Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 84 van 91

...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91
[2] Om dit alles beter te begrijpen moet je het verschil goed kennen. Neem eens een magneet; wat je ziet is materie, wat in de magneet aantrekkend of afstotend werkt, is substantie. Deze substantie is met het zintuiglijke oog niet zichtbaar; maar het oog is ook niet de enige berichtgever over het ziele - of geestesgebeuren, maar de mens heeft ook nog andere zintuigen die dichter bij de ziel liggen dan het gezichtsvermogen, dat ongeveer het meest uiterlijke zintuig van de mens is. Het gehoor ligt al dieper, de reuk en de smaak nog dieper en helemaal met de ziel verenigd is de gevoels - of tastzin.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als er echter in en aan de materie werkende krachten worden ontdekt, dan zijn die niet dood, maar levend en intelligent; want zonder een bepaalde intelligentie is een werking even ondenkbaar als een kracht.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Zulk een verzoek wordt hun toegestaan, maar gewoonlijk houden ze hun woord niet, want deze geesten worden door afschuw en haat tegen de materie boosaardig of wraakzuchtig, of ze scholen met miljoenen samen en willen naar buiten in de wijde oneindigheid ontvluchten. De boosaardigen en wraakzuchtigen worden weer gevangen genomen en onder bovengenoemde meteorische verschijnselen naar de aarde afgevoerd, waar hun de plantengebieden worden aangewezen om in te werken. Maar hebben ze daar geen zin in, dan worden ze in de verschijningsvormen van water in beken, rivieren, meren en zeeën gedreven, waar ze dan ook, wat jullie al bekend is, vaak lelijk te keer gaan. Maar zijn ze erg boosaardig geworden en hebben ze zich daar met de harde, ongenaakbare geest van de zee verenigd, dan kan het wel gebeuren en gebeurt het ook vaak, dat zulke kwaadaardige lieden weer worden terugdreven naar het binnenste van de aarde, wat een erg beklagenswaardig lot is. Maar als deze geesten vlijtig bezig zijn met de plantengroei, dan kunnen ze óf de weg van het vlees inslaan, of ze kunnen na een afgelegde dienstperiode, die op zijn hoogst twee honderd jaar of iets langer duurt, weer in hun vorige vrije toestand terugkomen, zodat ze dan in vrijheid de lucht, de bergen, het aardrijk, de bossen, vaak ook meren en rivieren kunnen bewonen.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Een tweede reden, waarom deze geesten en geestelijke specifica in het innerlijk van de aarde naar binnen dringen is dat daar geesten zijn, die door razernij in deze gevangenschap al een hoog leergeld hebben betaald en daardoor verstandig geworden zijn en weer de vurige wens hebben vrij te worden. Zulke geesten worden dan door de naar binnen gedrongen betere geesten volgens bepaalde regels uit hun gevangenschap bevrijd en naar boven in grotere vrijheid gebracht; daar worden ze dan weer tewerk gesteld. Omdat er nog boosaardigheid in hen is, moeten ze zich eerst bezig houden met giftige planten en dieren en de voor de groei noodzakelijke psychische oerspecifica ordenen en daardoor zo' n giftige plant of giftig dier die vorm en geaardheid geven waarin ze steeds volgens hun orde moeten verschijnen. Voldoen zulke geesten, dan krijgen ze de leiding over betere planten en dieren; voldoen ze niet, doordat ze zich vaak misdragen en de schadelijke specifica, in plaats van in planten, dadelijk in dieren of mensen leiden, waardoor epidemische ziekten ontstaan, dan wordt die taak hun weer afgenomen en worden ze in de aarde steviger gevangen genomen waar ze zich dan met de vorming van metalen en stenen moeten bezighouden; dat werk is natuurlijk veel zwaarder en langduriger. Een bevrijding uit zo'n toestand kan dan pas tot stand komen, als zo' n geest na heel veel jaren het hem opgedragen werk, getrouwen tot nut van de verlossing van de in de materie gevangen geesten heeft volbracht. - Dat is dus weer een reden waarom de betere geesten afdalen in het binnenste van de aarde.
