Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 83 van 215

...  71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96  ...
[12] De storm duurde maar een half uur, en toch hadden de machtige bliksems het woeste gesteente van de hele woestijn meer dan een manslengte diep tot een dikke laag grijze leem vergruisd en gekneed, en de kriskras gutsende waterstromen hadden daarmee de vele holten en kloven opgevuld en ze zodoende geschikt gemaakt voor akkers en tuinen. Mijn wil had onzichtbaar de vele andere gaten en holen in de aarde opgevuld, en zo werd de gehele tamelijk grote woestijn binnen het korte tijdsbestek van nauwelijks een uur veranderd in weelderig land voor akkers en wijngaarden. De storm was voorbij, de hemel klaarde op en de zon scheen met haar warme stralen nu op een nieuw stuk aardbodem.
Hoofdstuk 47: De verandering van de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ze vertelden ook aan de steeds nieuwsgieriger wordende vrouwen en kinderen hoe die man, die even machtig was als God, door Zijn woord en Zijn wil de oude, onherbergzame woestijn door middel van die verschrikkelijke storm in een waar en vruchtbaar Eden had omgevormd en het hun als hun onbetwistbaar eigendom had gegeven, en dat op verschillende plekken in dit voorheen zo woeste landschap ook al complete en van alles voorziene woningen klaar stonden, die beslist ook alleen maar door de puur goddelijke macht van de genoemde man geschapen waren.
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De waard riep nogmaals al zijn bedienden bijeen en vroeg hun ernstig, of ze soms wisten hoe die vele en zeer kostbare edelvissen in de visbewaarplaats waren gekomen. Maar allen zwoeren bij de hemel, dat ze het niet wisten.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen het vertellen, dat tot bijna middernacht duurde, was opgehouden, wendde de waard zich tot Mij met het verzoek: 'Mijn beste en zeldzaam wijze vriend,jullie hebben mij nu zoveel over die grote Godmens verteld dat ik me nu al als de gelukkigste mens van de hele wereld beschouw, en ik ben dat voor het grootste deel ook werkelijk; maar ik zou nu helemaal gelukkig zijn en net zo zalig als de hoogste engel in de hemel, als ik alleen nog een goedgelijkende afbeelding van die grote Godmens te zien zou krijgen! Vriend, u hebt me al eerder beloofd dat u mij er een zou laten zien. Als u er een bij u heeft, vraag ik u om mij die te laten zien!'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Dan zij het zoals jullie geloven! - Jullie hart, geest en wil waren net zo woest en verlaten als deze streek, en jullie volkomen gebrek aan geloof bracht de hardheid van jullie hart teweeg, dat volkomen leek op de steenachtige bodem van deze woestijn. Maar Ik heb in jullie hart een machtige storm opgeroepen en heb het zachter gemaakt door de geopende hemel in jullie zelf, door de waarheidsbliksem van Mijn woorden, door de stormachtig macht van Mijn aan jullie getoonde wil en tenslotte door de geweldige stortregen van Mijn liefde en erbarming; en Ik heb jullie ook weer bezaaid met velerlei waarheid uit Gods mond, die jullie de meest waarachtige vruchten des levens zal opleveren, als jullie daarnaar zullen leven en handelen. Zoals Ik nu in zeer korte tijd allerlei voedsel voor het eeuwige leven van de ziel in jullie heb gezaaid, zo is nu ook deze woestijn bezaaid met allerlei voedsel om jullie lichaam te voeden.
Hoofdstuk 48: De Heer zegent de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Toen kwam Olgon met verscheidene van zijn metgezellen erbij en zei tegen degenen die daar vergaderden: 'Vrienden, deze hele grote woestijn is nooit iemands eigendom geweest, zoals ook de grote zee nog nooit iemands toegemeten eigendom is geweest.Wij Joden, die door de Farizeeën vervolgd werden omdat wij hun slechte gedachten niet konden en wilden dienen, hebben deze woestijn in bezit genomen om er te wonen en hebben haar enkel met hulp van de Heer van hemel en aarde vruchtbaar gemaakt, en werkelijk, Jehova Zelf heeft ons de woestijn in onbetwistbaar eigendom gegeven. Daarom hoeven jullie er verder niet meer over te beraadslagen, aan wie deze vruchtbare streek nu moet toevallen; want die is al in bezit genomen door zeventig gezinnen, die ook hun woningen in deze streek hebben ingericht.'
Hoofdstuk 49: Het in bezit nemen van de vruchtbare kolonie (26.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Kijk, voorzover Ik die Man ken, is Hij naar Mijn beste weten dezelfde Jehova die reeds met Adam, Noach, met Abraham, Isaak en Jacob, met Mozes en niet nog vele andere profeten heeft gesproken. Het verschil tussen toen en nu is alleen, dat Hij destijds als eeuwige Heer van alle schepselen alleen als de zuiverste geest volliefde, leven, vol van de hoogste wijsheid, macht, kracht en gezag met de gewekte geest van de mensen heeft gesproken en Zich op die manier aan hen heeft geopenbaard. In deze tijd echter heeft het Hem behaagd -zoals Hij al meerdere malen door de mond van de profeten heeft beloofd om uit overgrote liefde voor de mensen van deze aarde, die Hij geschapen heeft om Zijn kinderen te worden en aan wie Hij al ten tijde van Adam Zelf die naam gaf, Zelf een lichaam aan te nemen en hen als een zichtbare Vader voor Zichzelf op te voeden, opdat zij eeuwig bij Hem zullen zijn, leven en wonen, daar waar Hij Zich eeuwig Zelf bevindt en schept en de oneindigheid regeert.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Hij boog echter diep voor Mij en zei (de waard): 'O Heer en Meester, ik weet wel dat U nooit welgevallen vindt in dergelijke dingen, en dat men U alleen met een van zuivere liefde vervuld hart welgevallig kan eren en prijzen. Maar in mij hebt U een mens gevonden die U in zijn hart al boven alles heeft geëerd en geprezen en U voortaan nog meer op die manier zal eren en prijzen. Maar ik dacht dat ik een zonde zou begaan, als ik U, de hoogste Heer van hemel en aarde, niet ook de eer zou bewijzen die men toch aan mensen pleegt te bewijzen die een bepaald aanzien genieten!
