt voor mij op struisvogelpolitiek, of­ en dat is wellicht een betere kwalificatie -op 'revelatie-allergie'. Immers, een minimum aan organi­satie-inspanning plus een minimum aan goede wil zouden die 25 delen van de N.O. in no time -gelet op de 150 jaren, die al verloren zijn -allang geveri­fieerd kunnen hebben. Trouwens, in Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland, en in Duitstalig België zi jn reeds uitgebreide onderzoekingen verricht -ook door R. K. wetenschappers en theologen, maar officieus! Een hele bibliotheek van studies over de N. 0. staat reeds ter beschikking, die in de laatste 25 jaren is bijeengeschreven. Zolang Rome echter niet officieel achter een onderzoek staat, is er van acceptatie en dus van integratie in de leer van de Kerk geen sprake. Intussen blijft elke individuele gelovige voor de aanvaarding van, resp. voor de bevordering en de verspreiding van de Nieuwe Openbaring aangewe­zen op zijn/haar persoonlijke geweten. En het is dan niet slechts zijn recht, maar zeker ook zijn plicht, om­ als hij van de juistheid van de N .0. overtuigd is­ zijn persoonlijke leven daarnaar in te richten; alsook bi j de verantwoorde­lijke autoriteiten, resp. bij zijn directe kerkelijke overheden op onderzoek van de N.O"aan te dringen!
Hoofdstuk 302: Informatie over Nieuwe Openbaring van kerkelijke lexicons ach­terhaald - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  804 - 805 - 806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829  ...