Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 820 van 1112

...  808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833  ...
[4] De eerste spreker zegt: broeder, je hebt gelijk, het zal zeker zo zijn. Daarom heb ik, evenals alle anderen, besloten jouw raad op te volgen. Welnu, het gezelschap maakt rechtsomkeer en gaat de weg terug. Maar kijk, andermaal doet zich een heel fataal probleem voor: ook achter hen heeft zich een kloof gevormd en zodoende staat ons arme gezelschap nu als tussen twee vuren en heeft een nauwelijks enkele meters brede landtong waarlangs het naar de tafel kan gaan.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Ze hebben zich uiteindelijk naar boven gewerkt, maar als de laatste man naar boven getrokken is, begint de muur om te buigen en onze eerste woordvoerder zegt: beste vrienden, de moed niet verliezen! God de Heer zij alle eer; nu maar zien waar we terechtkomen! Het is me allemaal om het even, want het is nu duidelijk dat, met uitzondering van de goddelijke drie-eenheid, die we nog steeds zien, deze hemel puur bedrog is. Onze achtenswaardige tafeldienaar laat zich helemaal niet meer zien en hoewel hij ons stellig heeft beloofd terug te komen, laat hij ons in deze allerhoogste hemelse nood lelijk zitten. En kijk nu, ons halfhangende stuk muur is nu afgebroken en wij gaan mee omlaag, God weet waarheen!
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar luister nu naar wat onze woordvoerder zegt als hij de tweede kloof ziet. Zijn woorden luiden: oho, om 's Heren wil! Wat is dat voor een hemelse schurkenstreek? Gaat het zo toe in de hemel? Dit is toch niets anders dan een stiekeme streek van onze lofwaardige tafeldienaar. Die zal vanuit een of andere geheime schuilplaats ons gesprek hebben afgeluisterd, en heeft toen door middel van de hem ten dienste staande geestelijke tovermiddelen deze afgronden gevormd, en nu staan wij hier ten einde raad. Hij laat zich ook helemaal niet zien; ik denk dat hij wat onze toestand betreft, toch al van verre lont moet ruiken. Werkelijk, als die lummel nu zou komen opdagen, zou ik mij zelfs met mijn hemelse armen aan hem kunnen vergrijpen. Deze twee afgronden hier; het is toch iets verschrikkelijks. Als we niet zo voorzichtig waren, dan zou de een of ander zeker al God weet waar daar beneden liggen! Hij zegt verder: lieve vrienden, en nu mijn hemelse broeders en zusters, ik heb aanvankelijk gezegd, en ik blijf erbij, dat deze hele hemel niets anders is dan fopperij. De tafeldienaar heeft ons allemaal bedot; niet onze wandeltocht zijn we beetgenomen en daardoor zijn al onze aardse verwachtingen van de hemel in rook vervlogen. Het enige dat nog ontbreekt is nog zo'n kleine afgrond overdwars en we zitten allemaal mooi hemels in de knoei!
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Een ander zegt tegen hem: broeder, broeder praat niet zo luid! Heb je op aarde nooit het oude spreekwoord gehoord: als je van de duivel spreekt trap je hem op zijn staart? Nu onze dienaar het zich heeft gepermitteerd deze dubbele grap met ons uit te halen, zou hij wellicht ook op het idee kunnen komen om nog een streep door onze tafelrekening te halen. Daarom denk ik dat we heel rustig en bescheiden over deze landtong naar de tafel moeten gaan, anders zou het kunnen gebeuren dat we met z'n allen hier een kleine hemelse hongerkuur moeten ondergaan. Ik ben van mening: als men in de hemel eigenlijk niet kan zondigen, dan is dat eigenmachtig handelen misschien ook niet helemaal juist. Het zou best mogelijk zijn dat er in de hemel voor ongehoorzame hemelse geesten ook een soort hemelse straf bestaat. Daar weet weliswaar geen sterveling iets vanaf, maar zoals jij en jullie allemaal weten, konden wij op aarde nooit iets concreets over de hemel te weten komen en daarom kunnen wij pas hier wat meer met de daarvoor geldende regels vertrouwd raken. Ik ben van mening dat we hier met de allerheiligste drie-eenheid voor ogen wat berouw moeten tonen, opdat ons onze misstap vergeven moge worden.