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] U hebt immers de hele aarde geschapen met alles wat zij bevat, en dus ook haar goud en zilver, en zo getuigen ook deze metalen, die door de mensen al sinds heel lang als de edelste en dus ook waardevolste zijn erkend, van Uw liefde, wijsheid, macht, grootheid en eer! En daarom denk ik in mijn eenvoud dat het beter is, U als Schepper van ook het goud en zilver op onze menselijke manier met deze metalen te eren, dan er een schandelijke woeker mee te bedrijven of ter wille daarvan de bloedigste oorlogen te voeren en een duizendvoudig onheil als het ware uit de hel over de arme mensheid af te roepen.'
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De waard kon een heel goede opmerking niet voor zich houden, hij zei namelijk: 'Heer en Meester! De vissen die het eerst in de wateren van de aarde geschapen waren zullen ook wel beter gesmaakt hebben dan die ze later onder elkaar voortbrachten; want deze edelvissen zijn ook niet verwekt, maar door U nieuw geschapen, o Heer en Meester, en daarom smaken ze ook zo buitengewoon goed.'
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De oude zei: 'Heer en meester, uit uw woorden maak ik op dat u werkelijk een heer en meester bent! Met water hebben wij de reizigers al heel vaak verkwikt; want wij hebben een gemeenschappelijke bron, die heel fris water bevat.Wij zouden echter een vermoeide reiziger dikwijls ook graag met een beker wijn verkwikt hebben, als wij die zouden hebben; maar onze streek is schraal en de wijnstok groeit hier niet goed. Om wijn te kopen hebben wij noch geld noch kudden in de daarvoor vereiste hoeveelheid, en dus staan we vele arme vermoeide reizigers alleen bij met het povere dat wij hebben; moge de dierbare, grote en almachtige Vader in de hemel onze wil dan ook als het werk zelf aannemen!'
Hoofdstuk 60: De reden waarom het de bewoners goed gaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Wat bent U dus? - U bent Zelfde enig ware Jezus Zebaoth Jehova, - verberg nu niet langer Uw door de voorspellingen van de profeten beloofde Messias gelaat, opdat wij in U Degene kunnen begroeten, liefhebben, loven en prijzen, die U bent en aan Wie niemand op aarde of in de hemel gelijk is! Want als U jehova Zebaoth bent - wat ik voor mijzelf niet in het minst betwijfel komt alleen aan U alle eer en aanbidding toe door ons mensen, die U hebben herkend uit Uw woorden en Uw daden!'
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De waard zei: 'Vanwege deze wonderdoener, die de Romeinen zeker allang beter kennen dan wij, heb ik van hun kant niets te vrezen; maar van jullie kant zou ik alles te vrezen hebben, als ik niet een Romeins burger was! Maar jullie zouden deze man moeten vrezen, die vervuld moet zijn van Gods geest, omdat Hij anders onmogelijk zulke tekenen en daden kan doen, waartoe alleen God in staat is; en wie vervuld is van Gods geest is ook een ware Heer over alles in de hemel en op aarde, en degenen die Hem vijandig bejegenen hebben alleen Hem te vrezen, maar Hij hen niet! Jouwaan mij gerichte waarschuwing zal in mijn gemoed dus ook nooit wortel schieten!'
Hoofdstuk 68: De Heer geneest de zieke knecht van de waard (22.11.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Ik zeg jullie allemaal: uiteindelijk moet ieder mens in zijn hart door God onderricht worden; want wie tenslotte niet door de Vader of door Gods geest in Mij onderricht wordt op de weg van de zuivere liefde voor Mij en zijn naaste, komt niet tot Mij, de Zoon van de eeuwige Liefde, die het eeuwige Licht, de Weg, de Waarheid en het Leven zelf is; want Ik ben in Mijzelf de wijsheid van de Vader. Jullie begrijpen dat nu weliswaar nog niet helemaal, maar jullie zullen het begrijpen als jullie na Mijn hemelvaart in de geest vanuit Mij wedergeboren worden; want dat is de eeuwig in Zichzelf volledig levende geest van alle waarheid, en die zal jullie in alle wijsheid binnenleiden. Je had daarom wel gelijk toen je zei dat de nieuw geschapen vissen onvergelijkelijk veel beter smaken dan die ze naderhand onder elkaar voortbrachten.'
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik heb ook allerlei dieren geschapen die ten eerste voor het natuurlijke bestaan van de aarde net zo noodzakelijk zijn als het oog dat voor de mensen is om te kunnen zien, en die ten tweede absoluut noodzakelijk zijn voor de voortgaande en zelfstandige ontwikkeling van de zielen op deze aarde, waarvan Ik jullie bij andere gelegenheden uitvoerig de essentie heb verteld en door het openen van jullie innerlijk gezicht ook heb laten zien. Jullie zullen dan ook begrijpen dat al die verschillende dieren naast de mens op deze aarde toch ook een plek moeten hebben om te wonen, omdat ze nodig zijn voor de uiteindelijke ontwikkeling van de mens volgens Mijn orde. En daar zijn dan ook hier en daar op aarde dergelijke grote en dichte bossen voor nodig. Daarnaast dienen ze echter nog duizenden andere doeleinden.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96  ...