Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 83 van 120

...  71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96  ...
[9] Kijk, zo is het ook hier. Iedere geest heeft iets oneindigs in zich en dat in eindeloze veelvuldigheid. De ene geest is echter voor de andere als een spiegel door zijn innerlijke liefde voor Mij en vanuit deze tot zijn broeder. Zodoende is er ook een eindeloos en eeuwig heen- en weerstralen. En juist dit heen- en weerstralen is de grote, heilige, almachtige band van Mijn liefde, waardoor al deze wezens met Mij en met elkaar allerzaligst verbonden zijn.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Maar nu vragen jullie weer: zijn die geesten, die we gezien hebben en nog zien vanuit de sfeer van onze gastvrije dienstbare geest, ook werkelijk zelfstandige geesten of zijn het enkel verschijningsvormen die in dat heen- en weerstralen van de werkelijke geesten hun oorsprong vinden? Ik zeg jullie: ze zijn het beide tegelijk. Jullie verwonderen je over dit antwoord, maar in het rijk van de geesten is het nu eenmaal niet anders omdat daarin alles levensecht bepaald is.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Waarmee correspondeert dan het tweede wiel dat dezelfde beweging maakt en dat door middel van een ketting met het veerwiel is verbonden? Dit wiel komt overeen met de wijsheid, die uit de liefde haar leven ontvangt en dus ook daarmee in nauwste verbinding staat. Waarmee correspondeert het centrale hoofdspil wiel? Met de eeuwige ordening, die uit de eerder genoemde twee wielen duidelijk naar voren komt en waardoor het hele mechanisme in al zijn delen zo wordt ingericht, dat alles zich tenslotte moet schikken voor het bereiken van het hoofddoel, dat vanuit de liefde en de wijsheid juist in deze ordening tot uiting komt. Kijk, nu hebben we reeds het geheel. Het spilwiel is gevonden en heet ordening. Langs deze spil zullen we dus ook omhoogklimmen en de grote, uiteindelijke bestemming van de dingen aanschouwen, zoals deze tot uiting komt precies in overeenstemming met de eeuwige liefde, wijsheid en de uit beide voortkomende orde.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Wanneer jullie ooit een tijdlang op een hoge berg zouden verblijven en dat op een volkomen heldere en zonnige dag, wat zouden jullie dan wel opmerken? Sommigen van jullie zouden wel een tijdlang heel verrukt zijn, want het grootse, romantische natuurtafereel zou door zijn veelvoudig afwisselende vormen voldoende stof bieden voor een verheffende beschouwing. Een ander zou daarbij echter heel anders denken en zou vanuit zijn gedachtegang zeggen: wel, is dit dan zoiets buitengewoons? Men ziet wijd en zijd, en wat dan wel? Niets anders dan de ene berg na de andere; de een is hoger, de ander wat lager. Hier en daar zijn de hoogste toppen met sneeuw bedekt. Op enkele andere plaatsen steken weer enkele plompe rotstoppen omhoog en de bergen, die het verst af liggen, zien er dan ook het meest acceptabel uit, terwijl de dichterbij liggende niets anders dan sporen van aanhoudende verwoesting laten zien. Dat is de eeuwig durende eentonigheid van dit beroemde vergezicht in de bergen. Er bevindt zich nog een derde in het gezelschap op de hoge bergtop. Deze, zoals jullie gewoonlijk zeggen, een held op sokken, betreurt al bijna huilend dat hij zich zoveel moeite getroost heeft om de berg te beklimmen. Ten eerste, zegt hij, ziet hij hier niets anders dan op een gezonde vlakke grond in het laagland, ten tweede heeft hij het hier bovendien na al zijn moeite koud en ten derde zou hij van honger in de stenen wil- bijten. Als hij dan ook nog bedenkt dat hij de huiveringwekkende weg terug zal moeten gaan, raakt hij geheel buiten zinnen!