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk nu, een groep gaat via de landtong en loopt zonder problemen door. Bij nader inzien echter wil onze woordvoerder nu toch liever de groep achterna gaan. Hij begeeft zich nu ook met het bij hem achtergebleven gezelschap op weg. Maar kijk, hij vindt inderdaad op zijn pad de van tevoren vermoede dwarse uitloper waar hij niet overheen kan springen. Luister, hoe deze hemelbewoner in krachtige bewoordingen over deze hemelse inrichting begint uit te varen en zegt: nou, daar heb je het! Zoals ik al dacht; dat is me toch een hemel, je zou je geen betere kunnen wensen! Lieve broeders en vrienden, dat zijn nu de zogenaamde hemelse vreugden! Ik moet eerlijk bekennen dat ik me niet kan herinneren, dat ik mij ooit zolang ik op aarde heb geleefd, in een grotere en fatalere verlegenheid heb bevonden dan in dit oord van zaligheid.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, een ander stoot onze spreker aan, wijst met zijn vinger naar de dwarskloof en maakt hem erop attent hoe er zojuist een flink stuk naar beneden is gezonken. Onze woordvoerder trekt zich wat terug en zegt heel bedremmeld: Nou, wat heb ik gezegd, we zullen zeker nog als ruiters op de muur komen te zitten. Werkelijk, als ik vanuit mijn rotsvaste geloof niet zeker zou weten dat men vanuit de hemel toch zeker niet meer in de hel kan worden geworpen, dan zou ik bij dit armzalige hemelse leven moeten beweren dat hier alles voor zo'n prijzenswaardige rit doeltreffend is voorbereid. Ik denk dat we beter meteen op de muur af kunnen gaan, want men kan niet weten hoeveel ruimte er na een eventuele tweede breuk overblijft. Zijn we echter eenmaal op de muur dan laten we ons daar achterwaarts afglijden totdat we buiten dit fatale vierkant zijn, vervolgens proberen we bij de uitgangspoort van de hemel te komen, waarna we dan over de ons reeds bekende lange, moeizame weg weer teruggaan. God geve ons slechts zoveel erbarmen en geluk dat de muur ons niet fataal wordt. Ik ben van mening dat we op die manier wel in staat zijn om heelhuids uit deze hachelijke situatie te komen.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Stel je nu eens voor hoe het me dan heel vaak te moede was, vooral als ik deze hostie met mijn liefde wilde omvatten. Bij de aanblik van de vele kon ik me er toch onmogelijk één voorstellen; en daarom was ik eigenlijk genoodzaakt er niet een lief te hebben. Het beste voelde ik me altijd nog bij die in de monstrans, want die hield nog het langste stand. Dit is nog het minst domme van mij, maar een andere gedachte maakte zich dan altijd van mij meester en die kon ik onmogelijk verwerken. Ik verzoek je echter mij niet uit te lachen, als ik je die ga vertellen.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Als de hemel nu eens als een heel mooi aards landschap zou zijn, waar men dan ook het onuitsprekelijke geluk zou hebben Christus alleen te ontmoeten, door Hem te worden onderricht en als leerling van Hem ook een liefdadig en vruchtbaar liefdewerk te doen kreeg, dan zou dat toch een hemel zijn zoals geen sterveling zich mooier, zaliger en verhevener zou kunnen voorstellen.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Je kunt niet zomaar ergens in een hemel komen, maar jij moet jouw eigen hemel zelf maken. Het zaad voor het hemelrijk is het Woord Gods; wie dat in zich opneemt en er naar handelt heeft deze hemelse zaadkorrel in zijn aardrijk gelegd, waardoor de hemel als een boom daaruit zal opgroeien.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Onze woordvoerder zegt: ja lieve vriend, ja, je hebt volkomen gelijk; er ontbreekt mij hier werkelijk niets anders dan alleen mijn boven alles geliefde Christus! Als ik Hem toch eens bij mij kon hebben, dan zou ik mijn hart willen luchten op een manier die men zich nauwelijks kan voorstellen.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Kijk, precies zo vergaat het mij ook hier en het hele gezelschap vergaat het zeker geen haar beter dan mij. Ik zeg je, ruim al deze hemelse heerlijkheden op en zet op de plaats waar zich nu deze prachtige tempel bevindt een heel eenvoudig boerderijtje neer. Geef me in plaats van deze prachtige zachte kleren een ordinaire boerenkiel; laat al deze weelderige fruitbomenlanen plaatsmaken voor wat armzalige bomen en een karig rogge- en tarweveld; geef me daarbij Christus; dan zul je mij gelukkiger maken dan wanneer je voor mij nog duizend eindeloos mooiere gebieden aan dit uitzicht zou toevoegen.