Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 818 van 1110

...  806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831  ...
[8] Maar kijk, ernaast ligt weer een andere baan. Ze heeft een echt oude kniesoor als baanchef. Deze heeft een complete kassa voor de baan opgesteld. Hij nodigt weliswaar niemand uit maar als er iemand naar hem toekomt en vraagt: wat is dit voor baan en leidt ze wel tot in de tent? Dan zegt de baanchef heel zachtjes en geheimzinnig tegen hem: vriend, er was nog geen baan zoals deze; deze alleen is de oudste en zij staat in verbinding met de poort van tic tent. Wil je haar bewandelen, dan zul je er geen spijt van krijgen. Alleen moet je het baangeld, dat zo en zoveel bedraagt, in fijne klinkende munt betalen. Daarvoor krijg je dan een wissel van dezelfde waarde. Als je de baan goed doorloopt en je onderweg niet door een of andere laat verleiden, kom je zonder meer in de tent en win je daardoor de hoofdprijs. Mocht je echter toch verdwalen dan is nog niet alles verloren, want met deze wissel in handen zul je voor de jouw hier ingelegde klinkende munten toch nog altijd zo en zoveel aan rente terugkrijgen. Zoals jullie zien, heeft deze baanchef een leer aanzienlijke toeloop van groot en klein, maar niet vanwege de baan, maar enkel en alleen vanwege zijn geldzaken. Vandaar dat hij barst van het goud, zilver en allerhande edelstenen. Wat de tent betreft, daarom bekommert hij, de baanchef, zich zo te zeggen niet in het minst meer, want zijn zaken zijn slechts geldzaken. Zodoende maken ook zijn baanwandelaars zich er niet erg druk om of ze de tent goed bereiken of niet, want ze hebben immers hun wissel in handen.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Maar kijk nog verder; daar liggen nog verscheiden, weinig betreden banen. Hun baanchefs worden door de hoofdbaanchefs slechts tot op zekere hoogte geduld. Daarom zitten deze ook heel rustig bij hun banen. Komt er een bedevaartganger bij de een of de ander, dan is dat goed; komt er echter niemand dan krijgen ze er ook geen grijze haren van. Ze zijn in zekere zin niet op de opbrengst van de baan aangewezen maar ze voorzien in hun onderhoud uit de bescheiden inkomsten van allerlei kraampjes, die ze bij hun banen hebben opgesteld. Worden zij heimelijk door iemand gevraagd: is jouw baan de juiste? Dan zeggen ze totaal-onverschillig: als deze de juiste niet is, welke zal het dan zijn? Zie, zo is dit ringbaanterrein belegerd door louter baanchefs, grote, roepende, zich beklagende, zwijgende en geheimzinnigdoende. Met uitzondering van één enkele baan, namelijk de smalste, vinden jullie overal wandelaars en zoekenden. Maar omdat aan het eind alle banen afgerasterd zijn, lopen al deze baanwandelaars tenslotte tegen de wand van de tent op. De deur bereikt niemand, want zoveel als jullie er haastig heen zien lopen, evenzoveel zullen er bij de steile wand teleurgesteld worden, omkeren en weer de vrijheid zoeken, daar ze met hun inspanning niets hebben bereikt. Iedereen verdringt zich om de baanchef die tegen klinkende munten wissels uitreikt. En zie, zelfs alle andere baanchefs sturen ongemerkt hun helpers met zakken vol zilver en goud en laten zich door hem ervoor wissels uitreiken.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Als jullie het vierde beeld vanaf het begin goed hebben bekeken dan moet bij jullie toch de volgende voor de hand liggende vraag zijn opgekomen: waarom wordt in dit ronde waterbassin het water met behulp van een in het midden van het bassin aangebracht schoepenrad toch voortdurend rondgedraaid? Ten eerste ligt in deze vraag al een veelbetekenend antwoord besloten, namelijk opdat geen zeevaarder met zijn roeiboot dichtbij het raderwerk kan komen en ten tweede: opdat door deze gedwongen beweging van het wateroppervlak alles wat het centrum van het waterbassin wil naderen, door de van het centrum uitgaande draaibeweging van het water, ondanks alle inspanning, weer naar de buitenkant wordt gedreven.