Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 824 van 1112

...  812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837  ...
[13] Kijk, de overste staat als versteend voor de groep zusters en weet niet wat ze nu moet doen, want voor zichzelf houdt ze deze scène nog steeds voor een uitzonderlijk werk van de duivel. De Heer zegt tegen haar: wat denk je nu bij jezelf? Was het bij jullie dan niet een geloofspunt dat de satan voor de naam van Jezus Christus op de vlucht moest slaan en dat voor deze naam iedere knie moet buigen, zowel in de hemel, als op aarde en onder de aarde? Wanneer de satan echter zo'n geweldige vrees koestert voor de naam van Jezus, zal hij hem dan zelf uitspreken of zich zelfs in Zijn gedaante veranderen? Zie, hoe groot jouw dwaasheid is! Jij bent voor een zuiver licht nog niet rijp en je zult ook nog niet rijp zijn, zolang je nog niet de laatste steen van dit klooster in jezelf vernietigd zult hebben.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] We zullen dit vrouwenklooster verlaten en ons wat verderop begeven. Kijk, daar meer tussen middag en avond ligt reeds een klooster dat al op het eerste gezicht als zodanig te herkennen is. Kijk eens naar de pompeuze kerk met zijn twee enorme klokkentorens en aan beide zijden van de kerk het kloostergebouw met nogal kleine vensters. Zoals jullie verder zien, is het gehele klooster met inbegrip van de kerk door een hoge muur omgeven. Jullie willen graag weten welke orde zich daar bevindt. Ik zeg jullie, een van de strengste, namelijk de orde van de zogenaamde ongeschoeide augustijnen.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Deze orde was eens een echt gerenommeerde boeteorde volgens de regels van de kerkleraar Augustinus die er, zoals bekend, veel aan gelegen was om het wezen van de drie-eenheid als een geconfirmeerd begrip vast te leggen. Deze overigens zeer ijverige christen is er zelfs door de Heer Zelf ernstig voor gewaarschuwd om het onderzoek naar de drie-eenheid verder voort te zetten. Maar desondanks stelde hij zich op één lijn met de roomse bisschop en stemde volkomen in met de te Nicea uitgebroede leer van de uit drie personen bestaande drie-eenheid. Hij probeerde dit beeld van de drie-eenheid door middel van zijn overigens grote wereldwijsheid binnen de kerk zoveel mogelijk rechtsgeldigheid te geven, waarom hij dan ook eervol tot kerkvader en kerkleraar werd verheven.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Zij vormden zich daarom ook een ander beeld van de drie-eenheid, hetgeen bestond uit een oog in een driehoek, dat zich in een zonvormige stralenkrans bevond. Al was deze voorstelling ook niet helemaal juist, toch werd God daardoor als een eenheid voorgesteld.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] In navolging van deze orde ontstonden er dan ook nog andere gelijksoortige orden, die zich op dergelijke goede gronden streng van de wereld afzonderden. Ze konden echter geen van allen iets bereiken, ten eerste omdat ze daarbij toch door de uiterlijke kerkelijke ordening geremd werden en ten tweede omdat ze hun regels wel achter gesloten deuren konden beoefenen, maar er in de hun toegewezen pastorale zielzorg geen nuttig gebruik van mochten maken.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] We zien hier een op zulke valse grondbeginselen gebaseerd klooster, dat enkel en alleen nog de naam draagt van zijn oorspronkelijke stichter. Jullie zien dat meteen aan de uit drie personen bestaande drie-eenheid, die zich vlak boven de ingang van het hoofdportaal bevindt. Daaronder verschijnt, als het ware door de wolken weggedrukt, het `oog van God', wat betekent dat de dwaling over de waarheid heeft gezegevierd.