Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 827 van 1112

...  815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840  ...
[5] Ik antwoordde daarop dat het met het verkrijgen van schenkingen bij ons wat anders ligt. Wat de heel oude schenkingen betreft, die zijn reeds lang aan het algemeen kloosterlijk kerkvermogen toegevoegd, en van nieuwe schenkingen is in deze verlichte tijd geen sprake meer. Men moet zich tevredenstellen met eenvoudige legaten en met enkele betaalde missen voor overledenen. Maar van zogenaamde eeuwige schenkingen is, zoals gezegd, tegenwoordig geen sprake meer. Op zo'n uitlating van mijn kant werd eerst door een kardinaal een krachtige vloek geuit tegen alle ketters en protestanten. Tegen mij werd niets anders gezegd dan dat ik door strenge preken en vermaningen in de biechtstoel de mensen moest bewegen zich ten eerste niet te laten voorlichten door zogenaamde protestanten, en ten tweede voor het verkrijgen van de hemel zich door rijke schenkingen voor altijd in te lijven in de alleenzaligmakende kerk. Na een dergelijke vermaning werd me een hele verzameling van enkele honderden volle aflaten overhandigd, die ik allemaal zo vlug mogelijk aan de man moest brengen en wel voor een bedrag van minstens tien daalders per aflaat.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Stoor je niet aan de tekst waar staat: `De Vader is groter dan de Zoon', want dat betekent dat de liefde als de Vader in Zich het grondwezen van God is en uit haar komt eeuwig het licht voort en de eeuwig machtige Geest. Dat is voor jullie het tweede geloofsartikel.
Hoofdstuk 74: Vraag naar de liefde tot Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen nu wel: geliefde broeder en vriend, waar is die hemel dan? Ik zeg jullie, we hoeven helemaal niet ver te gaan om hem te zien. Kijk eens daar voor ons, dat imposante paleis en daar in het midden, bovenaan een trap, een klein poortje dat precies in het midden van het paleis is aangebracht. Dat is de ingang van de hemel, want jullie moeten weten dat de hemel en het paradijs niet ver van elkaar af liggen. Jullie vragen of Petrus en Michaël hier ook zijn. Zij zullen niet ontbreken, maar zij bevinden zich niet voor, maar achter de deur. We zullen hier niet met geweld in de hemel binnendringen, maar zullen als we aankloppen Petrus en Michaël meteen gewaarworden. Laten we dus naar het poortje gaan en daar kloppen, opdat we in de hemel worden binnengelaten.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Hoor nu, op deze uitspraak van mij begint Petrus te jammeren en stelt Michaël tegenover ons op. Maar hijzelf rent terug en roept al zijn hemelse machten tegelijk te hulp. Maar wij geven Michaël een duwtje en kijk, ook hij rent weg, Petrus achterna en de trap is vrij. Laten wij dus maar direct naar boven gaan. Jullie zullen je er zelfs van overtuigen dat Petrus en Michaël met al de andere hemelse machten zich uit louter hemelse bescheiden politiek mooi op de achtergrond van de hemel zullen begeven.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Ik zeg jullie, dat heeft allemaal zijn goede redenen en jullie hebben in de tuin reeds gehoord hoe het bedenkelijke van de hemel daar goed verborgen wordt gehouden opdat de paradijsbewoners niet worden aangezet tot een mogelijke opstand en wel in het bijzonder van de kant van de dienstdoende engelen. Daar hoeft men hier minder rekening mee te houden want het ene bedrog sleept een volgend achter zich aan. Bij de volgende beschouwing zullen we echter duidelijk ontdekken, waarom deze hemel er zo plomp en materieel uitziet. Daarom zullen we ons bij deze gelegenheid ook dat eigen maken. Want jullie kunnen reeds bij voorbaat aannemen, dat de clausuur ook een zeer besloten hemel heeft.