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Alles goed en wel zolang men niet weet wat het middelpunt, waarboven het waterrad is aangebracht, verborgen houdt. Pas wanneer men dat weet, kan men ook bij zichzelf de uitdrukkelijke wens uitspreken en zeggen: weg met dat wiel met zijn vele schoepen! Het heeft voor ons geen enkel nut. De verklaring dat het water, doordat het voortdurend door het rad in beweging wordt gebracht, niet bederft, is volkomen zinloos als men de schade, ja de grote schade, afweegt tegen het nut dat deze plek waarboven het waterrad is aangebracht, zou kunnen hebben. Welk nut zou deze plek dan kunnen hebben? Dat kan pas volkomen worden begrepen als uitgelegd wordt wat het voor een plek is waarboven het schoepenrad is aangebracht. Opdat jullie je daarover niet te lang het hoofd breken, zeg Ik het jullie meteen ronduit.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Zien jullie daar achter deze indrukwekkende zonneslinger het buitengewoon grote vierkante gebouw, dat zich trapsgewijs en piramidevormig met zijn punt ook tot onder het hoge schijnbare hemelfirmament verheft? We zullen er naartoe gaan en het gebouw wat nader bekijken. Het opschrift aan de ene kant zal ons vooreerst de betekenis ervan duidelijk maken. Jullie willen het, en kijk, we zijn ook al ter plaatse!
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Maar gaan jullie nu met mij omhoog, minstens tot op de halve hoogte van dit gebouw. Daar zullen we de wijzerplaat van deze grote wereldklok aanschouwen, waarop jullie heel gemakkelijk kunnen zien hoe laat het nu is.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, we zijn alweer op de plaats van bestemming. Jullie zijn verbaasd dat deze wijzerplaat maar aan één kant, namelijk de linker, van cijfers is voorzien, en wel evenals bij jullie klokken van een tot twaalf. De rechterkant, die naar de morgen is gekeerd, is helemaal zonder cijfers. Dit komt, omdat hier de avondzijde alleen het tijdelijke aangeeft, en de morgenzijde het eeuwige en dus geestelijke.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Toen de gehele materiële schepping werd gerealiseerd, stond deze grote, lichtgevende wijzer naar beneden op het cijfer één, dat jullie nog sterk zien lichten.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De tweede zegt: broeder, ik merk heel goed waar de zaak op uitdraait. Als de roeiers zullen merken, hetgeen volgens mijn waarneming nu reeds heel vaak het geval is, dat de beweging van het water steeds trager wordt, zal een gedeelte van hen zich er van overtuigen dat het met het zogenaamde levende water niet zo eenvoudig ligt, zodat men maar beter bij de oever uit kan stappen! Een ander gedeelte zal echter tengevolge van de geringe weerstand met weinig moeite het zogenaamde heiligdom van het raderwerk naderen en zal daar in ieder geval met eigen ogen datgene zien wat wij hier vanaf de oever duidelijk waarnemen, namelijk wat er met het uitdrukkelijk aangeprezen machtige rad aan de hand is. Je weet, de hoogdravende belanghebbenden zeggen erover, dat het nooit ofte nimmer stuk kan gaan en het daarom steeds dezelfde kracht behoudt om het water levend te maken. Wat zullen zij dan wel zeggen als ze de schoepen natellen en tot hun verbazing ontdekken wat er ontbreekt en bovendien nog de bedenkelijke en aanzienlijke schade aan de schoepen die nog aan het loze rad vastzitten, bemerken? Ben je het niet met mij eens? Zij zullen hun bootjes vlug van het raderwerk afwenden en naar de oever sturen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] En hoor, een derde zegt: hebben jullie nooit gehoord dat er zich op de plaats van het rad werkelijk een bron met levend water zou bevinden? Als men die