Hoofdstuk 5: Over het rijk Gods in de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik zou echter eerst eens aan iedereen die zoiets beweert, willen vragen: kun jij de sterren aan de hemel met je handen pakken en kun jij ze zien bij heldere zonneschijn? Kijk, je kunt noch het een noch het ander. Bestaan daarom de sterren niet, omdat jij noch het ene noch het andere kunt? Je zegt tegen Me: de sterren zie ik tenminste 's nachts en dan kan ik hun haan berekenen. Maar Ik zeg je: jouw getuigenis strekt jou, wat scherpzinnigheid betreft, niet tot grote eer, omdat je daardoor openlijk te kennen geeft dat je Mijn ordening alleen vanuit jouw nachtzijde berekent, terwijl de ordening van de dag jou vreemd blijft. En had je geen nacht dan zou je er op klaarlichte dag bijstaan als een blinde en zou je niet eens kunnen dromen over de ordening van Mijn dingen. Het is treurig als jullie je wijsheid, wat de orde van Mijn dingen betreft alleen maar aan de nacht, maar niet aan de dag te danken hebben. Kijk, dat blijkt ook heel duidelijk uit de dingen die jullie nu gezien hebben.
Hoofdstuk 12: De sfeer van de zevende geest. Raadselachtige beelden van geestelijke toestanden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Het zevende zegel zien jullie eveneens al ontzegeld en vanuit dit zegel zien jullie allerlei reusachtige vormen opstijgen. Veel geesten in witte kleren en met grote bazuinen in hun hand vluchten naar alle kanten. Kijk, daar blaast er een op de bazuin en uit de bazuin komt van alles tevoorschijn zoals: oorlog, duurte, hongersnood en pest. - Kijk, daar blaast een ander op zijn bazuin en daaruit komt een verterend vuur. Waar het neerkomt verteert het alles en de hardste stenen laat het wegsmelten als waterdruppels op een gloeiende plaat. Kijk nu daar weer, een ander blaast op zijn bazuin en een grote watervloed vol met allerhande ongedierte stroomt eruit; en kijk, daar beneden in de diepte de oude aarde, hoe ze verdrinkt in deze vloed. En kijk daar, een vierde blaast op zijn bazuin en een grote, vurige draak stort gebonden en gekneveld naar beneden daar waar jullie in een eindeloze diepte een onmetelijke, kokende vuurzee zien.
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] Hoe bevalt het jullie hier? Jullie zeggen: onuitsprekelijk fijn en goed, want hier ademen we toch louter liefde en alles wat we zien, heeft een buitengewoon zacht, mild en liefde ademend karakter. Verder zeggen jullie: hoc prachtig glanzen de muren van deze stad; hoe buitengewoon verheven en prachtig zijn haar poorten en wat een onbeschrijfelijk heerlijk licht straalt ons vanuit iedere poort tegemoet! Talloze overgelukkige scharen engelgeesten wandelen daar in en uit! O, daar moet het wel goed wonen zijn!
Hoofdstuk 16: De sfeer van de achtste geest. De wereldklok en de 'laatste tijd'. - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Dat jullie vanuit de achtergrond mensen door slangen naar voren hebben zien slepen, betekent dat de veelzijdige sluwheid van de tiran hen gevangengenomen heeft. De grote slangen met mensenarmen, die de gevangenen in ketenen slaan, zijn de ingehuurde handlangers van de tiran. De ketenen echter getuigen van de volslagen slaafse toestand van degenen die onder het gezag van zo iemand staan.
Hoofdstuk 19: Hoe de heerszucht gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De gevraagde buigt en zegt: machtige bode van de Heer! Een wijze vanuit de morgen, zeker een u goedbekende broeder, onderricht hier de liefde van de Heer. Om die hoge wijsheid te horen gaan we ernaartoe. Ik vraag hem: hoe lang zijn jullie reeds onsterfelijke bewoners van deze eilanden? Hij zegt: machtige bode van de Heer! Volgens aardse begrippen bewonen we deze streek al meer dan honderd jaar. Ik antwoord: zouden jullie dan niet graag wat meer naar de morgen toe willen gaan?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De aanvoerder begroet het zogenaamde hoofd van dit huisje, dat wil zeggen de allerverstandigste en tevens de leider en leraar van de andere tien personen die jullie in zijn gezelschap zien. Hoe luidt de begroeting? Luister: zeer wijze heer, jij die de zaken vanuit het juiste standpunt beziet en niet jouw scherpe verstand precies onderscheidt wat recht en onrecht, billijk en onbillijk, goedgeordend en ongeordend is. We hebben al van verre vernomen wat een wijs man jij bent, en daarom zijn we hierheen gekomen om jou over menige zaak een goede raad te vragen.
