Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 829 van 1088

...  817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842  ...
[1] Kijk, niet ver van ons vandaan zullen jullie een paar menselijke wezens zien. Het zijn een man en een vrouw en wel juist in een situatie die we heel goed voor ons doel kunnen gebruiken. Daarom gaan we er nu vlug naar toe zodat we hen dadelijk inhalen. Jullie vragen hoe de relatie is tussen die beiden. Ik zeg jullie: voor ons doel kon ze niet beter zijn dan ze is. Het is een relatie waarbij de vrouw slechts zes jaar eerder dan haar man overleden is. De man heeft veel om haar getreurd, maar heeft zich na verloop van een paar jaar helemaal in de armen van de religie geworpen en trouw naar zijn verworven inzichten geleefd. Maar nu is ook hij van de aarde weggeroepen en pas kortgeleden hier aangekomen. Deze inleiding is voorlopig voldoende; de bijzonderheden zullen jullie in de geest aan de hand van de praktijk ervaren.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] De vrouw zegt: mijn steeds geliefde echtgenoot, op de legaten na volkomen! Zeg me daarom, hoeveel mogen deze wel bedragen, en aan wie zijn ze vermaakt? Lieve vrouw, zegt hij, de legaten bedragen bij elkaar niet meer dan tweeduizend gulden, zijn in vijven verdeeld en op één na aan vier verwanten van jou vermaakt. Slechts één deel moest ik fatsoenshalve aan de bedeling vermaken. Ik zou zoiets ook niet hebben gedaan als jij niet soms al tijdens jouw leven had aangegeven om deze verwanten van jou te gedenken. Maar wint de armen betreft, weet je toch dat men ten eerste al iets moet doen vanwege de buitenwereld en daarna ook iets omwille van God, omdat we toch christenen zijn en geen heidenen. Overigens betekent deze aalmoes van tweeduizend gulden toch niets vergeleken met ons achtergelaten grote vermogen, want zoals ik tenslotte heb berekend, krijgt elk van onze achtergebleven zeven kinderen een rond bedrag van honderdvijftigduizend gulden. Bovendien hebben alle kinderen geleerd om zuinig met geld om te gaan en kun jij dus evenals ik heel gerust zijn over jouw achtergelaten vermogen. Aan mijn zijde kun je nu samen met mij op zoek gaan naar een ander vermogen dat ons hier op z'n minst in een overeenkomstig gelukkige situatie kan brengen waarin we kunnen leven zoals we althans op aarde hebben geleefd.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] De vrouw zegt: ik heb altijd wel gedacht dat jij je religieuze, dweperige dwaasheid ook naar deze wereld zou meebrengen. Wat hebben ik en jij op aarde dan ooit voor kwaad gedaan? Waren we dan niet altijd rechtvaardig tegenover iedereen? Zijn we ooit iemand iets schuldig gebleven of hebben we ooit een huisbediende het overeengekomene niet gegeven? Als er een of andere God zou bestaan of volgens jouw mening een of andere `Christus', dan zou het toch de grootste onrechtvaardigheid zijn dat Hij mensen zoals wij zou belonen met hetgeen we hier voor ons zien. Welke God zou het een mens dan ook maar in het minst kwalijk kunnen nemen dat hij geen geloof heeft kunnen hechten aan een `oude sage' die vol zit met onzin en belachelijke zaken. Ik geloof namelijk, en dat kan toch een blinde zien, dat als een God iets aan het menselijk geslacht gelegen zou zijn, vooropgezet dát er een God bestaat, de mens zich toch niets onrechtvaardigers zou kunnen dromen dan dat deze God slechts eenmaal persoonlijk, toegerust met algehele wondermacht, tot de mensen zou zijn gekomen, en dan alleen tot de mensen van een heel klein gebied terwijl de gehele aarde toch bevolkt was.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Zij zegt: en jij zou in staat zijn om mij, jouw trouwe, jou eeuwig liefhebbende vrouw zoiets aan te doen? Ik zeg je dat ik zoiets niet zou kunnen, al was je werkelijk tot de hel verdoemd! Ik zou je in het vuur niet willen verlaten en jij wilt mij vanwege mijn verstandige woorden verlaten? Het staat ook jou vrij om mij jouw mening op een verstandige manier uiteen te zetten, maar het mag geen onzin zijn, want ik houd te veel van je om je op dwaalwegen te laten belanden. Volg mij maar, ik wil je naar een andere plaats brengen waar het beter zal zijn dan hier en waar jij pas in een groter gezelschap gevoeglijk zult ervaren, hoe men er hier aan toe is.