zou kunnen bemachtigen, dan zou dat wel de grootste winst betekenen. En hoor verder, een vierde zegt: ik krijg zojuist een heel goede inval! Wat zouden jullie ervan vinden als we het aftappen van het water achterwege zouden laten maar onze gang zonder veel moeite tot onder het rad zouden graven? Als de levende bron zich daar bevindt, zullen we haar daardoor vast en zeker tevoorschijn laten komen, zodat zij zich daarna met haar hele overvloed aan leven over alle ver uitgestrekte dalen en vlakten als een zee kan uitbreiden. Als dat gebeurt dan kunnen deze raddraaiers hun rad draaien zoveel ze willen, en wij zijn er zeker van dat we de dwazen, die zich nog in de verrotte bootjes op het vieze water laten lokken, op onze vingers kunnen tellen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Maar zie, nu merken de waterradbelanghebbenden het ook en zij schreeuwen moord en brand op hun waterradstellage! Maar het helpt niets. Ze draaien het oude waterrad krachtig rond, maar de ene vermolmde schoep na de andere vliegt eraf. Het wateroppervlak ligt aan de oevers vol met lege bootjes. Alles wat maar voeten heeft probeert bij het grote levengevende water te komen. Alleen de waterradbelanghebbenden zitten nu, zoals jullie gewoonlijk zeggen, in zak en as! Enkelen pakken de slechte, afgebroken schoepen van het rad en zwemmen zelfs zo goed en zo kwaad als het gaat, naar de gelukzalige oever. Alleen voor de hoofdbelanghebbenden zal er tenslotte nauwelijks een reddingsmiddel over blijven, want de bootjes zijn allemaal naar de oever gedreven en niemand wil er een naar hen toe sturen, zodat ze zich zouden kunnen redden door naar de oever te varen. Hun water begint geweldig te stinken en het levende water wil er niet in binnenstromen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Maar waar staat deze wijzer nu? Jullie zeggen: hij wijst al recht omhoog en zelfs al bijna naar het einde van het laatste getal. Twee kleine puntjes moet hij nog passeren en dan is zijn punt het cijferloze lichtveld binnengegaan. Weten jullie wel wat dat betekent? Kijk, dat betekent de laatste tijd!
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Maar jullie vragen: zullen dan alle dingen ophouden te bestaan, wanneer de wijzer op het vrije witte vlak zal uitkomen? Dat zal een volgende hogergeplaatste wijzerplaat aangeven. Ga daarom met mij een paar treden hoger.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Kijk, daar is al een andere wijzerplaat. Wat zien jullie daarop? Jullie zeggen: daar zien we juist het tegenovergestelde; de naar de avond toegekeerde zijde is donker en zonder cijfers; de zijde naar de morgen toe is hier echter met nieuwe, helder lichtende cijfers beschreven. Daar staat echter de één bovenaan en het getal twaalf beneden. De grote wijzer raakt reeds de eerste punt van de één, die straalt als een heldere morgenster. Elk cijfer dat vanaf de één de grote kring naar beneden vormt, straalt steeds sterker en de glans van het laatste getal is als die van de zon, die daar in de morgen zo buitengewoon heerlijk straalt. Jullie hebben alles goed opgemerkt; maar wat wil het zeggen?
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Dat zullen jullie dadelijk vernemen. Kijk, zo gaat een oude, duistere tijd in een nieuwe, verlichte over. Daarom zullen de dingen ook niet vergaan, maar er wordt hun 'een nieuwe tijd' gegeven. Zoals de eerste tijd een tijd was van de ondergang, een tijd van de nacht, zo zal deze komende tijd een tijd zijn van de opkomst en een tijd van de dag! Nu begrijpen jullie wat dit grote uurwerk betekent. Laten we onze blikken er dus weer van afwenden en de dingen die nog in eindeloze, wonderbaarlijke overvloed om ons heen zijn, nader beschouwen.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  806 - 807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831  ...