Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 822 van 1112

...  810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835  ...
[11] We gingen door de poort; wat wil dat zeggen? Kijk, niets anders dan: we zijn het innerlijk van jou en van jullie allen binnengegaan, ofwel we zijn de innerlijke betekenis van het Woord binnengegaan. Het Woord is echter niet zomaar een leeg woord, en het is niet waar op dezelfde manier als wanneer iemand zegt: een en een is twee, maar het Woord is wezenlijk waar! En alles wat je hier ziet en nog oneindig veel meer en diepere dingen zijn in het god-delijke Woord reeds zo geschapen aanwezig, als talloze planten of bomen met hun vruchten reeds in één enkele zaadkorrel aanwezig zijn. Het enige verschil is, dat een zaadkorrel voortdurend hetzelfde voortbrengt wat al in aanleg aanwezig is, zonder bijzondere verandering van vorm, terwijl het Woord van God zich als zaad uit de hemel in een onnoemelijke verscheidenheid uit. Waarom? Omdat het Woord van God een volmaakt zaad is. Ik denk, beste vriend, dat je, wanneer je hier goed over nadenkt, deze nu aanwezige verschijningsvorm zeker zonder enige moeite zult begrijpen.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Onze woordvoerder zegt: lieve vriend en broeder, jou laatste woorden klinken bijzonder troostvol. Toch wil ik daarbij opmerken dat het met het echte vastgrijpen van Christus zeker een wat twijfelachtige zaak blijft, zolang Hij niet voor mij staat. Wat mijn hart betreft heb ik Hem, evenals dit hele gezelschap, allang opgenomen, maar ondanks dat wilde de goede Christus zich door ons niet wezenlijk laten vastgrijpen. En zo branden wij nu ook allemaal van liefde voor Hem en we zouden Hem graag willen vasthouden en Hem dan uit louter overgrote liefde nooit meer willen loslaten! Alleen ontbreekt ons voor deze allerzaligste onderneming niets meer en niets minder dan juist de belangrijkste persoon in kwestie.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Je vraagt je nu af: is dat dan niet ook het geval met deze eeuwige morgen? Nee, deze bevindt zich in een heel andere toestand en is in al zijn onderdelen volkomen onveranderlijk vast, dus zoals iedere natuurlijke wereld vast is. En de onwrikbare vastheid van de morgen staat als inwendige, eeuwige grondslag tegenover de uiterlijke natuurlijke vastheid. De reden daarvan is ten eerste, dat Ikzelf in Mijn willen eeuwig onveranderlijk ben. Wat Ik eenmaal een bepaalde vorm heb gegeven, blijft ook eeuwig onveranderlijk en bestendig, evenals Ikzelf in Mijn eeuwige willen onveranderlijk en bestendig ben.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Ten tweede is deze omgeving onveranderlijk vast, omdat Mijn kinderen die hier naar Mij toekomen, als gevolg van hun grote liefde voor Mij in hun willen en in hun inzichten volkomen één zijn met Mij, of met andere woorden gezegd, omdat zij zich volkomen tot op de laatste druppel hebben verdeemoedigd en ten gevolge van hun liefde voor Mij, hun eigen wil totaal hebben opgegeven en in plaats daarvan Mijn eeuwige levende wil in zich hebben opgenomen.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Je vraagt, hoe ver deze streek zich wel uitstrekt. Mijn lieve vriend, broeder en zoon, deze streek zoals je haar naar de morgen toe ziet liggen, heeft verder eeuwig geen einde en is zo groot, dat wanneer alle mensen die door de eeuwen heen op alle hemellichamen geboren zouden worden, naar deze streek zouden komen, deze naar verloop van duizend eeuwen, in verhouding tot de grootte van deze omgeving niet meer ruimte zouden innemen dan een zandkorreltje in de oneindigheid van de eeuwige ruimte.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Het zou goed zijn, beste vriend, ja, buitengewoon goed, Christus met alle kracht vast te houden. Ja, mijn hele wezen en mijn handen verlangen daar vurig naar; maar Hij moet er wel zijn of zich tenminste in deze omgeving ergens laten vinden. Werkelijk, als het erop aankomt, zou het mij niets kunnen schelen om uit liefde voor Christus nog uit duizend van dergelijke hemelen te worden geworpen, en met de bovenste hemel zal dat toch wel heel anders liggen. Als ik maar zeker wist dat ik iedere keer precies voor de voeten van Christus zou belanden; maar zolang ik daar niet helemaal zeker van ben, lijkt mijn liefde voor Christus nog steeds min of meer op een tevergeefs happen naar deze allerzaligste levenslucht, alsof men zich in een atmosfeer bevindt waarin geen of slechts heel weinig levenslucht voorhanden is.