Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 819 van 1088

...  807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832  ...
[12] Kijk, een menigte loopt reeds rondom over de muur en volgt de baan met haar ogen. De baanchefs begrijpen niet, wat dit rondwandelen betekent, maar wee hen allen als deze gelukkige spionnen de juiste richting van de smalle baan ontdekt zullen hebben. Dan zal het hen slecht vergaan, want zij zullen ter verantwoording worden geroepen. Al hun banen zullen worden vernietigd en gelijkgemaakt aan de smalle baan en de onaanzienlijke baanchef zal de hele handel naar zich toe trekken.
Hoofdstuk 14: De ringmuur in zijn overeenstemmend beeld. Vormen van de verschillende christelijke kerken - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] De zeevaarders lijken zich daar over het algemeen niet veel van aan te trekken. Maar enkelen van hen, die reeds meer dan eens naar de oever zijn gespoeld, stappen tenslotte met verveelde en verdrietige gezichten aan de oever uit hun bootje en kunnen zich maar niet genoeg verbazen dat zij zich op de oppervlakte van het water zo lang voor niets en niemendal door het waterrad hebben laten beetnemen. Enkele van hen zien het dolle gedoe nog een tijdje aan en lachen met de andere toeschouwers om de nog druk bezig zijnde zeevaarders. Weer anderen verwijderen zich hoofdschuddend en zoeken ergens een rustig plekje om uit te rusten van hun dwaze en zinloze inspanningen. Dat is dan ook alles wat we in de veelbelovende sfeer van deze zevende geest zien. Dat zulke verschijnselen zich heel veel voordoen, zien we wel, maar het zijn steeds dezelfde. Wie derhalve in deze verschijnselen een oplossing en bovendien de onbedrieglijke wegen van de goddelijke orde kan zien, moet meer licht in zijn ogen hebben dan een heel legioen van hoofdcentraalzonnen bij elkaar op één punt! Alles wat we uit deze hele geschiedenis kunnen opmaken, is hetgeen de oude wijzen al eens hebben gezegd: er is niets nieuws onder de zon, maar alles volgt zijn vaste oude kringloop, en dat steeds weer op dezelfde manier van voren af aan.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Daar klimmen weetgierige en op sensatie beluste mensen op een berg en geloven dat ze daar de geheimen van de hemelen goed bij de kop kunnen pakken en alles wat zich daarin bevindt tot op de laatste druppel eruit kunnen halen. Daarom doen ze ook alle moeite om langs de steile wanden van de kegelvormige berg omhoog te klimmen. Hoe verder ze komen, des te minder plaats ze hebben om op te staan. Als ze de top helemaal bereikt hebben, hebben ze tenslotte helemaal geen plaats meer, worden al gauw duizelig en, omdat ze daarboven geen hemels houvast vinden, laten ze zich aan de andere kant van de berg weer vlug naar beneden glijden naar dezelfde vlakte waar ze van zijn vertrokken. Tenslotte weten ze niet, waar hun bergbeklimming toe diende en kunnen ze er ook niet omheen eerst om zichzelf te lachen en dan bij zichzelf te zeggen: nu weten we net zoveel als voorheen; al onze inspanningen waren dwaas en belachelijk. We hebben bij het omhoogklimmen geprobeerd de ander voorbij te streven; waarom? Omdat we dan allemaal weer even vlug aan de andere kant naar beneden konden glijden? Wat hebben we nu voor op degenen die geen voet op de berg hebben gezet? Niets, want ten eerste zijn we even ver als zij, en ten tweede, worden we door hen nog als dwazen uitgelachen omdat we ons zoveel moeite hebben getroost om een en hetzelfde doel te bereiken, terwijl we dat ook op een veel gemakkelijker manier hadden kunnen bereiken.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Hoe hoger hij klom, des te minder grond hij had om op te staan en als hij al de top had bereikt, wat was dan het gevolg? Dat hij heel vlug weer afdaalde in de diepte van waaruit hij was opgedoken, want op de top kan zich niets handhaven. Wil zich iemand daarop vestigen, dan is het toch zeker afgelopen met zijn hele werkgebied, want dit kan onmogelijk groter zijn dan de spitse standplaats waarop de werkwillige zich bevindt. Dat wordt echter iedereen die op de top bezig wil zijn duidelijk; daarom kan ook niemand op de top blijven. Iedereen zal daar heel zeker door duizelingen bevangen worden! Het gevolg van die duizeligheid is dat hij de top weer verlaat en aan de andere kant weer vlug naar beneden glijdt. Dit is een heel wijze les uit de school van de eeuwige ordening! Haar naam is onthechting', wat zoveel inhoudt als het vernietigen van alle zelfzuchtige begeerten.