Hoofdstuk 25: Een bekeringstocht naar de betere stoïcijnen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk, bij ons wordt nog hoofdzakelijk iets anders geleerd en niemand wil tegen deze leer ingaan. Desondanks weten we evenwel vanuit jouw zienswijze bekeken niet wat we daarvan moeten denken. Deze leer bestaat namelijk uit het volgende:
Hoofdstuk 27: De overwinning en verlossing van een wijze stoïcijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Meer op de voorgrond langs de wanden zagen we weer vele ellendige menselijke gestalten, die aan handen en voeten geketend waren. Een heleboel vrije slangen kropen om hen heen, beten hun aderen open en zogen hun bloed op. Het afschuwelijke wezen op de achtergrond echter had in zijn met een slang omwonden rechterhand een gloeiend zwaard en in de andere hand een soort opgerold schriftstuk. Een slang, die om zijn linkerarm zat gekronkeld, bladerde af en toe in die rol en ging met haar tong over de vellen van het schriftstuk alsof ze het monster op de achtergrond op iets heel bijzonders attent wilde maken. Na zo'n handeling zagen we hoe vanuit een donkere achtergrond spoedig verscheidene zeer ongelukkig lijkende menselijke wezens door een flink aantal slangen naar voren werd getrokken. Het op de achtergrond zittende monster zwaaide weldra met zijn gloeiende zwaard boven hen, sloeg enkelen in stukken en liet anderen door de slangen, die mensenarmen hadden, weer ketenen en bij de anderen voegen. Dat hebben we gezien; niet meer en niet minder.
Hoofdstuk 19: Hoe de heerszucht gestalte krijgt in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Dat schetst de toestand van een mens tijdens zijn aardse leven, waarin hij het goede kent, maar opzettelijk voor het slechte kiest en dan vanuit zijn innerlijke verdorvenheid tegen beter weten in handelt. De gaten, die naar het invallende licht van de middag gericht zijn, betekenen het kennen van de werkelijke waarheid; de opstijgende rook uit deze gaten echter betekent het vrij en eigenmachtig veranderen van de goddelijke waarheid in ijdel bedrog. Het verborgen vuur waaruit de rook opstijgt, is de verborgen verdorvenheid die een gevolg is van de hoogste graad van eigenliefde en de daaruit voortkomende heerszucht. Vanuit deze verdorvenheid wordt al het goede zaad van het licht veranderd in het zaad van het onkruid. Het onkruid wordt dan door het vuur aangestoken, het verbrandt en lost op in deze voor jullie zichtbare rook.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] O, nu roepen jullie: vreselijk, vreselijk, ellende en nog eens ellende! We zien niets anders dan vuur en nog eens vuur en gloeiende slangen die zich in de vlammen kronkelen. Goed, maar kijk nog eens; wat zien jullie nu? Door dit schouwspel zijn jullie, zoals ik zie, met stomheid geslagen en nu zeg ik jullie: wat zich bij jullie derde blik voor jullie ogen heeft afgespeeld, is de eerste graad van de werkelijke liet! Er is nog een tweede en een derde. Maar die kunnen jullie niet aanschouwen, want een kortstondige blik zou jullie al het leven kosten, omdat daar al de meest intense dood woont. Ik heb jullie dit laten zien om jullie duidelijk te maken waar de ondergrondse gangen vanuit al deze dalen onherroepelijk naartoe leiden.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] In deze streek aan de linkerzijde verblijven zij die vanuit de geloofswaarheden langzamerhand zijn begonnen hun liefde in goede daden om te zetten en daarom dan ook geloven in de liefde van de Heer, maar het blijft meer bij het geloof dan bij de liefde. Dit wordt aangeduid door de overal aanwezige hoge en sterke bomen, die evenwel geen eetbare vruchten dragen; vandaar dat de levensmiddelen, zoals jullie zien, slechts laag bij de grond groeien maar toch behoorlijk rijkelijk voorkomen. Zo betekenen ook de piramiden op de ronde bergruggen aan de linkerkant, met de schitterenden sterren boven de toppen, dat `het geloof het hoogste principe is van deze mensen en tevens hun enige licht. Het rijk met ceders begroeide overige deel van deze bergen betekent de macht van het geloof
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96  ...