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie moeten je er niets van aantrekken als jullie ogen deze keer wat meer op de proef worden gesteld, want onze weg loopt meer naar het noorden en daar wordt het steeds donkerder. Desondanks zullen we voor onszelf nog altijd zoveel licht hebben, dat ons bij deze gelegenheid niets zal ontgaan.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Zoals jullie zien, komt er uit het midden van het gezelschap een knokige en uitgeteerde mannelijke gestalte, die zich naar ons paar begeeft. De vrouw ontvangt hem bijzonder liefdevol en welwillend. Ook de man van de vrouw maakt een diepe buiging voor deze mannelijke gestalte.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Een oud spreekwoord zegt over de bijbel: o bijbel, o bijbel, je bent voor de mens een euvel! En kijk, dat spreekwoord heeft gelijk. Zouden de mensen op aarde de moed hebben om deze oude joodse onzin met wortel en tak uit te roeien en daarvoor in de plaats het zuiver menselijke verstand te stellen, dan zou de wereld wat haar cultuur betreft reeds honderden jaren verder zijn. Nu echter moet deze oude onzin, om welke redenen dan ook, nog steeds behouden blijven waardoor de meest eerzame en rechtschapen mensen de handen voor het fijnere werk vaak gebonden worden. Wat is het gevolg? Denk eens na met je anders toch goede verstand! Waar vindt men de meest liederlijke, slechte en arme mensen? Zeker nergens anders dan juist daar waar overwegend de bijbel en vooral de nieuwe christelijke leer thuis is. Ga naar Rome, ga naar Spanje, ga naar Engeland en je zult mijn woorden bevestigd vinden.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De gestalte zegt: ik smeek u mijn zeer geachte dame, u bent veel te goed! Ik geef u de verzekering dat het voor mij een grote eer en een heel bijzondere gelukzaligheid zal zijn als ik tot mezelf zal kunnen zeggen dat ik een zo lieftallige dame met mijn persoontje heb mogen dienen. Daarom vraag ik u mij de kwestie die u op uw hart hebt toe te vertrouwen. Zij zegt: ach, mijn zeer gewaardeerde vriend, u bent veel te goed en te bescheiden en juist deze grote goedheid en bescheidenheid boezemen mij zoveel vertrouwen in, dat ik niets voor u achter zal houden; wees dus zo goed om naar mij te luisteren.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] De man zegt tegen de gestalte: zeer geachte vriend, als ti op dit gebied zo'n goed gefundeerde kennis bezit, laat me dat dan eens horen. Ik ben er echt niet afkerig van om naar u te luisteren, maar zal desondanks bij mijn mening blijven als de uwe mij niet volkomen overtuigd heeft.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] U als denkend en wijs man zult dus zelf inzien dat het van mijn kant zeer onbillijk zou zijn, mij van ver zo'n weldoener te verwijderen, vooral nu ik Hem, naar het mij voorkomt, het meest nodig heb. Daarom geachte vriend, doet u voor mij in dit opzicht vooral geen moeite, want ik geef u openhartig de verzekering dat u bij mij niets zult bereiken. Ik was lang genoeg een dwaze slaaf van de charmes van mijn vrouw. Ik heb na haar overlijden in Christus mijn Heer geleerd om deze te kunnen ontberen en ik hoop dat ze me hier niet meer zullen beïnvloeden, vooral omdat door de dood van mijn lichaam de huwelijksband met mijn vroegere vrouw heeft opgehouden te bestaan. Wil zij mij echter volgen dan zal ze mij ook altijd waardevol en dierbaar zijn. Maar mijn Christus opgeven voor haar zal ik nooit doen, al trok ze me ook met alle geweld naar het middelpunt van een of andere hel! Is ze ermee tevreden dat ik tenminste ongehinderd met mijn Christus bij haar kan zijn, dan wil ik mijn oude liefdesbanden met haar niet verbreken, maar is ze dat niet, dan heb ik bij deze mijn laatste woord in haar aanwezigheid gesproken.