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] O ja, dat kan ik wel doen. Vraag je eens af waar men hier doorheen zou moeten gaan om bij het brood des levens te komen? Vooreerst door de edelstenen Christus. Deze stelt echter niets anders voor dan het dode kerkgebouw. Wie niet in deze kerk gedoopt en gevormd is, kan niet bij de kerkelijke, levende genadeschatten komen, maar wie zich eenmaal in de gevestigde kerk bevindt, mag dan zeker het goud en zilver niet vergeten, want van zilver en goud zijn de sleutels van Petrus gemaakt. Brengt iemand zilver en goud mee, dan wordt hij ook tot het brood des levens toegelaten.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Wie zich in een getuigschrift of in een ander document alleen als 'katholiek' opgeeft, hoeft het woord `christelijk' er niet bij te zetten, maar schrijft iemand alleen `christen', dan wordt hij voor een soort ketter aangezien en kan hij zich zelfs kleine onaangenaamheden op de hals halen. Niettemin laten we dit nu allemaal rusten, want het gevolg van zulke grote dwalingen staat jullie nu immers duidelijk voor ogen. Omdat jullie de ware hemel kennen, zal het jullie nu zeker niet zwaar vallen de grote afstand tussen hier en daar op het eerste gezicht te herkennen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Het was wel wat vreemd dat zulke kerkleraren zich ook kerkvaders lieten noemen, terwijl ze toch het evangelie hadden, waarin Christus als de enige echte en ware Vader van alle mensen en dus zeker ook van Zijn kerk wordt bestempeld. Omdat Augustinus zijn onderzoek niet uit eigenbelang maar met eerlijke bedoelingen deed, werd hem dit ook niet aangerekend. In de geestelijke wereld, maar deels ook reeds voor zichzelf in de natuurlijke wereld, zag hij zijn dwaling in en werd daarom door de Heer ook spoedig opgenomen en langs betere wegen geleid. Ten gevolge van dit betere inzicht had hij al tijdens zijn aardse leven heel in het geheim een kleine school gevormd met als doel een beter en dus levendiger inzicht in de drie-enige God te verkrijgen. Te dien einde had Augustinus ook kennis gemaakt met het innerlijke, levende woord en de weg leren kennen waarlangs men dit kan bereiken.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Deze weg was er een van diepe deemoed, het volkomen veronachtzamen van de wereld om zodoende de leer met alle liefde te kunnen omvatten. Deze school oogstte aanzienlijke bijval, alhoewel ze zoveel mogelijk geheim werd gehouden. Zelfs de roomse bisschop kreeg er kennis van, was er openlijk niet tegen en sloot zich zelfs bij die school aan. Hij zag al spoedig in dat de openbare leer niet met die van de school overeenstemde, maar hij kon toch niet tegen de heersende opvattingen ingaan. Opdat deze school, welke voor die tijd een zeer belangrijke vondst was, niet ten onder zou gaan, verleende hij haar dan ook wat meer bewegingsvrijheid en noemde haarde school voor ware priesters; die mettertijd de naam scholastici kregen. Deze scholastici waren weliswaar niet identiek aan de Oudegyptische scholastici, die zich bezig hielden met het toverachtige mysticisme, maar zij waren veel meer scholastici naar de innerlijke betekenis van het woord.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Het oog stelde de zon van de Heer voor, waarin Hij zich in Zijn eeuwige liefde en wijsheid bevindt, en wel omdat het menselijk oog deze beide in zich heeft; want uit het oog straalt liefde en uit het oog komt ook het licht voort. De drie hoeken van deze figuur, in het midden waarvan zich het oog bevond, stelden de drie graden voor waarbinnen zich het goddelijke als het meest innerlijke uitspreekt. Deze drie graden, die met de drie hoeken overeen kwamen, waren zo verdeeld dat de onderste links met het natuurlijke, die rechts met het geestelijke en de hoek boven met het hemelse overeenkomt. Door de uitstraling van het oog naar deze drie hoeken werd het binnenstromen van de Heer in en door alle drie graden aangegeven. Het licht dat over de afbeelding heen naar buiten straalt, betekent de oneindige macht en de ondoorgrondelijkheid van het goddelijke Wezen. Daarom was deze voorstelling als een tamelijk geslaagde hiëroglief van het drie-enige goddelijke Wezen te beschouwen. Volgens deze regel was de orde van de ongeschoeide augustijnen dan ook opgericht.