Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 84 van 1110

...  72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97  ...
[11] In Hem woont de geest van God; want dat heeft Hij ons al door deze enkele daad voldoende bewezen; jullie hebben helemaal geen geest in jullie, behalve die van de hoogmoed, de heb en de heerszucht!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Jullie willen na God wel de eersten zijn, en je verlangt van ons mensen een goddelijke verering; maar wij zeggen je, dat jullie voor ons de laatsten zijn. en honderdmaal erger dan alle heidenen! Want voor ons welzijn doen jullie mets; je werkt niet, en die bij jullie in de school komen, worden na verloop van een paar jaar zo dom en somber, dat geen engel zonder speciale macht en kracht van God ze weer normaal zou kunnen maken! En dat is altijd nog het beste deel van al jullie zorgen en moeiten voor wat ons welzijn moet heten!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Jullie verleiden de vrouwen van jullie geloofsgenoten, de Joden, honderdvoudig tot het plegen van echtbreuk, en met hun dochters bedrijf je ontucht; maar dat vind je niet erg! Wanneer echter een andere arme duivel zoiets zou doen, dan wordt hij gestenigd als hij arm is, maar als hij rijk is en in aanzien staat, dan kan hij zich loskopen en blijft bovendien nog jullie vriend ook!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De Joden, jullie geloofsgenoten, kennen jullie beslist niet zo goed als wij Grieken, en als ze jullie al kennen, dan mogen ze toch niets zeggen. Maar wij kennen jullie en mogen spreken; vooral bij deze gunstige gelegenheid zeggen wij jullie dan ook precies wat wij van jullie vinden!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Wij zijn ook Jood geweest en zijn nu blij dat we Griek zijn; hoewel we in naam en voor de politie Griek zijn, zijn we in ons hart toch echte Joden, - maar beslist niet zoals jullie, die je aan God gewijde gebeden voor geld verkoopt en daaraan de leugenachtigste uitwerkingen toeschrijft!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Wij zelf bidden tot God omdat hij God.is, en wij als Zijn schepsels verplicht zijn om Hem te aanbidden. Gaan jullie maar weg, want jullie aanwezigheid staat ons nog meer tegen dan een stinkend kreng!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De Grieken, die vroeger ook Joden waren, komen hem direkt tegemoet en vragen heel nors, wat hij daar op dat moment zoekt, en of hij soms een spion is. Maar hij zegt op een vertrouwelijke toon: 'Beste mannen en vrienden! Ik draag wel het kleed van een Farizeeër en zoals jullie weten ben ik ook inderdaad een echte Farizeeër; want als eerstgeborene van een rijk huis in Jeruzalem was ik verplicht om datgene te worden, wat mijn, niet zo gewetensvolle, ouders wilden. En zo werd ik uiterlijk wel, maar innerlijk nog minder Farizeeër dan jullie allen, hoewel jullie nu Grieken zijn.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De reden van mijn komst is heel eenvoudig het volgende: Jullie kennen mijn collega 's even goed als ik en jullie weten welke rechten zij zich allen aanmatigen. Zij zijn theologen, en niemand behalve zij mag iets van de schrift begrijpen, hoewel zij, onder ons gezegd, waarschijnlijk van alles meer verstand hebben, dan nu juist van de schrift; maar ze zijn daarvoor door de tempel uitverkozen en hun vermeende rechten komen daarvandaan, en daartegen kunnen jullie niets doen.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Tevens zijn zij doktoren en dulden om die reden niet, dat een vreemde met zijn kunst maakt dat hun inkomen vermindert; ook hiervoor heeft de tempel hen privileges gegeven en zij weten voor hun recht op te komen, en daar kunnen jullie niets tegen doen of uitrichten.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Hoewel een echte Jood walgt van die bedriegerijen van de tempel, zijn ze daadwerkelijk toch door de staat erkend en goedgekeurd, en jullie kunnen daar niets tegen uitrichten. Ik zou jullie nog veel meer kunnen vertellen, maar het is voldoende om jullie datgene uit te leggen, waaraan je kunt zien welke rechten de Farizeeën hebben, waartegen voorlopig met geweld, jammer genoeg, niets gedaan kan worden.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Als ik de oude, wraakzuchtige collega's ter wille van de goede zaak niet gesust had, dan zouden jullie nu al in heel moeilijke omstandigheden verkeren; want ze wilden al een legioen uit Kapérnaum laten komen en het hele huis aan het gerecht overleveren! Ik ben dus jullie vriend en geen vijand en nog minder een sluwe vijandelijke spion! Maar denk niet dat ik daarom een verrader ben! Als je echter een goede raad van mij wilt aannemen, luister dan geduldig naar mij!'
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] De jonge Farizeeër antwoordt: 'Daar ben ik niet bang voor, en als ik honderd levens had, dan stond ik met al die levens in voor de waarheld dat ik het totaal eerlijk meen! Luister dus: Je weet nu dus, dat het de Farizeeën eigenlijk nergens anders om gaat dan om hun gepachte inkomen. Ga dus morgen naar ze toe en spreek met hen een bepaald bedrag af voor het feit, dat morgenochtend de hier aanwezige wonderdokter de zieken van deze plaats zonder enige moeilijkheid genezen mag, en de oude geldhandelaars zullen jullie zonder enig bezwaar toestemming geven; en willen of kunnen jullie hen het geld niet di rekt geven, beloof hun dat toch en dan lukt het ook!
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Alleen zou ik de wonderdokter wel willen adviseren, dat hij in de eerste plaats na het genezen van de zieken deze plaats beter direct kan verlaten, omdat anders de naar geld dorstende Farizeeën zich mogelijk door jullie meteen voor nog meer concessies zouden willen laten betalen, maar In de tweede plaats wil ik er voor waarschuwen, dat hij zich niet, wat die wonderdokters gewoonlijk doen, als profeet op moet werpen en het volk ook geestelijk gaan bewerken; daar ben ik niet op tegen, maar de ouden zijn op dit punt juist vanwege jullie Grieken erg onverdraagzaam.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] En tenslotte moet het volk hem niet in het bijzijn van die oude vossen uitroepen tot zoon van David; want dat is voor mijn oude collega's het allerverschrikkelijkste! Als jullie daar op letten, dan kan -wat ik van ganser harte hoop - alles in stilte en rust verlopen; maar anders zou het echt wel eens een schreeuwend spektakel kunnen worden!'
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De jonge rabbijn zegt: 'Als dit jullie helemaal lukt, dan zal er niet makkelijk iemand te vinden zijn die er minder op tegen is dan ik! Maar wees voorzichtig als de raven, anders zou het jullie en ook mij beslist niet naar wens vergaan! Want niemand kent beter dan ik de ver om zich heen graaiende poten van de oude vossen, en hun scherpe ogen zien door de muren, en hun oren horen wat ergens uren verderop gezegd wordt. Dan ga ik nu maar naar huis opdat ze mij niet gaan verdenken; want het begint al te dagen, en de vossen zullen weldra wakker worden, en als ze me zouden missen dan was het uit,
Hoofdstuk 181: De oude Farizeeën om de tuin geleid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97  ...