Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 828 van 1490

...  816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841  ...
[14] Hier hebben jullie nu weer een beeld gezien, waaruit je de wereld aan gene zijde beter kunt leren kennen en ook het 'water', waar zo'n opperhoofd doorheen moet zwemmen, voor hij de oever van deemoed, waarheid en liefde bereikt. Daarom nu verder niets meer over deze man.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Hemel, vagevuur en hel heb ik vanaf vele duizenden kan­sels laten verkondigen, ik heb aflaten uitgedeeld, een groot aantal gestorvenen heilig verklaard en vasten, gebed, biecht en communie bevolen -en nu sta ik zelf hier en weet niet wat ik moet beginnen! Als er een gericht bestond, dan zou ik al gericht zijn. Als er een hemel zou bestaan, dan zou ik daar toch als eerste aanspraak op kunnen maken. Want om te beginnen moest ik toch door Gods wil plaatsvervanger van de kerk van Christus worden; en wat ik toen in die functie gedaan heb, was beslist ook slechts een allerhoogste opperste wil, want zonder deze kan er volgens de Schrift geen haar gekrenkt worden en geen mus van het dak vallen.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] In zijn gezelschap zien jullie een mannetje, net een gitzwar­te aap, dat heel druk om onze man heen dartelt en doet alsof het met deze man hele belangrijke zaken heeft af te handelen. Laten we maar wat dichterbij gaan, zodat jullie kunnen horen wat deze man, die zijn metgezel evenmin ziet als ons, voor eigenaardige gesprekken met zichzelf voert.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Als zo'n zeloot die solotour heeft doorlopen -wellicht in vijfhonderd tot duizend, ook wel tienduizend jaar -dan komt hij pas in het gezelschap van strenge geesten. Als hij die niet volgt, wordt hij weer verlaten en helemaal alleen geplaatst, waarbij hem dan alle gruweldaden voor ogen worden gesteld die ofwel door hemzelf of onder zijn voorgangers zijn begaan. ­Bij die gelegenheden moet hij ook alle pijnen ondergaan, die alle vervolgden onder hem of onder zijn voorgangers hebben geleden. Als deze kuur hem nog niet geneest wordt hij gelaten zoals hij is; alleen de honger wordt hem als metgezel gegeven en ook de dorst, en die twee hofmeesters krijgen op slechts enkele uitzonderingen na vrijwel iedereen na verloop van tijd weer in orde.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Bij dit voorbeeld zullen we direct aan gene zijde beginnen en daar een man in ogenschouw nemen die op deze wereld een heel belangrijke rol heeft gespeeld. Hij was de mening toege­daan dat de wereld er ter wille van hem was en hij ermee kon doen wat hij wilde, aangezien hij zich werkelijk aanmatigde de plaatsvervanger van God te zijn, meer nog dan welke andere soortgenoot ook. Maar desondanks moest hij toch 'in het stof bijten' en daartegen beschermde hem noch de grote macht die hij zich had aangemeten noch de wereld en al evenmin zijn plaatsvervangerschap van God.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[19] Kijk, onze held volgt deze raad nu echter nog niet op. Daarom verlaat de engel hem, en zal hij zich nog enkele hon­derden jaren in een onbesliste toestand blijven bevinden.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[18] Kijk, nu komt er onmiddellijk een engel naar hem toe die zegt: 'Vriend, in deze toestand zul je net zolang blijven, tot de laatste druppel van jouw hoogmoed uit jezelf verwijderd zal zijn en jij daardoor de laatste bloeddruppel hebt betaald van het bloed dat jij bij vele duizenden van jouw broeders hebt vergoten! Gooi al je veldheersinsignes van je af, dan zul je vaste grond, meer licht en ook gezelschap krijgen -maar hoed je voor mensen van jouw soort, anders ben je verloren! Wend je vooral tot de Heer, dan zal je weg kort en gemakkelijk zijn,amen. ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[17] Als ik nu maar te weten kon komen waar ik eigenlijk ben?! Als dit nog lang moet duren, zou deze toestand wel eens erg vervelend kunnen worden! Ik heb wel eens iets over een God gehoord -ik zal me toch eens ernstig tot hem wenden. Ik heb me natuurlijk zojuist wel wat bars tegenover hem gedragen; maar hij zal me dat, als hij ergens is, toch niet zo zwaar aanre­kenen. -Hé daar, mijn god, mijn heer! Als je ergens bent, help mij dan uit deze wonderlijk fatale toestand!'
