Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 825 van 1088

...  813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838  ...
[10] Luister beste vriend en broeder in de Heer! Wat trekt jullie naar de tempel die daar op de top van de groene heuvel is gebouwd? Hij antwoordt: vriend en broeder in de Heer, zoals je zegt, waar kom jij vandaan dat je dit niet weet? Ik antwoord: waarom kijk je daarheen vanwaar ik kom? Hij antwoordt: ik kijk naar de morgen. Ik zeg: goed, als je naar de morgen kijkt, vanwaar ik kom, hoe kun je me dan vragen waar ik vandaan kom? Maar ik wil omwille van degenen die bij me zijn, dat je open en eerlijk met mij zult spreken.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De gevraagde buigt en zegt: machtige bode van de Heer! Een wijze vanuit de morgen, zeker een u goedbekende broeder, onderricht hier de liefde van de Heer. Om die hoge wijsheid te horen gaan we ernaartoe. Ik vraag hem: hoe lang zijn jullie reeds onsterfelijke bewoners van deze eilanden? Hij zegt: machtige bode van de Heer! Volgens aardse begrippen bewonen we deze streek al meer dan honderd jaar. Ik antwoord: zouden jullie dan niet graag wat meer naar de morgen toe willen gaan?
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Ik antwoord: ga dan maar naar de tempel waar de liefde voor de Heer wordt onderwezen. Zij is de weg waarlangs de Heer naar jullie toe zal komen. Kijk, het gezelschap haast zich al over de mooie velden naar de tempel.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] En kijken jullie nu verder voor je, waar een onafzienbaar grote zee zich uitstrekt en waarin jullie nergens een of ander land kunnen bespeuren. Dat is die bewuste glinsterende vlakte die we eerder heel in de verte zagen liggen. Kijk maar daarginds voor je, helemaal op de achtergrond kunnen jullie ook de sterren zien. Voor vandaag zullen we bij deze zuil uitrusten en de volgende keer pas aan onze zeereis naar de verre, met sterren bezaaide achtergrond beginnen. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Jullie zouden wel graag willen weten, wat deze visjes hier te betekenen hebben? Deze visjes betekenen het van de eeuwige morgen uitstromende leven, dat dit element door en door doet opleven en vervolgens als vrij leven naar buiten treedt in alle oneindige ruimten van Gods eeuwige scheppingen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Aangezien we nu toch even halt hebben gehouden, kijk dan ook even naar het oppervlak van dit grote water. Wel, jullie schrikken en zeggen: in godsnaam, de hele oneindigheid lijkt wel te zijn gevuld met dit water, want nergens valt er nog iets van land te ontdekken. Zo ver het oog reikt, ziet het in de verste verten niets anders dan de golvende en witachtig glanzende oppervlakte van een eindeloze zee. Ik zeg jullie echter: maak je daar niet druk om maar bedenk dat het ons met dit enorme wateroppervlak om ons heen toch niet zo slecht vergaat als eens Christoffel Columbus, toen hij met zijn slechte vaartuigen midden op de Atlantische Oceaan voer en daar angstig om zich heen keek of hij ergens land kon ontdekken.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar waarom kijken jullie zo gespannen in het water? Hebben jullie er misschien iets in laten vallen dat in de diepte is gezonken? Jullie zeggen: beste vriend, helemaal niet. We kijken alleen omlaag of er zich onder ons in het water nergens vissen of andere waterdieren bevinden. Ik zeg jullie: maak je daarover geen zorgen, er is hier geen sprake van watermonsters, maar kleine edele visjes zijn er in groten getale. Jullie zouden er graag wat willen zien? Zo ja, dan moeten jullie je een beetje omdraaien, dan zullen jullie meteen zien hoe ze vanaf de morgen naar de avond trekken. Wel, jullie hebben je omgedraaid. Kijk eens wat een enorme hoeveelheid mooie glanzende vissen vanuit de omgeving van de morgen dit hele onafzienbare water verlevendigt! Lijken ze niet op de goudvisjes bij jullie op aarde? Jullie zeggen: o ja, alleen glanzen ze veel sterker.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk nu, de golven komen steeds dichterbij. Houd je nu vast, nog een paar passen volgens onze geestelijke manier van voortbewegen en we zijn bij de golven. Wel, daar is al de eerste golfrand. Kijk, wat een diep waterdal en zie eens hoe het water in dit dal naar beneden stort; en kijk hoe daar een waterberg met schuimende golven zich bijna tot aan het firmament lijkt te verheffen.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk nou, na onweer en regen komt zonneschijn. Met deze waterberg zijn we ook de hele golvenpartij van deze zee al gepasseerd en we hebben alweer rustig water voor ons. Maar daar heel in de verte, waar jullie een massa sterren boven het water zien, komt nog een gevaarlijke plek met grote draaikolken. Ook daarover hoeven jullie je geen zorgen te maken; zij zullen ons evenmin schaden als de golven. Kijk eens, na onze versnelde reis zijn we ook al bij deze kolken. We moeten hier steeds over de rand van de kolken verder lopen, dan kunnen ze ons niet deren. Schrik niet van het donderend geraas van deze kolken en kijk omhoog naar het firmament, hoe we ons reeds onder de sterren bevinden die we kortgeleden nog zo van veraf zagen. Spannen jullie je ogen nu nog eens goed in en kijk recht vooruit. Wat zien jullie?
