Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 83 van 184

...  71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96  ...
[6] Wees daarom voor niemand in de wereld aan gene zijde al te zeer bezorgd; want Gods liefde, wijsheid en grote ontferming heersen overal, ook in de grote wereld aan gene zijde. Zij die ze grijpen en zich ernaar zullen voegen en richten, zullen niet verloren gaan; maar voor degenen die dat hier en ook aan gene zijde niet zullen doen geldt de stelregel dat hem, die het kwade dat hem schaadt zelfwil, geen onrecht geschiedt. Ben je tevreden met deze heel duidelijke verklaring van Mij, vriend?'
Hoofdstuk 2: De beperkingen van een wetmatige verbreiding van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Onze Jarah, die weer nauwelijks van Mijn zijde wilde wijken, sprak nu met Mijn moeder Maria en met Rafaël. Aan hem vroeg ze veel dingen die ze in haar dromen had gezien en gehoord, en hij legde het haar heel vriendelijk uit. En Maria was erg verbaasd over de wijsheid van Jarah en liefkoosde haar hartelijk. En Ebal, die rechts van Mij zat, informeerde naar de namen van enkele leerlingen die hij niet kende, die Ik hem ook vertelde.
Hoofdstuk 6: De maaltijd bij Ebal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] De commandant en zijn twee dienaren hebben nu weliswaar met grote aandacht geluisterd naar jouw vragen en de uitleg die Ik je gegeven heb, maar ze hebben er niets van begrepen; daarom zullen ze ons nu weldra met hun Griekse wijsheid lastigvallen - daarom zullen we met alle geduld en rust hun aanval op ons afwachten!'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Is dat alleen maar uw wijze manier van spreken, of bent u zelf die of dat geheimzinnige 'ik', die zichzelf aan ons mensen presenteert als de grondslag van alle zijn, leven en bestaan? Ik ben geen leek in de oude Griekse wijsheid, en u zou met mij ook wel kunnen spreken vanuit van uw wijsheid, die ik nu graag nader zou willen leren kennen!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarbij komt nog ten eerste het getrouwe verhaal van zijn moeder, hoe hij lichamelijk op deze wereld is gekomen en over zijn leven, en dat hij nooit iets op een of andere school hoefde te leren, omdat hij reeds met de hoogste wijsheid toegerust in deze wereld is gekomen, en ten tweede wat hij nu over zichzelf beweerde. En ik voor mijzelf kan er echt niet omheen hem in volle ernst te beschouwen als wat hijzelf tegenover ons zegt te zijn, al is het ook op een voor ons Romeinen onbegrijpelijke manier, en wat ook de man, waar jij zojuist mee sprak, over hem getuigde. Dat is mijn mening, en ik denk dat ik mij niet vergist heb.'
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarna moeten die velen die goed en naar waarheid van U en Uw rijk op d,e hoogte zijn, naar de mensen toegaan, die enerzijds geschrokken zijn en zich anderzijds verbazen en naar de reden van dat verschijnsel vragen, en hen gaan onderrichten in Uw naam; en als ze ergens zieken aantreffen, moeten zij die op dezelfde manier genezen als Uw reeds uitgezonden leerlingen in Joppe de,hier aanwezige zieken hebben genezen - en ik denk dat Uw leer op die buitengewone manier het snelst en meest zeker bij alle mensen ingang zou moeten vinden. De mensen zijn daar niet toe in staat omdat ze er de middelen niet voor oor hebben; maar U hebt de middelen waarmee een heel groot werk snel tot stand zou komen. Zou dat niet mogelijk zijn, of zou het in tegenspraak zijn met Uw wijsheid en orde?'
Hoofdstuk 1: Het voorstel van de Romein om de leer van de Heer zo snel mogelijk te verspreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Toen zei de commandant: 'Dat is vergeleken met onze aarde wel een treurige wereld! De mensen, die zoals jij uitlegde alleen aan deze zijde leven, kunnen geen grote wijsheid bereiken, omdat ze op zo'n kleine, uiterst schrale wereld slechts in zeer beperkte mate de dingen kunnen aanschouwen die God geschapen heeft, en omdat ze door hun orde van dag en nacht, die geheel en al ongelijk en verschillend is ten opzichte van die van de aarde, ook bijna geen tijd kunnen krijgen om zelfs het weinige op die kleine wereld met aandacht te bekijken en te bestuderen, vergelijkingen te maken en daaruit de nodige lering te trekken. Ze zullen wel het meest op onze apen lijken?'
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Rafaël zei: 'Dan vergis je je geweldig, ook al heeft het er voorjouw verstand de schijn van! Ik zou jou niet met een maanbewoner willen laten omgaan; want dan zou jouw innerlijke wijsheid zeker aan het kortste eind trekken!
