Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 828 van 1166

...  816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841  ...
[5] Daarom meen ik van mijn kant: Als de heilige, liefdevolle Vader ons alleen voor de behaaglijkheid had willen aanstellen, dan had Hij ons van Zijn kant alleen maar door Zijn almacht allemaal in dieren hoeven te veranderen, dan had Hij Zijn doel, namelijk volkomen behaaglijkheid voor ons, in één klap bereikt; alleen Hij, de allerhoogste en meest volkomen liefde en wijsheid, heeft met ons - zoals Hij het Zelf ons allen heeft getoond - een hoger plan voor ogen, dan alleen stomme behaaglijkheid.
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, broeder, dat is mijn mening! Maar omdat het vandaag de dag der geschillen is en tot nu toe nog niet één twistzoeker is verschenen, kun jij wel met mij twisten; want ik wil geen onfeilbare opperpriester zijn, maar ik wil dat ook ik ieder woord van een broeder tegenover het mijne zal stellen, - behalve wanneer Gods geest uit mij spreekt, omdat onze woorden ten opzichte daarvan natuurlijk holle klanken zijn! Daarom mag je nu wel iets tegen mij inbrengen, als je iets hebt; want dit waren alleen maar mijn eigen woorden!'
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Abedam was door deze woorden van Henoch totaal verbluft, viel hem om de hals en zei tenslotte: 'Ja, ja, lieve broeder, alleen jij hebt volkomen gelijk! De Heer is helemaal met jou; maar ik ben altijd dom, door en door! O, ik kan nu wel uit mijn vel springen van ergernis over mijn hardnekkige domheid!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Zal het dan nooit helemaal dag in mijn hart worden? - Zeg mij dat alleen maar, lieve broeder!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Nee, maar het is onbegrijpelijk met welke rust ik daarstraks mijn domheid heb blootgelegd - en ik wilde jou in zekere zin in mijn dwaasheid mee omlaagtrekken en jou onderwijzen!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Alleen wat betreft het bewaren van mijn daarstraks gesproken woorden tot aan het einde der tijden, mag je misschien wel gelijk hebben in zoverre, dat in God zelfs al onze gedachten bewaard worden en dus zeker ook mijn eerdere woorden, ook al zouden ze dubbel zo leeg zijn, als zij toch al waren; maar dat zij zelfs op stenen tafelen zullen worden opgetekend, - dat zou toch een beetje te veel verlangd zijn!
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] En Abedam antwoordde weer: 'Ja, nu is het mij duidelijk; maar nu wil ik ook meteen niet meer spreken, opdat niet nog meer van dat leeg gepraat uit mijn mond op de stenen tafelen komt te staan! -
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Maar kijk, uit de richting van de avond zie ik juist twee mannen met gezwinde pas ons naderen; daardoor zal mijn tong zeker rust krijgen, maar komt er des te meer bedrijvigheid voor mijn oren!
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Het geeft mij heimelijk een beetje vreugde dat mijn voorspelling toch enigszins raak is geweest, namelijk dat men in de vroege morgen niet te vlug moet jubelen over het wegblijven van twisters! Want dat zijn zeker een paar echte heethoofden, omdat zij hun voeten zo snel verplaatsen!
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Bij deze gelegenheid merkte Abedam bij zichzelf op: 'Mij dunkt, ook ik heb mijn voorspelling iets te vroeg geprezen! O Heer, vergeef mij mijn altijd grote dwaasheid!'
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Hier stootte Abedam Henoch aan en zei: 'Broeder, wat voor leraar zal ik eigenlijk zijn in mijn geboortestreek als daar zulke buitengewoon wijze mannen zijn?!
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister, lieve Henoch, jij, die tot opperdienaar van de Heer bent aangesteld: Ik en deze broeder naast Me zijn niet in één zaak oneens - dat wil zeggen, in ons hart zijn wij het niet oneens, maar slechts een weinig in de verklaring -; jij bent als opperdienaar van de Heer het allermeest met het licht begiftigd als gevolg van je liefde tot Hem en daaruit tot al je broeders, geef ons daarom een verlichtend antwoord over hetgeen wij het oneens zijn.
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Een halve vraag van dien aard is voor mij immers reeds bij al mijn zogenaamde schranderheid meer dan toereikend, om mijn gehele vertwijfelde wijsheid voor alle eeuwige tijden de mond te snoeren!
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Broeder, - ik weet bij mijn arme piel niet hoe men iemand nog meer in moeilijkheden terecht kan laten komen dan het ons nu gebeurt!
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Broeder, ik heb en had God altijd lief uit alle macht, en ik zou alle mensen van liefde wel aan mijn hart willen drukken, - en toch ben ik daarbij zo dom, als iemand maar dom kan zijn!
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841  ...