Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 825 van 1490

...  813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838  ...
[61] De arme man zegt: 'Nee, en nog eens nee! Ik moet jullie, mijn beste vrienden, openlijk bekennen dat het mij blij zou maken om als een grote zondaar bevonden te worden! Want de zonde verheft niet, maar maakt deemoedig, en dat is goed en rechtvaardig. Ik heb dat op aarde dikwijls gevoeld als ik mij -weliswaar een korte tijd -soms van geen ronde bewust was, wat bij mij vooral na een biecht het geval was. In zo'n toestand was ik heel hoogmoedig vanuit een vermeende, puur zedelij­ke onberispelijkheid, en dan zei ik ook heimelijk in mijzelf als ik een liederlijk mens tegenkwam: goddank dat ik niet zo ben als deze kerel, die God en ieder menselijk recht veronacht­zaamt!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[58] De in het wit geklede zegt: 'Heb nog maar even geduld, we moeten ter wille van jou nog op iemand wachten. Zodra hij komt en van de Heer jouw oordeel meedeelt, zul je onmid­dellijk deze plaats kunnen verlaten en zul je daarheen gaan, waarheen de wil van God je zal wijzen. -Kijk, daar uit ooste­lijke richting komt hij al; hij zal gauw hier zijn! -Heb je geen vrees voor hem, die komt in de naam van de Heer?'
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[55] Innerlijk erg verblijd over deze nieuwe voortreffelijke broe­der zegt de in het wit geklede weer: 'Beste broeder, wij zien jouw ware ernst, moed en ijver ter wille van de Heer, die wer­kelijk zo vast staan als een rots. Maar vraag je hart eens of je ook voor het aangezicht van de Heer zo zou durven spreken?'
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[67] De arme staat nu onmiddellijk op en voelt zich helemaal vrij en sterk en vol kracht. Hij zegt tegen de boodschapper, die er heel eenvoudig en sober uitziet: 'Verheven afgezant van de almachtige God, een onbegrijpelijk gevoel van geluk trok door mijn hele wezen toen je mij de hand gaf. En dat is het zekers te bewijs voor mij dat je werkelijk als boodschapper van de Allerhoogste naar mij arme zondaar bent gezonden. Niet alleen omdat deze drie broeders dat hebben gezegd, die mij grote angst en vrees voor jou wilden aanjagen, maar omdat mijn eigen onbedrieglijke gevoel mij zegt dat het zo is. 0, wees dan zo goed en zeg mij wat ik van de uiterst rechtvaardi­ge rechterstoel van God te verwachten heb? Verdiensten heb ik niet en zal ik ook nooit hebben, maar zeg mij of ik op gena­de en erbarmen mag hopen, want ik voel dat ik in Gods ogen een grove en grote zondaar ben; zeg mij of ik op genade en erbarmen mag hopen?'
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[64] Ik weet ook werkelijk niet wat wij als schepselen tegenover de almachtige God voor verdiensten zouden kunnen hebben die het belonen waard zouden zijn. Heeft God onze hulp ooit nodig gehad? Hebben wij God, de Heer, soms geholpen de hemelen en de aarden te scheppen -of de verlossing helpen volbrengen? Of is iemand God, die alleen heilig is, soms van dienst geweest door de voor zijn bestwil gegeven wetten in meerdere of mindere mate in acht te nemen? Ik denk dat God ook zonder ons even volmaakt God zou zijn als Hij nu is, aan­gezien wij toch alleen maar de bestemming hebben Zijn ein­deloze genade, erbarmen en liefde in ons op te nemen, en niet om Hem deze of gene eeuwig onnodige diensten te verlenen. Kijk, zo heb ik altijd gedacht en zal ik eeuwig denken, voor­opgesteld dat ik een eeuwig voortbestaan zal hebben! Om deze reden zie ik dan ook niet in waarom ik voor de boodschapper van de Heer bang zou moeten zijn, omdat ik immers geen reden kan vinden om voor de Heer Zelf bang te zijn. Ja, ik vrees de Heer ook wel, maar niet als een misdadiger, maar als een liefhebbend mens, die zich veel te zondig en onwaardig voelt om de Heer met zijn onreine hart uit al zijn kracht lief te hebben! Wat denken jullie, beste vrienden, heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[52] Ik zag en begreep de eindeloze liefde van de Heer steeds meer. Daardoor nam mijn liefde voor Hem in'mij ook zo sterk toe, dat al mijn aardse lijden deze niet meer kon verminderen, maar alleen steeds meer versterken! En zo zeg ik ook nu tegen jullie, vrijuit en onomwonden: Christus is mijn liefde en mijn leven -ook in de hel, als ik daar door jullie toe verdoemd zou zijn; ook de hel zal mij Hem nooit meer afnemen!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[48] Deze kernachtige uitspraak schoot als een bliksem door mijn hele ziel en ik stelde mijzelf de vraag: als de apostel zulke woorden gebruikt, hoe zit het dan met de leer van Rome, die niet alleen het Woord van God niet leert en alle leken verbiedt het te lezen, maar heel andere dingen leert, die erg op het uiterst duistere heidendom lijken, wie moet ik nu geloven?