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[9] Maar ik merk dat er voortdurend aan mijn pontificale toga geplukt wordt. Wat zou dat toch zijn? Is er dan misschien toch een onzichtbare geest in mijn buurt, of doet de een of andere wind dat soms? Het is werkelijk heel eigenaardig in deze oneindige woestijn, want je kunt lopen waar je wilt, je blijft toch eeuwig helemaal alleen. Je kunt roepen, schreeuwen, schelden, opspelen en vloeken -of bidden tot wie je maar wilt, er gebeurt helemaal niets en je blijft voor en na helemaal alleen! Het zal al wel enkele jaren geleden zijn dat ik op aarde gestorven ben, en wel op een heel pijnlijke, uiterst onaange­name manier en nu ben ik even onaangenaam alleen, met niets anders dan die kale woestijn onder mijn voeten! Ruimte heb ik hier wel, dat is weer een waarheid, maar waar ik ben, wat er in de toekomst van mij zal worden -zal ik eeuwig ver­der leven of toch eenmaal volledig vergaan -, dat is een onop­losbaar raadsel.
Hoofdstuk 8: Een paus verlaat deze aarde - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[16] Het is hier koud noch warm, noch volledig donker, hoewel het licht mij bepaald niet verblindt! Wat ik niet kan begrijpen is, dat ik in deze solotoestand nog zo blij en opgeruimd ben, dat ik daardoor nog de clown uit zou kunnen hangen –en toch, zoals uit dit voorbeeld blijkt, ben ik in het lichaam van mijn moeder beslist niet eenzamer geweest dan hier! Echt, als ik hier nu zo'n je weet wel, zo'n ja dat bedoel ik, als ik hier nu zo'n 'vrouwmens' bij mij zou hebben, werkelijk, dan zou ik zelfs kunnen vergeten dat ik -maar dank je de koekoek, de veldheer met zijn vijf dozijn grote voorouders! Werkelijk, voor zo'n 'vrouwmens' van de laagste stand zou ik nu wel alles over hebben!
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Zie, nu is het laatste korreltje van de zandloper voor deze held gevallen en de engel raakt hem aan met zijn vlammende zwaard en zegt: 'Sta op, krachteloze ziel, en jij, trots stof, val terug in de zee van je bodemloze nietigheid!'
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[7] Kijk, na deze geweldige uitbarsting van onze opperveldheer maken de twee monniken zich snel uit de voeten; de artsen halen steeds heftiger hun schouders op en de patiënt valt stil en begint te rochelen, terwijl hij zijn gezicht afgrijselijk ver­trekt. Omdat hier bij de patiënt niets meer waar te nemen valt, begeven wij ons direct naar de geestenwereld en zullen daar heel kort gadeslaan, hoe onze held de geestenwereld bin­nentreedt. ­
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Kijk nu eens naar de zieke, hoe dapper hij zich houdt! Maar deze dapperheid is maar schijn, want inwendig zou onze held wel kunnen vergaan van angst en vertwijfeling, en daarbij ver­vloekt hij de zeer pijnlijke ziekte zoals een huzaar zijn paard als het hem niet wil gehoorzamen. -Het is toch een wonder­lijke toestand: daar bidden monniken, weliswaar met een godsvrucht die ver te zoeken is, en waar heimelijk ook nog een helemaal tegenovergestelde wens mee verbonden is Propter certum quoniam* (* vanwege een bepaalde zaak), maar het blijft toch vreemd dat hij, voor wie tenminste nog 'voor het oog' gebeden wordt, vloekt dat het een schande is!
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[3] Het ene collegiaal overleg na het andere wordt gehouden, en ieder uur worden de medicijnen gewijzigd. In het aangren­zende vertrek bidden bij toerbeurt voortdurend twee monni­ken uit Latijnse, in rood en zwart gedrukte boeken. Overal waar een gebedshuis of een kapel staat, wordt voor het herstel van onze grote veldheer een plechtige mis gehouden. Maar dat baat allemaal niets. Want voor deze veldherenziekte bestaat er noch in de apotheek, noch in het gebedenboek en al evenmin in het misboek meer enige hulp, maar daar is het devies: 'Kom, en laat zien hoe je werken eruit zien!'.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Kijk, nu stijgt er een donkergrijs wolkje op! Het wolkje krijgt steeds meer vorm. -En kijk, daar zien we al een gedaan­te, die jullie stellig met niets soortgelijks op aarde kunnen vergelijken. Het hoofd lijkt op dat van een vleermuis, het lichaam lijkt op dat van een reusachtige sprinkhaan, de han­den zijn als ganzenpoten, en de voeten lijken op die van een ooievaar! -Hoe bevalt jullie deze mode nu, als vrucht van die wereldse mode? -De mode doet er echter niet zo erg veel toe; maar dat deze dwaze vrouw, bijna als een zelfmoordenares, misschien nooit de lichtgebieden van de hemel zal betreden, dat is iets anders!
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  816 - 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841  ...