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Toen de drie al gauw klaar waren met Mercurius, kwam Venus aan de beurt en daarna Mars, die de drie aanvankelijk met enige schroom bekeken. Maar omdat ze er in plaats van hun oorlogsgod ook alleen maar een planeet in zagen, die tamelijk veel op de aarde leek, werden ze ook daar snel vertrouwd mee. Na Mars kwam in overeenkomstige grootte Jupiter met zijn vier manen aan de beurt, waar de drie Romeinen zich zeer over verbaasden. Rafaël verklaarde hun in het kort het belangrijkste ervan, waardoor ze zijn macht en wijsheid zeer hoog prezen. Daarna liet hij Saturnus tevoorschijn komen, die de Romeinen nog meer bewondering ontlokte dan alle voorgaande planeten* (* Deze planeet wordt uitvoerig beschreven in het boek Der Saturn van Jakob Lorber.) En Rafaël hield zich bij deze uitzonderlijke planeet langer bezig met zijn verklaringen dan bij een van de voorgaande, met uitzondering van de aarde.
Hoofdstuk 14: Rafaël als leraar in de astronomie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wat jij en je metgezellen nu hebben leren kennen, wisten de mensen in de oude tijden ook; maar toen hun nakomelingen zich steeds meer met de dingen van deze wereld bezig gingen houden en trots en heerszuchtig werden, vergaten ze weldra de oude wijsheid, sloegen er geen acht meer op en dachten dat het niet nodig was dergelijke dingen te weten om het leven in stand te houden. Volgens hen was het voldoende als alleen bepaalde wijzen ervan op de hoogte waren; het volk zou zich daarentegen alleen moeten bezighouden met zijn kudden en met zijn akkers, tuinen, weiden en dierenjachten en niet met de dingen aan de hemel. Kijk, daardoor raakte het volk en zijn leiders niet alleen in deze, maar ook in andere dingen dom en blind en tenslotte vol duister bijgeloof, zoals het dat nu nog is, en terugschrikt voor de waarheid en voor het licht ervan vlucht!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Men kan bij alle wijsheid ook zorg dragen voor wat de mens voor zijn lichaam nodig heeft; maar vooral moet ieder mens zorgen voor hetgeen zijn ziel betreft en de geest van het leven in de ziel en daar bekommerd om zijn. Want geen mens is op deze wereld gezet ter wille van eten, drinken en voornaam doen, maar om te leven volgens de orde die God getrouw aan hem geopenbaard heeft, enkel voor het enige doel dat God hem gesteld heeft.
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wat God als de oereeuwige Geest in Zichzelf en door Zichzelf in staat is te doen, kan de geest Gods ook in de mens doen. Want God Zelf is in Zichzelf de zuiverste liefde, dus in Zichzelf ook het zuiverste levensvuur, zodoende ook het zuiverste en helderste licht en derhalve in Zichzelf de hoogste wijsheid en daardoor ook de hoogste alom werkzame macht en kracht.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar ik geef je de verzekering dat ten eerste de leerlingen van de Heer allang volkomen onderricht zijn op dat gebied, en behalve zij ook vele andere mensen,Joden en heidenen, en ten tweede dat ook jij daarover nog tot een duidelijk inzicht zult komen. Er zullen zich vandaag nog wel gelegenheden voordoen, waarbij je ook in dit opzicht de liefde en wijsheid van de Heer zult kunnen loven en prijzen.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Neem maar van mij aan dat de Heer Zich juist naar deze kleine heuvel heeft begeven, opdat jij bij de aanblik van de watervogels, die de kleine visjes opeten, tevoorschijn zou komen met je oude bedenkingen over de liefde, goedheid en wijsheid van een ware God! Je bent ermee voor de dag gekomen, zoals ook ik allang van tevoren wist, en er zal je dan ook op het juiste moment een juist licht in deze kwestie gegeven worden.
Hoofdstuk 19: De commandant vraagt naar het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Om de ziel van de mens te behouden moet haar door de inrichting van het lichaam dat haar omsluit iedere herinnering aan voorgaande bestaansvormen volledig ontnomen worden, tot de tijd dat ze innerlijk volledig één wordt met haar geest van liefde uit God. Want die geest is als het ware de kit waardoor al die eindeloos verschillende zielenintelligentiedeeltjes tot één eeuwig onvernietigbaar wezen vast met elkaar verbonden worden; dan doorlichten, herkennen en begrijpen ze zichzelf in alle helderheid, en loven en prijzen ze als een voleindigd, op God gelijkend wezen Gods liefde, wijsheid en macht.'
Hoofdstuk 21: De zielensubstantie en haar trapsgewijze bevrijding uit de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96  ...