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Het heeft geen enkel nut als iemand voor het beklimmen van de berg zou zeggen: luister broeders, klim met mij, ik weet de juiste weg. Ga maar met mij mee, want alleen langs deze weg zullen we op de top een goede stevige standplaats vinden. We hebben al in het begin in het dal deze geesten horen roepen: één gek krijgt er tien mee, en kijk, niet slechts tien, maar een hele menigte klautert achter zo iemand die beweert de weg te kennen, aan. Daar de berg als kegel tenslotte maar één top heeft, wordt deze langs alle wegen goed bereikt, maar daar is het dan ook altijd: tot hier en geen haarbreed verder! Het lot wil echter, dat men aan de andere kant weer heel vlug naar beneden glijdt om weer die toestand te bereiken, vanwaar men is uitgegaan. Zie, dit beeld geeft reeds een belangrijke oplossing voor hetgeen we eerder hebben gezien in de sfeer van de zesde geest. De volgende beelden zullen ons zo'n oplossing nog veel duidelijker voor ogen brengen. Blijf daarom nog zolang in de sfeer van de zevende geest totdat we alle beelden hebben opgelost. De volgende keer komt dus de schommel aan de beurt; dan de ringmuur met zijn spiraalvormige banen en tenslotte het waterbassin. En hiermee genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Nu komt er weer een andere vraag naar boven, namelijk: wat is er dan zo bijzonder aan het centrum van dit waterbassin? Ook al is het wiel er dan, desondanks blijft er omheen toch een heel ruim wateroppervlak over. Wie zin heeft om met zijn bootje op het water rond te varen, kan dat toch nog steeds naar hartelust doen en heeft het middelpunt daar niet voor nodig.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Nu zijn wij wijselijk weer op de oever beland; en wat een wonder dat we nog leven! En verder zeggen zij die uit hun roeiboten zijn gestapt: dat het toch ook bij de anderen mag opkomen om eens naar de oever te kijken, zodat ze zouden zien dat het daar veel levendiger toegaat dan op dat domme wateroppervlak. Ze zouden zeker heel vlug al hun boten naar deze veel gelukkiger makende oever sturen en zich niets meer aantrekken van de machtige grootspraak van degenen die zich op de rand van het waterrad bevinden.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Valt het jullie niet op dat er zich onder de gasten op de oever een heleboel bevinden die van flinke verrekijkers voorzien zijn? Zij bekijken van alle kanten het rad en zien dat zijn schoepen al behoorlijk rot en versleten zijn. Meer dan de helft ervan ontbreekt al helemaal. Wat volgt daar wel uit? We zullen eens gaan beluisteren wat onze waarnemers elkaar te vertellen hebben.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Hoe bevalt jullie deze dialoog? Ik ben van mening dat het geen slechte is. Maar aan de oever staat nog een andere groep die met kleine stokken de diepte van het bassin peilt, met lege bootjes naar alle richtingen vaart en doet alsof ze de rechtmatige bevaarders van het levende water zijn. Kijk, daar stapt zojuist een stel bassindieptepeilers uit en begint gewichtig met elkaar te praten. Gaan jullie er maar heen en luister wat ze met elkaar bespreken.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer zulke geblinddoekte luchtreizigers denken al ver genoeg te hebben gereisd, dan verzoeken zij degenen die belang hebben bij de schommel om hun ogen weer vrij te willen maken. Maar de belanghebbenden, heel goed wetende wat voor gevolgen het vrijmaken van de ogen voor hun geblinddoekte luchtreizigers zal hebben, raden hun dat heel dringend af en zeggen: wee jullie, als jullie dat nu zouden wagen, want in de sfeer waarin jullie je nu bevinden, zouden jullie voor eeuwig blind worden als jullie nu de blinddoeken van je ogen zouden laten afnemen. Pas als we het grote levensdoel zullen bereiken, kunnen jullie de blinddoeken wegdoen, zodat jullie dan mogen zien hoe veilig wij jullie voor het geringe loon dat jullie ons voor die hele grote reis betaalden, naar het doel hebben gebracht.