Hoofdstuk 40: Het werk van de geesten binnenin de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Een spreuk uit jullie liturgie, die de zaak wel wat ongelukkig en niet juist weergeeft, luidt: 'Bedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren'. Deze spreuk bedoelt met het woord 'stof wel het totale uiteenvallen van het lichaam, maar is in deze betekenis onjuist, omdat iedereen onder 'stof fijn verpoeierde aarde of steen verstaat, die door de wind gemakkelijk verwaait. Ook kan daaronder de nog fijnere zonnestof verstaan worden, die wel fijner is dan de stof van de straat. Als het lichaam in zulk soort stof opgelost zou worden dan was zijn ziel daarmee weinig geholpen. Het allerfijnste stof dat we nog kunnen zien is toch altijd nog materie en kan zich zo lang het materie blijft niet met de ziel en de geest verenigen. Beter dan stof zou men kunnen zeggen 'specifiek zieleatoom'; dat is niet meer materieel maar substantieel. Tussen materie en substantie is echter een hemelsbreed verschil.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hier kan iedereen gemakkelijk het verschil zien tussen materie en substantie. Ook bij een zogenaamde elektriseermachine kan iedereen gemakkelijk het materiële van het substantiële onderscheiden. De materie is hierbij: de glasschijf, het wrijvingskussen, de metalen conductor en nog enkele flessen. Als de machine in rust is, ondervindt niets wat de machine nadert een of andere beweging; maar wordt de machine in beweging gebracht, dan wordt de zich in haar bevindende substantie evenals die uit de lucht van de omgeving, opgewekt; als iemand dan de machine nadert, voelt hij dadelijk hoe er aan zijn haren wordt getrokken en als hij nog dichterbij komt zal hij de substantie als knetterende vonken zien, die flink prikken - en die als ze sterk zijn in zijn spieren schokken teweegbrengen. Zo'n elektrische vonk, hoewel zichtbaar in de materiële tijd en ruimte, is echter geen materie meer maar een substantie of kracht die overeenkomst heeft met de zielesubstantie en die in de materie rust. Als ze echter geprikkeld wordt, uit ze zich ogenblikkelijk als een alles doordringende kracht, waar men geen materiële hindernis tegenover kan stellen.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als iemand deze uiteenzetting maar enigszins begrepen heeft ziet hij in, dat er in de eigenlijke betekenis van het woord helemaal geen materie bestaat, omdat de materie zelf alleen maar een werking van krachten is; de werking van deze krachten verschijnt dan als een bepaalde soort in een bepaalde gesteldheid en vorm en laat door dit optreden zien dat de werkende krachten niet zonder intelligentie werken; want waar aan een ding of een wezen een bepaalde vorm, soort en eigenschap te ontdekken is, kan niemand de intelligentie van de daarin werkende krachten loochenen.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De mensen kunnen wel huizen bouwen, stoffen voor kleding en werktuigen maken; maar de materie daarvoor kunnen ze niet maken. Ze kunnen geen gras maken, geen struiken en geen bomen net zo min dieren. Maar door en door levende geesten en engelen kunnen dat wel, omdat ze daartoe zijn voorzien met kracht uit Mij, om dat in Mijn naam te kunnen volvoeren.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] 'Ik als de oerschepper kan de eindeloze hoeveelheid van Mijn ideeën fixeren' - zegt de Heer - en kan de levende intelligenties als het ware als enkelvoudige gedachten in de materiële verschijningsvorm van de steen vasthouden, ze langzamerhand vrijmaken en ze in hun volheid en heerlijkheid zichtbaar maken voor Mij, de Schepper, en voor degenen die uit Mij voortkomen, opdat de eindeloze volheid van Mijn ideeën niet als een geheel onveranderlijk beeld voor Mijn ogen zal zweven; want juist in deze materiële schepping sluit de Schepper zich van de te eindeloos vele ideeën af en voert ze door het vrij worden en oplossen van de materie weer als enkelvoudige gedachten ter beschouwing voor Zijn goddelijk oog.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Als dan de Schepper Zijn ideeën en gedachten, die zeker niet dood zijn, in de verschijningsvorm van de materie heeft ingebonden zoals een boekbinder een boek, dan moet er toch ook wel in de steen leven aanwezig zijn, dus een grote hoeveelheid intelligenties, die zich tenslotte in de levende menselijke ziel, die haar levend deel daaruit al in zich heeft opgenomen, terug vinden, om zich als het ware als levend weer in de ziel te regenereren.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Dat was weer een goed voorbeeld van materie en substantie. Kijk eens naar het buskruit, dat uit zwavel, salpeter en koolstof bestaat. Het korreltje is rustig en valt als elke andere materie van boven naar beneden; maar in het korreltje rust veel substantiële kracht. Wordt deze substantie door iets, wat op haar lijkt, geprikkeld, dan verscheurt ze bliksemsnel haar gevangenis in atoomkleine stukjes en maakt zich vrij. Het vuur is verwant aan deze substantie en is daarom het middel om haar te prikkelen. Daarom manifesteert ze zich ook als een substantiële kracht die niet door natuurlijke hindernissen kan worden beperkt. In het water is ook een substantiële kracht voorhanden die bij een hoge warmtegraad ontwikkeld wordt. Wil iemand deze kracht nu insluiten, dan zal ze elk nog ZO sterk vat doen springen en zich dan in vrijheid uitbreiden. In bijna elke materie is een substantie voorhanden; het komt er alleen op aan, hoe en waardoor ze kan worden opgewekt om haar werking te tonen.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] De natuuronderzoekers, de vaak ijdele natuurdwazen, hebben wel in alle materie bepaalde basiskrachten ontdekt, zoals de aantrek kende en afstotende kracht waarvan de aantrekkende als cohesie of zwaartekracht en de afstotende als de centrifugaal kracht wordt aangenomen. Daarnaast zijn er nog over de elasticiteit of expansiekracht, de deelbaarheid en de doordringbaarheid van de materie heel geleerde verhandelingen gehouden en ze zijn ook onder de krachten ingedeeld, die tot de grondeigenschappen van de materie behoren. Maar waren deze geleerde natuurdwazen, als zelflevende mensen, maar een stapje verder gegaan en hadden ze de alles beheersende en alles vullende levenskracht een plaats in hun boeken ingeruimd, dan zouden ze al lang met hun wetenschap een grote stap voorwaarts gemaakt hebben en hadden ze niet noodzakelijkerwijs dode krachten - wat de grootst mogelijke onzin is, moeten onderzoeken en ontbinden, maar hadden ze dadelijk met de basisvoorwaarden van alle zijn te doen gehad. Dan hadden ze zichzelf en alle materie allang volkomen en met gemak kunnen doorzien vanaf het juiste, effectieve, ware standpunt. Het is eigenlijk allerdomst dat de levenden in louter dode krachten rondtasten en tenslotte ook nog willen bewijzen, dat de levende kracht een mengeling en samenstelling van louter dode krachten is!
