Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 825 van 1166

...  813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838  ...
[12] Mocht echter nog iemand zeggen: 'Hoe kan ik dan een heer van mijn leven zijn, als ik maar steeds moet leven als een gehoorzame knecht?'
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Maar Ik zeg jullie: Zolang jullie een dienaar zijn van de wereld en van jullie vlees, zolang draag je ook het juk van de slaafse gehoorzaamheid! Wanneer jullie echter dienaren van Mijn liefde zullen zijn, dan zul je van ieder juk bevrijd zijn en zul je juist daardoor volkomen heer van je leven zijn, want de liefde zal en kan jullie slechts volledig vrijmaken.
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Wees dus bovenmate vrolijk omdat het zo is; want Ik, jullie heilige Vader, heb jullie nu immers de liefde, ja Mijn liefde zelf en daarmee alle heerlijkheid van het leven, geheel en al gegeven.
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Want dat alles is niet uit Mijn liefde voortgekomen, maar verwekt uit Mijn wijsheid, welke is en bestaat in de oneindige lichtkringen van Mijn goddelijkheid, die nu zo gevormd is dat zij kan dienen als ondergrond waarop jullie liefde tot Mij beproefd kan worden.
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Zeg daarom niet onder elkaar: `Dit stukje van de aarde is van mij, en die boom is mijn eigendom, en met mijn lichaam kan ik doen zoals het mij bevalt!', want dat zal jullie steeds meer van Mijn liefde verwijderen, en jullie zullen daardoor knechten van de wereld worden en derhalve ook van de dood, en jullie zullen je moeilijk en na lange tijd pas weer van de wereld los kunnen rukken, en eens zal er veel vuur over jullie moeten komen om jullie los te smelten van de ijzeren banden van de dood.
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Wees ook daarom bovenmate vrolijk, omdat jullie erkend hebben dat er slechts één God, één Heer, één eigenaar van alle dingen en één heilige Vader van jullie allen is en jullie allen Zijn kinderen en onder elkaar louter broeders en zusters zijn, aan wie Ik dit allemaal in gelijke delen heb gegeven; want daardoor weten jullie nu dat jullie niet aan de wereld, maar aan Mij toebehoren in alle volheid van Mijn liefde en grote genade.
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] En laat nu Mijn Jared bij Mij komen, want Ik heb iets belangrijks met hem te bespreken! - Jared, Ik zeg je, kom bij Mij ! Amen.'
Hoofdstuk 137: De Heer maant tot liefde en vrolijkheid. De belofte van de dag van de grote verlossing en de grote tijd der tijden. De liefde als bevrijder van het juk van het vlees en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Zo is het ook met de geestelijke toenadering tot Mij. Iedere geest kan weliswaar steeds meer volkomen worden en steeds meer op Mij gelijken, maar Mijn volkomenheid, die in alles oneindig is, kan hij nooit geheel bereiken; wie zal die dan ooit benaderen in de waarheid en volste werkelijkheid?!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Daarom kwam Jared dan ook in allerijl naderbij, toen hij Mijn roep in zijn geest had vernomen; Ik leg jullie dit hier uit, opdat jullie enig inzicht in dat soort dingen beginnen te krijgen.
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar als jij zegt: `God is volstrekt oneindig in Zijn wezen, in Zijn liefde, in Zijn heiligheid, in Zijn genade, in Zijn erbarmen, in Zijn macht, krachten sterkte, in de duur van Zijn zijn alsook in Zijn goedheid, gerechtigheid en wijsheid', plan zou Ik nu toch vanuit jouw hart graag willen vernemen, hoe nu Mijn op jou gelijkende wezenlijke zichtbaarheid valt te rijmen met jouw voorstelling van Mijn oneindige wezen!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar daar het zo is volgens jouw leer, vertel Mij dan: hoe hen Ik, de oneindige God, dan nu voor jou alsook voor alle anderen, een zichtbare, in Zijn lichamelijke vorm begrensde God geworden?
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Volgens jouw leer kan Ik het onmogelijk zijn; maar volgens jouw liefde en je geloof ben Ik het toch weer wel!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar mijn maatstaf voor Uw Godzijn is mijn eigen hart, evenals het hart van alle anderen, omdat het niemand anders zozeer kan liefhebben als U!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Alleen de liefde is een maatstaf voor Mijn goddelijkheid, en met geen enkele andere maatstaf ben Ik te meten; want Ik ben waarachtig een oneindige God. Maar Mijn ruimtelijke oneindigheid is slechts een door de tijd bepaald verschijnsel, - in de geest echter is dat slechts de volkomenheid van de macht van Mijn wil en van Mijn liefde en wijsheid; maar de gestalte van Mijn wezen is precies dezelfde als volgens welke jullie allen gemaakt zijn tot Mijn wezenlijke evenbeelden!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Blijf dus, Mijn lieve Jared, zoals je was, en geloof Me: niemand zal Mij ooit in een andere vorm zien dan waarin jullie allen Mij nu in de geest zien! Amen.'
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838  ...