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie vragen waarom deze zogenaamde nieuw-scholastici zich het wezen van de drie-enige God niet nog volmaakter voorstelden en waarom de Heer hun dat niet heeft aangegeven. Dat komt omdat zij allemaal daarnaast als gevolg van de vroegere uit drie personen bestaande goddelijke drie-eenheid, toch nog wat verkeerde ideeën hadden. Een deel van deze scholastici kreeg later toch al een beter inzicht en heeft zich daarom onder de bescherming van de Griekse kerk geplaatst, waar zij zich toen tot een echte sekte ontwikkelden onder de naam van `Unitariërs'. Maar onder de roomse bisschop bleef steeds de eerste regel gehandhaafd en wel onder de strenge clausuur van het zwijgen. Dit zwijgen ging mettertijd zo ver, dat zelfs de ingewijden slechts heel weinig woorden met elkaar mochten wisselen. Ieder voor zich mocht wel in gesprek gaan met het innerlijke woord, maar het was niet geoorloofd dit innerlijke woord aan iemand anders mee te delen. Zo verkommerde mettertijd ook deze goede orde en ze stond bij veel latere hiërarchen niet meer in hoog aanzien.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Zo werden er nog vele orden gesticht, die aanvankelijk allemaal een goede grondslag hadden en bijna allemaal min of meer aanhangers waren van de innerlijke scholastiek. Maar mettertijd ging deze goede basis bijna helemaal verloren en er bleef niets anders over dan de uiterlijke vorm. Omdat mettertijd enkele orden ook zeer ten gunste van het roomse episcopaat begonnen te handelen, verkregen deze van die zijde ook vele zeer aanzienlijke uiterlijke gunsten. Daaruit ontstonden al gauw `seminaries voor mannen' en 'mannenorden'. Omdat het met al deze orden beter ging dan met die welke zich meer aan hun grondregels hielden, zette dat de kleine orden aan het denken. Zij begonnen daarop eveneens meer ten gunste van Rome te handelen, hetgeen hen dan ook steeds meer voordelen opleverde. Op die manier gingen alle innerlijke waarden van de orde tot in deze tijd verloren en valse grondbeginselen kwamen ervoor in de plaats.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, onze monnik zet een heel deerniswekkend gezicht en piekert zich suf om een of ander deugdelijk antwoord te vinden. Daarom denkt hij nu aan een slimme uitvlucht, maar die zal hem weinig baten. Hij gebaart ons naar hem te luisteren, en dat zullen we dan ook doen. Hij (de monnik) zegt: o, jullie afschuwelijke duivels, dat is toch de meest helse vraag en ze is zo ontzettend ketters en zo tegen de Heilige Geest gericht, dat voor zo'n ketter duizend van de meest afschuwelijke, diepste hellen met duizendvoudige, eeuwige verdoemenis nog veel te goed zouden zijn! Moet ik op zo'n vraag antwoord geven, zodat alle duivels tegelijk mij dan komen halen? Dat zal ik wel mooi achterwege laten.
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Daar echter Petrus als eerste erkende leider van de kerk al door Paulus op een dwaling werd gewezen en daarover ter verantwoording werd geroepen - kennelijk had de Heilige Geest hem niet de vereiste dienst verleend, of beter gezegd, hij had zich tegenover de Heilige Geest wat vergeten - dan zou men toch ook kunnen aannemen dat dergelijke zeer afwijkende geschiedkundige data ofwel totaal eigenmachtig uit de lucht zijn gegrepen, of men zou ook hier de Heilige Geest van ontrouw kunnen beschuldigen.
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  812 - 813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837  ...