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Jullie zeggen: werkelijk, deze metamorfose of veeleer deze echt theatrale schijnvertoning is nog het beste en meest bezienswaardige van deze hele hemel, alhoewel men heel nuchter daarbij moet zeggen dat men zich bij zo'n gigantisch vergroten van de dingen wat akelig voelt, of zoals men op aarde gewoonlijk zegt, dit is niet leuk meer.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Als jullie maar een beetje nadenken dan kan het jullie onmogelijk ontgaan dat het eigenlijke hemelrijk van de Heer als het fundamentele leven van de geest in zich, onmogelijk op een andere manier kan worden bereikt dan alleen doordat de mens in zichzelf, dat wil zeggen in zijn geest, de door de Heer aangegeven voorwaarden voor het verkrijgen van dit leven daadwerkelijk vervult. Dat wil zeggen, hij moet dit leven eerst in zichzelf vinden en pas als hij het gevonden heeft, kan hij het sterker en krachtiger maken volgens de voorgeschreven orde van de Heer, want Hij alleen kan weten wat nodig is voor het bereiken van het reële, voorbestemde geestelijke leven.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] De vraag is nu, hoe moeten we het bekijken om er het juiste licht uit te verkrijgen? Ik zeg jullie: dat volgt vanzelf. Ten eerste is het toch duidelijk dat leven zich slechts in ander leven en niet in dode materie laat verwekken. Dus moet de man een levende vrouw hebben maar geen dood, houten beeld.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Zoals hier te zien is, stellen de zeer gewone, tegen elkaar geschoven tafels op de parterre van de hemel, de tafel van Abraham, Isaäk en Jacob voor. En vooraan bevindt zich in plaats van een beeldhouwwerk enkel een slecht geschilderde afbeelding van Abraham, Isaäk en Jacob. Wat de `drie-eenheid' betreft, die bevindt zich op een met wolkencoulissen aangekleed podium van dit hemeltheater, en lijkt eveneens uit grove stukken karton gesneden, dan grof en knoeierig geschilderd en met een zichtbaar plompe spijker aan de achterwand vastgemaakt. En dit knoeiwerk van de heilige drie-eenheid wordt gedragen door cherubijnen en serafijnen! Het beste is nog het grote ronde, van geel glas voorziene raam achter de drie-eenheid. - Ja, mijn geliefde vrienden, jullie hebben goed gezien en zouden nu ook willen weten waarom deze hemel er zo beklagenswaardig uitziet.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Maar daar er in zo'n klooster gewoonlijk twee partijen wonen, namelijk de werkelijke monniken en de lekenbroeders die het werk van huisknecht verrichten, wordt deze hemel, waar de monniken helemaal geen zin in hebben, ook grotendeels door fraters bewoond. Wanneer deze maar behoorlijk te eten hebben, zijn ze ook volkomen tevreden met hun hemel omdat zij zich op grond van hun uitzonderlijke situatie als leken, nooit iets beters hebben kunnen voorstellen. Zij behoren tot die zeer duistere katholieke klasse, die een heel slecht gesneden en beschilderd beeld voor veel wonderdadiger houdt dan een esthetisch meesterlijk beeld. Daarom zullen jullie ook al wel hebben opgemerkt, dat de zogenaamde wonderdadige genadebeelden meestal pure karikaturen zijn. Daarom zou een hemel, zoals we die onlangs zagen, voor deze hemelbewoners veel te mooi zijn en daardoor ook lang niet zo'n waarachtige en almachtige werking hebben.