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[38] De arme zegt: '0 beste vriend! De eindeloze heiligheid van de Heer vereist weliswaar de grootst mogelijke zuiverheid van de ziel, die waardig moet worden Hem te aanschouwen, maar Zijn even oneindige wijsheid en goedheid weet toch ook hoe­veel pijn een arme ziel kan verdragen, en dus zal Hij haar niet overbelasten! -Maar als Zijn gerechtigheid dat ter wille van Zijn oneindige heiligheid van mij eist, Iaat ook dan Zijn hei­lige wil geschieden! Want ook daarin zie ik nog Zijn grote lief­de, die een ziel alleen maar zo'n reiniging oplegt, opdat deze waardig wordt om opgenomen te worden en God te aan­schouwen!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[35] Met deze woorden komt hij voor deze wereld tot zwijgen en is hij -wat zijn lichaam betreft -volkomen dood.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[34] Mogen deze laatste woorden van mij op deze wereld de grote rijkdom vormen die ik jullie nalaat; over dit erfdeel zul­len jullie geen belasting hoeven te betalen! -Maar verwijder dit lichaam van mij spoedig uit deze kamer, want het is vol­komen dood. Houd er ook geen ceremoniën bij, want al der­gelijke ceremoniën zijn God een gruwel. Ook hoeven jullie geen mis te betalen, want God de Heer heeft een hekel aan een betaald gebed. Laat echter alles wat jullie doen een lof­prijzing zijn voor de Heer, omdat Hij mij zo'n grote genade heeft willen bewijzen. Hem alleen zij voor eeuwig alle eer, alle lof en al onze liefde. Amen'.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[33] Verheug je dus nooit over de rijken van deze wereld, maar beklaag ze liever, want zij zijn arm in de geest. Verheug je des te meer over diegenen die zich net als jullie in allerlei beproe­vingen en nood bevinden! Want zij sterven iedere dag in Christus, om daarna aan het einde niet meer te sterven, maar op te staan tot het eeuwige leven in Christus.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[29] Geloof mij, die nu reeds van gene zijde met jullie spreekt: hoe groter iemands kruis is en hoe zwaarder het is te dragen, des te gemakkelijker en minder voelbaar zal zijn overgang van­uit deze wereld van de materie naar die van de geest zijn. Want iedereen die Christus volgt, moet de weg van het vlees gaan. Iedereen moet in Christus gekruisigd worden en in Hem ster­ven, anders kan men nooit in Hem en door Hem tot de opwekking en opstanding komen!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[28] Ik heb jullie geen vermogen nagelaten; mijn grote aardse armoede is jullie aller erfdeel! Maar wees daar blij om; als de blinde rijken van deze aarde wisten wat een rijkdom voor de geest de aardse armoede is, zouden ze hun geldbuidels mijden als de pest! Maar hun grote blindheid beschouwt datgene als winst, wat hen voor eeuwig doodt. Laat hen de weg van het verderf dan maar bewandelen. Maar als jullie aan het einde van je aardse reis even gelukkig willen zijn als ik nu, mijd dan het wereldse geluk en zoek het nooit!
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[25] Draag jullie kruis met geduld en zoek nooit enig geluk van deze wereld, want gelukskinderen van deze wereld zijn geen kinderen van God. Wat in deze wereld prachtig is, is in Gods ogen een gruwel! Vrees niets zozeer als werelds geluk, want dit is het grootste ongeluk voor de geest.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[23] De vrouw herstelt zich al gauw en zorgt er nu voor -terwijl ze Mij voor deze redding dankt -dat de man, wiens einde heel nabij is, warme soep krijgt. De soep is snel klaar en wordt onder duizend zegeningen aan de man gegeven die hem, ter­wijl hij Mij en de zijnen bedankt, met smaak verorbert.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  813 - 814 - 815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838  ...