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Waar men niets anders dan uitwerkingen ziet, daar moeten ook evenveel krachten als uitwerkingen zijn; en omdat al die werkingen geordend en planmatig zijn, moeten er ook evenveel intelligenties als kracht aanwezig zijn. En uit deze gevolgtrekking wordt dan ook begrijpelijk, dat de materie alleen maar uit zielen, dus intelligenties bestaat, die door hogere krachten en intelligenties volgens ordening en behoefte tijdelijk kunnen worden vastgehouden.. Als de tijd van het vasthouden verstreken is, ontwaken de afzonderlijke intelligenties en verenigen zich als oersubstantie weer tot dat wezen, waarin ze oorspronkelijk uit Mij, de Schepper, gevormd werden; en deze hereniging is dan gedeeltelijk het werk van de intelligenties zelf en gedeeltelijk dat van de bekende hogere geesten.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Kijk eens naar een spin! In dit diertje zul je twee intelligenties verenigd vinden. - De eerste is het herkennen van het voedsel dat het nodig heeft; dit voedsel wordt voor twee doeleinden gebruikt, namelijk voor de voeding van het dierlijk wezen en om het kleverige sap te bereiden, waaruit het haar net spint; dit is de éne intelligentie. De twééde intelligentie is de eigenlijke kunst van de spin om de draad uit zich te trekken, hem aan kleine haakjes te hangen en een net te spinnen of beter gezegd te vlechten, dit net dan met een parelachtige kleverig sap te overtrekken, en daardoor die dieren te vangen, die haar nieuw voedsel geven. Uit deze manier van handelen moet iedereen toch wel zien dat de spin een intelligentie moet bezitten; en die intelligentie is hetzelfde als wat natuuronderzoekers - wel wat ten onrechte - 'instinct' noemen; want instinct is eigenlijk een innerlijke drang om een bepaalde bezigheid, op een bepaalde manier, in het werk te moeten zetten. Maar wat de geleerden instinct noemen, dat is niet meer de intelligentie van het diertje, maar dat is al het leiding en richting geven door hogere geesten. Het zijn namelijk twee dingen: een bepaalde vaardigheid bezitten en: volgens deze vaardigheid een bepaalde handeling uitvoeren. Aan het bezit van zo'n vaardigheid is de noodzakelijke uitvoering daarvan nog niet verbonden; daartoe moet er nog een andere drang bijkomen en dan is het bezit van zulke vermogens en vaardigheden in een wezen, of in een psychisch specificum, juist de intelligentie. De dwang echter om naar zo' n inwonende intelligentie te handelen is niet in het wezen zelf als een instinct neergelegd, maar dat is de dwingende leiding van de kant van de hogere en volkomen geesten, die bijvoorbeeld onze spin de plaats aangeven waar, en de tijd wanneer ze haar speciale vaardigheid moet aanwenden. Want was dat niet het geval dan zou de spin of helemaal nooit, of aldoor maar door spinnen en ze zou zelfs het gezicht van een mens niet ontzien en een net over zijn ogen spinnen. Dat is echter nooit het geval; want ze moet spinnen waar ze genoodzaakt wordt te spinnen en waar haar specificum doeltreffend is als het zich met het specificum van de aanwezige materie in verbinding stelt en dat in zich verzamelt voor een hoger leven.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Kijk, dat is het karakteristieke, dat uit elk ding of elke zaak in de levende ziel van de mens naar binnen straalt en deze karakteristieke trekken zijn afkomstig van de levende intelligente krachten die in de materie worden vastgehouden.
Hoofdstuk 43: Indrukken van de materie op ziel en geest - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91