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] In de richting tussen morgen en middag duikt zojuist, alsof het uit het water omhoog stijgt, een prachtig, uitgestrekt land op en onze spreker zegt tot zijn gezelschap: ik heb jullie toch gezegd dat we aan de vorige hemel niet veel verloren hebben. God de Heer zij alle lof en dank voor deze wonderbare redding! Ook onze fraaie tafeldienaar zij alles vergeven; maar als ik hem weer eens tegenkom, zal ik hem toch eens goed de les lezen! Kijk nu, het bootje nadert het land, maar kijk nog eens beter, daar aan de oever staat onze welbekende tafeldienaar ons snelvarende gezelschap op te wachten. Ook onze spreker moet hem nu wel herkennen, want hij kijkt stomverbaasd naar de oever. Wat er verder gaat gebeuren zullen we de volgende keer in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Inmiddels is ons vaartuig bij de oever aangekomen en het hele gezelschap, meer dan honderd man sterk, begeeft zich aan land, waar de tafeldienaar die hen staat op te wachten, hen met open armen tegemoet gaat. Onze woordvoerder gaat heel eerbiedig naar hem toe en zegt: ben je het, of ben je het niet? De tafeldienaar zegt: ja, ik ben het! En we zijn hier weer samengekomen, zoals ik je boven al te kennen heb gegeven. Je hebt je met jouw gezelschap niet aan de door mij gestelde voorwaarden gehouden, en naarmate je hiervan bent afgeweken, heb ik de mijne ook moeten bijstellen. Toch wilde ik je van jouw schijnhemel bevrijden. Daarom moest ik aan de hand van jouw veranderde maatstaf ook een andere weg bewandelen om jou en dit hele gezelschap uit de schijnhemel te halen.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Omdat daardoor jouw dwaling steeds meer begon in te zakken, vluchtte jij met jouw gezelschap op de muur. Deze muur was het goddelijke Woord, dat weliswaar in jou is blijven hangen, maar in al zijn fragmenten voor jou nog totaal onbegrijpelijk was. Daarom had hij voor jou en jouw gezelschap ook geen draagkracht. Hij leek uiteen te wijken en viel met jullie in de diepte, dat wil zeggen het Woord, dat tot dan toe alleen jullie verstand bezighield, viel voor een klein deel in de levende diepte van jullie harten. Al spoedig zagen jullie een groot water onder je, dat jullie dreigde te verslinden. Maar dit water was niets anders dan de zichtbare wijsheid van inzicht, die in dit geringe fragment van het Woord, dat in jouw diepte viel, verborgen is. Met deze 'woordmuur' in jouw hart bereikte je al gauw de grote, lichte zee van inzicht en het Woord werd voor jou en jullie allemaal een zekere drager over de oneindige stromen van goddelijke wijsheid, die ook in dit kleine Woordfragment verborgen ligt. Toen je heimelijk het Woord steeds meer in je opnam, droeg het jou naarmate je opnamevermogen groeide, steeds dichter naar een vaste levensoever toe. En je kon deze niet bereiken voordat dit woord volkomen zou zegevieren over de eigendunk van jouw hart. Het Woord heeft echter gezegevierd en daarom ben je daarmee ook op de vaste oever beland.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Onze vermeende tafeldienaar zegt: mijn lieve vriend, ik heb jou heel goed begrepen, maar het lijkt mij dat je jouw liefde voor Christus op één lijn plaatst met jouw zinnelijke, aardse liefde. Ik ben echter van mening dat de liefde voor de Heer heel anders geaard moet zijn dan die voor een aanstaande bruid. En dan denk ik dat je, zolang je deze liefdes in jouw hart niet van elkaar kunt onderscheiden, Christus ook niet echt kunt liefhebben. Zolang je Hem echter niet echt kunt liefhebben, denk ik dat Christus zich ook nog zal bedenken voordat Hij aan jou zal verschijnen of echt naar jou toe zal komen.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  808 - 809 - 810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833  ...