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De gestalte zegt tegen de man: beste vriend, ik heb u van begin tot eind geduldig aangehoord en kan over uw uitlatingen alleen maar in alle ernst zeggen dat ik deze ten zeerste betreur. Opdat u evenwel weet met wie u te doen hebt (nu neemt de gestalte zijn toevlucht tot een leugen) zeg ik u dat ik de grote leraar Melanchthon ben, over wie u op aarde zeker wel iets hebt gehoord. De man zegt: o ja, maar wat wilt u daarmee zeggen? De gestalte zegt: geachte vriend, niets anders dan dat ik zeker beter weet wat Christus is dan u, want ik heb tot aan het laatste uur van mijn aardse bestaan met uitzonderlijke ijver in de zogenaamde christelijke wijngaard gewerkt en ik zou voorwaar zelfs zonodig voor Christus de dood zijn ingegaan. Ik heb niet alleen de roomse maar ook de meer zuivere leer van Luther van alle overbodige ballast gezuiverd; ik leefde letterlijk volgens de zin van deze leer en wat was het gevolg? Dat hoef ik u, geachte vriend, niet met veel woorden uit te leggen, want één blik van u op mijn hele wezen zal u het resultaat van mijn leven volgens de zogenaamde kwintessens van het christendom laten zien. Meer hoef ik u niet te zeggen. Laat het dus maar op het oude 'experientia docet' ( Al doende leert men.) aankomen, dan ben ik ervan overtuigd dat we elkaar, als alles goed gaat, na verloop van honderd jaar precies zoals we nu tegenover elkaar staan weer zullen ontmoeten. U mijn vriend, bent hier nog een volslagen nieuweling en weet niet hoe men leeft in het rijk van de centrale oerkrachten. Wanneer u echter enkele tientallen jaren door deze eeuwige nacht zult zijn opgejaagd en daardoor danig uitgehongerd zult zijn, zullen zeker ook meer solide en praktische inzichten in uw, van alle wereldse dwaasheden bevrijde hoofd, een ruimere plaats vinden dan nu.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Ik denk altijd maar: we hebben op aarde wel zogenaamd als christenen geleefd, hebben ook het evangelie gelezen maar er in wezen nooit naar geleefd. We leefden en handelden volgens onze eigen inzichten en voor ons eigen voordeel, maar van het daadwerkelijk uitoefenen van de leer van Christus was noch bij mij en nog veel minder bij jou ooit sprake.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Verder staat er in het evangelie dat de Heer tegen de rijke jongeling zegt: `Verkoop al je aardse goederen, verdeel de opbrengst onder de armen en volg Mij, clan zul je het eeuwige leven bezitten.' Maar wat zegt de grote Leraar tegen de jongeling of eigenlijk tegen Zijn apostelen toen deze zich na zo'n verkondiging wenend van de Heer verwijderde? Kijk, die woorden waren vol bijzondere betekenis en naar het me voorkomt, ondergaan wij nu juist de treurige betekenis van deze woorden die als volgt luiden: `Het is voor een kameel gemakkelijker om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke door de poort van het hemelrijk.'
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Omdat hier geen geloof in de Heer te vinden is en jouw eerbiedwaardige gezelschap evenals jij ontkennend over Hem heeft gesproken, ben ik van mening dat het zich om dezelfde reden hier bevindt als wij beiden. Als de grote liefde en barmhartigheid van Christus ons allen niet helpt, ben ik ervan overtuigd dat alle eeuwigheden die geheel met melanchthonische waarheden gevuld zouden zijn, ons bitter weinig kunnen helpen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Het vergaat hem bijna als de minnaar in de verhalen van de ouden, die over de liefde van de schone Sirenen gaan. Zolang de minnaar vanuit zijn sfeer de hem betoverende Sirene aanschouwde, was hij vol verrukking. Een omhelzing van zo'n geliefde leek hem het toppunt van geluk te zijn. Toen hij echter zijn geliefde naderde en deze hem in haar zachte armen sluitend naar beneden in haar element begon te trekken, ging de aanvankelijke fantastische bekoring verloren en kwamen hevige schrik en doodsangst daarvoor in de plaats.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  817 - 818 - 819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842  ...