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] De Vader neemt onze woordvoerder bij de hand en zegt tegen hem: kijk, in die streek daar beneden wonen doorgaans mensen, die enkel door hun geloof een rechtschapen leven hebben geleid. Daaronder bevinden zich overwegend de zogenaamde protestanten en nog andere christelijke sekten. Verder op de achtergrond wonen heidenen die op aarde volgens hun geloof een rechtschapen leven hebben geleid en pas hier het geloof in Mij hebben aangenomen. Daar, nog meer op de achtergrond, het gedeelte dat zich uitstrekt tussen middag en avond, ligt het woongebied van katholieke christenen, die zich deels rooms- deels grieks-katholiek noemen, maar zich hier zonder beschadiging van hun leven en hun vrijheid niet volledig van hun dwalingen hebben kunnen zuiveren. Zij zijn daarom geenszins ongelukkig, maar genieten eveneens een grote zaligheid. Ook zijn ze beslist niet aan hun omgeving gebonden maar kunnen na een diepere bewustwording van de eigenlijke waarheid ook verder vooruitkomen.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Je zou graag willen weten, waaruit zo'n dwaling bestaat? Kijk, zo'n dwaling berust op het volgende: wanneer iemand uit vrees voor God het geloof als een verplichting aanneemt en dan trouw leeft volgens dit geloof, kan hij God nooit zo echt vol liefde omvatten, omdat hij Hem te zeer vreest. Deze overdreven vrees voor God is dus zo'n kleine dwaling en deze is er zonder beschadiging van leven en vrijheid niet zo gemakkelijk uit te krijgen. Je denkt weliswaar: hoe kan de Almachtige zoiets zeggen? Maar waar het om de volledige vrijheid van een wezen gaat, moet Ikzelf Mijn almacht mooi thuis laten. Want zou Ik die gebruiken, dan was het met zo iemand ogenblikkelijk gedaan en Ik zou dan in plaats van kinderen die vrij leven, denken, werken en handelen, louter gerichte machines hebben, die zich steeds onverbiddelijk gedwongen, maar nooit vrijwillig volgens Mijn wil zouden bewegen. Daarom kan Ik alleen van Mijn almacht gebruikmaken wanneer dat hoogst noodzakelijk is en bovendien de vrije geest daardoor nooit in zijn denken en handelen beperkt wordt.
Hoofdstuk 59: Aankomst in de eeuwige morgen. Beperking van de goddelijke macht bij de opvoeding van het menselijk gemoed - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Richt je blik eens omhoog en kijk naar de van hieruit gezien tamelijk laag staande zon. In deze zon ben Ik van origine volkomen thuis. Deze zon bevindt zich in het eeuwige, onwrikbare centrum van Mijn goddelijke Zijn. De stralen die van deze zon uitgaan, vullen op hun eigen manier de gehele oneindigheid en zijn op zich niets anders dan Mijn liefdewil en de daaruit eeuwig voortdurend uitgaande wijsheid. Deze stralen zijn dus overal volkomen levend en overal gelijk aan Mijn Wezen.
Hoofdstuk 60: De Oer-eigenlijke God-Zon. Uitleg over de persoonlijke, wezenlijke alomtegenwoordigheid van de Heer. Voorbereiding voor de maaltijd met de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[25] Ik ben eeuwig een en dezelfde in het hart van ieder mens. Als miljoenen en nog eens miljoenen harten van Mij vervuld zijn, en wel ieder voor zich volkomen, dan heeft daarom niet iedereen een eigen, andere Christus, maar in ieders hart woont een en dezelfde Christus volkomen! Wel, wat zeg je nu? Ben Ik hier niet volkomen dezelfde als degene die je daarginds bij jouw gezelschap achterliet?
Hoofdstuk 60: De Oer-eigenlijke God-Zon. Uitleg over de persoonlijke, wezenlijke alomtegenwoordigheid van de Heer. Voorbereiding voor de maaltijd met de Vader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Jullie vragen: zal er in deze woning wel voor iedereen plaats zijn? Ik zeg jullie: maak je daarover maar geen zorgen, want hier is jullie spreekwoord: `Er gaan veel makke schapen in een hok' letterlijk van toepassing. Zo is er ook voor goedgeordende zaken in een nauwe ruimte veel plaats. Het gezelschap begeeft zich al in de woning, dus volgen wij hen.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk, hoe allen heel gerieflijk, en zelfs in één kamer, zijn ondergebracht. En de Heer, zoals jullie zien, heeft Zich een schort voorgebonden en treedt op als tafelbediende! Wat wordt er eigenlijk opgediend?
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Kijk, de Heer zelf leidt ons gezelschap de heilige stad binnen. En omdat men zich hier gewoonlijk onverwacht vlug voorwaarts beweegt, naderen ook wij reeds deze stad aller steden van de gehele oneindigheid.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] De scharen hebben elkaar bereikt en worden nu gezamenlijk door een grote glorie omgeven. Deze glorie gaat van de Heer uit en deelt zich aan allen mee. -
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Wat vinden jullie van deze scène? Maar laten we nu verder gaan. Kijk, de Heer laat nu iedereen voor zich uit de stad binnengaan en Hij volgt Zijn kinderen als een eenvoudige herder zijn lammeren! Nu zijn ook wij in de stad. Zie nu eens de oneindige, met geen menselijke woorden te beschrijven majesteit en heerlijkheid die we hier links en rechts langs deze straat aanschouwen. Alles wordt door de glorie van de Heer omgeven. Heilige lucht waait door de straten en stegen en deze lucht is het leven dat hier in eindeloze overvloed van de Heer uitgaat!
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  810 - 811 - 812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835  ...