17481 resultaten - Pagina 829 van 1166
... 817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 ...
[20] Wat zeg je daarvan? - Ik geloof heimelijk bij mijzelf, dat Jehova ons allen in Abedam een nieuwe toetssteen heeft gegeven, waaraan wij onze standvastigheid moeten meten; want anders zou mijn blijvende domheid in mijn beroep immers nog minder te verklaren zijn dan een ster die nog nooit is opgegaan! - Wat meen je dan, lieve broeder, in dit opzicht?'Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] 'Broeder, geloof me, jij bent in jouw eenvoud gelukkiger - dan ik met al mijn veronderstelde wijsheid!
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Want wanneer iets wat niet leeft door iets anders dat wel leeft alleen maar wordt meegetrokken, zoals ik bijvoorbeeld mijn kleding op mijn levende lichaam meesleep, dan leeft het daarom nog niet, maar is het zonder meer dood vergeleken met mijn leven. Hoewel het ook een eigen kracht moet bezitten, opdat het niet uiteenvalt of zelfs geheel vergaat en mij niet tot kleding kan dienen!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar wil je beslist een duidelijk licht op dat verschil krijgen, dan blijft er niets anders voor je over dan je tot een ander te wenden of een betere tijd af te wachten; misschien kan ik dan meer licht werpen op deze zaak dan nu!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] En de vreemdeling antwoordde Henoch daarop: 'Mijn lieve Henoch, je hebt weliswaar in één opzicht geen ongelijk; maar als je zegt dat de levende zich niet om de dood moet bekommeren, dan wil ik toch wel van jou weten wat je daarmee bedoelt?!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Als wij echter een evenbeeld van God zijn, dan weet ik in dit geval, op grond van jouw echt goede leer, in alle ernst niet hoe Ik Mij als zo'n goddelijk evenbeeld moet beschouwen; want het leven heeft geen verlosser nodig, maar de dood wel!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En Abedam stemde met deze woorden van Henoch geheel in en zei: 'Ja, ja, lieve broeder, ik kan zien, denken en spreken wat ik maar wil, er blijft ten slotte voor mij niets anders over dan me zo te gedragen als je zo-even hebt gezegd; want iets verstandigers zou ik mijn hele leven niet over mijn lippen hebben gebracht
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Daarom denk ik dat jullie het bij mijn eerdere uitspraak moeten laten en niet weer met een nieuwe tegenwerping moeten komen! Dat moeten jullie goed in acht nemen!'
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Wanneer hij met nog zo'n opmerking komt, dan krijgt hij met mij te doen! Waarlijk, ik zal hem over alle bergen heen praten! Die zal nog lang over dergelijke woorden uit mijn mond nadenken!
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Mijn betoog zal hem zeker over alle bergen drijven! -Broeder, je begrijpt me toch wel?!'
Hoofdstuk 149: Het ambt als een verdeemoediging voor God en voor de wereld. Henoch spreekt over het verschil tussen het leven in God en het leven in de mens. De vraag van de vreemdeling naar het verschil tussen schepsel en kind van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Nu wendde de vreemdeling Zich echter tot Abedam en zei: 'Broeder en vriend Abedam, als Mijn beslist belangrijke tegenwerpingen je zo erg in de war brengen en je Mij bij een volgende zelfs over alle bergen heen wilt wegpraten, zie, dat kun je immers nu al doen; en is dan je vermeende zege gelukt, dan heb je Henoch en jezelf immers voor alle verdere commentaren van het leven en de liefde behoed!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Ik meen echter, als het leven geen kinderspel, maar een zaak van grote ernst is, dan kunnen dergelijke vragen toch wel van groter belang zijn dan jouw behaaglijkheid.
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Mijn wijsheid brengt je van je stuk omdat zij de jouwe overtreft, en in het bijzonder nu, omdat je van mening bent door de aanwezigheid van Jehova, aan wiens zijde je voortdurend was, de wijsheid gewoonweg niet de paplepel tot je hebben genomen, en al je broeders in de avond moeten daarom dommer zijn dan jij, opdat je hen je grote overwicht aan wijsheid eens flink kunt laten voelen.
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Heeft de hoge Abedam niet meer aan je verdiend, dan dat je Hem nu wilt loochenen en je mij liefdeloos over alle bergen wilt wegpraten uit pure naijver over Mijn wijsheid?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] 'Broeder, omdat je mij in alle wijsheid duizendvoudig overtreft - hetgeen ik nu uit jouw waarachtig zuiver hemels ware vermaning duidelijk heb vernomen - en je eveneens uit de avond afkomstig bent, word mijn helper en plaatsvervanger! Want wat moet ik doen vanuit mijn grote dwaasheid?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)