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] We zullen dit op een heel gemakkelijke manier berekenen. Kijk, de dichtstbijzijnde schommel zwaait nu al heel hard, en beschrijft van links naar rechts bijna een halve cirkel. Maar kijk,, door dit harde schommelen wiebelen de pijlers al flink met de schommel mee en door de grote wrijving zijn al veel draden van het schommeltouw doorgesleten. Deze mankementen aan ons luchtschip worden zelfs door de belanghebbenden opgemerkt. Daarom durven ze dit niet meer zo hard te laten zwaaien want ze zeggen: als we het ding te hoog laten gaan, breken de touwen en liggen wij met onze passagiers of in het vuur, of in de speren. Daarom brengen we de schommel ongemerkt tot stilstand, gooien het met de protesteerders op een akkoordje, en voegen ons eveneens onopgemerkt naar hun wensen, terwijl we alles, zolang het gaat, op zijn beloop laten. Want we zien heel goed in dat er met geweld niet veel meer valt te bereiken.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] En kijk nog verder: deze begeven zich met nog vele anderen naar het laagland en ontdekken daar als goede bergdeskundigen reeds bij de eerste blik sporen van de aanwezigheid van levend water. Ze steken de spade reeds in de grond en bij de eerste stoot ontdekken ze een rijke bron die gelijk het licht van de zon met geweldige stralen naar buiten stroomt. Zij graven verder, maken de gang groter en daar ze niet op gesteenten stoten, maken ze snelle vorderingen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Zie hoe zich uit de vele reeds ontdekte bronnen een stralende beek heeft gevormd, die door de dalen zijn weg zoekt. Velen die zich er niet ver vandaan bevinden, lopen zo vlug mogelijk naar de beek, die zich daar op enige afstand al tot een aanzienlijk meer heeft uitgebreid. Zijn aangename geur vult de hele wijde omgeving en zijn oevers raken steeds meer bevolkt. Nu zijn onze ganggravers nog slechts een paar meter van de hoofdbron verwijderd. Kijk naar binnen en zie hoe zij in de sterk verlichte gang de hoofdbron steeds meer naderen.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk eens naar jullie industrie en naar alle geldzaken die eigenlijk het centrale punt van heel het staatkundige leven zijn. Wie daarin niet de bedrijvigheid ziet van het voortdurend schommelen, moet wel zevenvoudig met blindheid geslagen zijn. Jullie zullen overal, zowel in het algemeen als in afzonderlijke gevallen een omhoog zwaaien en een weer spoedig terugvallen opmerken. Het ene land zwaait omhoog, het andere zwaait terug en komt weer terecht op de laagste stand van zijn schommel. Spoedig valt het eerst omhoog zwaaiende rijk weer en een ander zwaait omhoog. Zo vaak jullie nog hebben opgemerkt dat een rijk zich tot de hoogste top opgewerkt had, zo vaak was dat ook een duidelijk signaal voor zijn val, die nog veel sneller ging dan zijn zwaai omhoog.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Als jullie kijken naar verschillende rijk geworden particulieren die van hun privé-schommel hebben geprofiteerd, dan zien jullie dat zij in hun eigen schommel waarin zij zich op het zogenaamde hoogste punt van hun welstand bevinden, zojuist ook zijn begonnen terug te zwaaien. Bij allen komt het slechts op de lengte van het schommeltouw aan. Zijn de touwen heel lang, dan is de zwaai veel langzamer en verder reikend. Maar al zou een schommeltouw ook van de zon tot de aarde reiken, dan zal de daaraan bevestigde schommel, als deze het hoogste punt heeft bereikt, zich toch meteen weer in haar onbeduidende diepte terugbegeven. Zo is het hele wereldse leven niets anders dan louter schommelen! - Jullie kunnen het bekijken zoals je wilt; wie van jullie Mij daaruit een of andere vooruitgang kan aantonen, geef Ik een tienvoudig eeuwig leven als geschenk! Alleen kunnen jullie ook hier het devies van de oude wijzen toepassen, dat luidt: niets nieuws onder de zon! Dat is ook mijn mening, want bij zulke in het algemeen zelfzuchtige schijnbewegingen en vorderingen zal er onder de zon ontzettend weinig nieuws te vinden zijn.
Hoofdstuk 13: De schommel in haar overeenstemmende beeld. Ceremoniële godsdienstcultus en het wereldse leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  807 - 808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832  ...