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Wat staat er op geschreven? `Voorgrens van het kinderrijk: Nu weten jullie waar we ons bevinden. Jullie zeggen: maar in hemelsnaam, dat is toch wel een ontzettend bergachtige streek! Moeten we ons soms ook nog dieper in dit bergland begeven? O ja, dat is juist de hoofdzaak; daarvoor hebben we de verre reis naar hier gemaakt. Dat moeten jullie zien want pas hier wordt de ware betekenis van de avond bekend gemaakt. Daarom zullen we ons de volgende keer in deze bergstreken wagen. En dus rusten we vandaag bij deze zuil weer uit.
Hoofdstuk 22: De voorgrens van het kinderrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Als dat het geval is, wordt dadelijk het kapitaal van zo'n landman heimelijk verhonderdvoudigd. En mochten er bij zo'n gelegenheid nog meer behoeftigen bij hem komen die hij ook liefdevol opneemt en zo goed mogelijk verzorgt, zodat hij als hij daartoe niet meer in staat is, bijvoorbeeld met de pelgrims naar de andere buren gaat om daar voor hen onderdak en zo mogelijk verzorging te vragen, dan wordt zijn kapitaal verduizendvoudigd; evenwel buiten zijn weten om.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Nu verdwijnt de Heer en de uitgezonden bode brengt de liefdadige, arme bewoner van deze streek over naar de gouden middag waar een nieuw eigendom, dat nauwkeurig is afgemeten naar het kapitaal van zijn liefdadigheid, op hem wacht.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] De volgende keer zullen we het zeer ontoegankelijke dal rechts van ons, naar het noorden toe, bekijken. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Nu we hier behoorlijk van onze reis zijn uitgerust en ondertussen menigmaal uitgebreid onze blik hebben kunnen laten gaan over het gebied waar we vandaan gekomen zijn, zal de voortzetting van de reis ons zeker geen al te grote moeilijkheden meer bezorgen. Kijk, daar strekt zich al een tamelijk breed dal, waarin zich een kleine zee-inham bevindt, landinwaarts uit. Laten we onze weg aan de rechterkant van de baai vervolgen. Hier kunnen jullie alweer vrijer wandelen, want nu hebben we vaste grond onder onze voeten. Kijk daar eens voor je in de diepte van het dal waar het heel smal wordt. Daar moeten we vlug naartoe en onze eerste kleine tussenstop maken. Dus maar monter eropaf, dan zullen we spoedig ter plaatse zijn. Kijk hoe het dal steeds nauwer wordt en er aan alle kanten angstaanjagende rotsen van een hooggebergte zo sterk afhangen, als konden ze ieder ogenblik naar beneden vallen. Maar laat je daardoor niet afschrikken; niemand zal ook maar een haar gekrenkt worden.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk, daar zijn we al bij onze smalle kloof; hoe bevalt het jullie hier? Jullie zeggen: niet bepaald goed! Dat doet echter niet ter zake; als we maar eerst een scherpere blik op deze omgeving zullen werpen, zal ze jullie wel wat beter bevallen dan nu. Zie, daar naast de kloof loopt aan de linkerkant eveneens een nauwe langgerekte kloof die naar de middag toe doorloopt. Wat zien jullie daar? Jullie vertellen wat jullie zien: we zien naar beneden glooiende bergweiden met hier en daar een schaarse akker. Hier en daar, meer in de laagvlakte, is een klein huisje als tegen de berg aangedrukt gebouwd. Wederom hier en daar zien we grote en enorm hoge watervallen omlaag storten; bomen en struiken staan er hier en daar ook. Dit dal is dus zeer nauw door bergen omsloten, zoals dat op aarde in Zwitserland te zien is.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838  ...