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie zien deze hemel nog in zijn vorige ineengeschrompelde toestand, maar omdat de bewoners van deze hemel naast hun verkeerde inzichten ook een beetje kwaadaardiger zijn, beginnen ze zich nu, na wat te hebben overlegd, tegenover ons op te blazen. Dit opblazen zullen we spoedig in de hele hemel zien gebeuren. Jullie vragen nu hoe zoiets mogelijk is, nadat de bewoners van deze hemel eerst van louter erbarmelijke angst voor ons waren weggekropen. Dat ligt immers reeds in de natuur van elke nog zeer natuurlijk gezinde mens, dat angst en vaak ook verdriet niets anders is dan het zaad voor spoedig daaruit opgroeiende toorn en ten slotte zelfs voor wanhopige driftige roekeloosheid. Want dat zien jullie het beste bij krijgslieden die tegen een vijand te velde trekken. Zij trekken ook met angst en beven de vijand tegemoet. Maar staan ze dan tegenover de vijand en hebben ze enkele duchtige salvo's geïncasseerd, dan gaat hun angst dadelijk over in gloeiende toorn. En als ze met de vijand in een handgemeen verwikkeld raken, dan verdringt een vlammende razernij hun gloeiende toorn, waarbij zo'n eerder voorzichtige krijgsman zich woedend in de grootste gevaren stort.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De hoofden van de cherubijnen en serafijnen die eerst zo groot waren als een vuist, hebben intussen een doorsnede van een klafter. De drie-eenheid is reeds zo groot, dat jullie ze op aarde op zo'n tien mijl afstand nog heel goed zouden kunnen zien. De eerder heel ondiepe achtergrond van dit podium lijkt wel een diepte van bijna twintig mijl te hebben en zoals jullie zien, verschijnen de vroegere wolkencoulissen nu als enorm zware onweerswolken. Op aarde hebben jullie wel gezien hoe deze zich soms van de morgen en de avond tegen elkaar begonnen op te stapelen. Maar let nu ook eens op de grond waarop wij staan, hoe ook deze zich in dezelfde mate buitengewoon heeft uitgebreid en wij staan hier nu als drie stipjes, die men in zo'n grote ruimte nauwelijks opmerkt. Hoe bevalt jullie deze geschiedenis?
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] O mijn lieve vrienden en broeders, dat moet jullie helemaal niet beangstigen, want hier in het rijk van de geesten beleven wij, dienaren van de Heer, vaak heel andere gevechten dan dit, waarvan jullie nog nauwelijks het eerste begin zien. Wacht eerst eens tot deze helden meer naar voren komen voorzien van allerlei wapens; dan zullen jullie pas het reusachtige van deze theaterhelden zien. Jullie zien nu ook onze vroegere kleine Abrahamstafel op dezelfde manier vergroot. Zo zullen jullie ook zien, hoe zich hier spoedig, zonder zich om ons te bekommeren, enkele reusachtige bedienden zullen vertonen en deze tafel gaan dekken met evenredig reusachtige vruchten. Al gauw daarna gaan zulke zelfde reuzengasten aan tafel zitten en jullie zullen meesterstukken van veelvraat zien, doordat jullie dan in de letterlijke zin van het woord en de betekenis waarachtige wereldeters voor je zult zien. Maar stel je voor vandaag tevreden met wat jullie tot nu toe hebben gezien. De volgende keer volgt pas de hoofdkomedie en dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 76: Het opblazen van de bedrieglijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Als de kerk echter een levenloze, houten beeldzuil is, die door hebzuchtige, valse vrienden die zich priesters van God noemen, toch voor geld op een bedrieglijke manier verkocht wordt alsof zij de enig levende en voor het verwekken van leven deugende kerk was, terwijl leven toch slechts door leven verwekt kan worden, dan is zo'n kerk toch het allerschandelijkste bedrog dat men zich maar kan voorstellen. Dat de aanhangers van zo'n kerk net zulke zwakzinnige dwazen zijn als onze man uit het voorbeeld, moet toch voor iedereen die maar een beetje nadenkt, meteen volkomen duidelijk zijn.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Maar beschouw nu een kerk die uit stenen is opgebouwd; een kerk die als belangrijkste motto goud en zilver heeft; een kerk die een hemel belooft die zijzelf helemaal niet kent; een kerk die haar dwaze gelovigen voor het verkrijgen van een nog dwazere hemel met allerlei geheimzinnige middelen - bovendien nog voor geld - plaagt, opjaagt, veroordeelt en bovendien nog ijverig verdoemt, dan moeten jullie bij de beschouwing van zo'n kerk daarin het houten beeld in het bed van de dwaze man toch ook onmiddellijk duidelijk herkennen. Tenslotte blijft de man immers niets anders over dan de levendige wens om levende nakomelingen te hebben, zonder zich echter ooit daarover te kunnen verheugen.
Hoofdstuk 79: Een blik op de ware weg naar de eigenlijke hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  815 - 816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840  ...