Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 84 van 373

...  72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97  ...
[14] Als je Mij uit de grond van je hart liefhebt, is dat voor Mij volmaakt voldoende; alles wat meer is, is dom, heeft geen nut en maakt van de mens, Mijn evenbeeld, een laf schepsel dat voor niets groots deugt of bruikbaar is'
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Laten we nu ophouden met deze verhalen die helaas maar al te waar zijn, want onze Joodse burgers komen er aan en die willen we niet al te zeer ergeren. Weliswaar weten zij ook het nodige, maar natuurlijk niet al deze dingen, en daarom zullen wij hen van te voren niet te verder inwijden in de diepste, kwalijke geheimen. Spreken jullie er ook zo weinig mogelijk over, want anders zouden jullie in grote aardse moeilijkheden kunnen komen, die dan ook jullie ziel schade zouden kunnen berokkenen! Denk liever: 'Wij zijn in ons hart vrij en hebben het juiste licht en de ware weg naar het leven gevonden! ' Zolang Ik hen echter nog duld, opdat dé maat van hun boosheid vol zal worden, zolang moeten ook jullie hen nog dulden, en volg hun goede lessen op, maar wend je ogen en oren van de slechte af! En nu genoeg over dit onderwerp, want onze burgers staan al voor de deur en ook zij hebben nog niets gegeten; daarom moeten zij hier ook wat te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen zei EEN BURGER: 'O Heer, dat zou allemaal goed en best zijn, als wij in ons hele leven maar nooit gezondigd hadden! Maar nu branden de zonden in ons hart voor U die onze harten en nieren doorziet en door en door heilig bent, en wij zijn juist het tegendeel! Daarom is het voor ons moe1ijk om nu zo opgewekt en vrolijk te zijn!'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Daar zul je goed aan doen, maar doe dat meer in je hart dan naar buiten toe, zodat de vossen je niet zullen gaan wantrouwen, want tot op heden sta je nog hoog in aanzien bij de tempel! Als je je plotseling terugtrekt zou dat noch jou, noch Mijn zaak enig goed doen, en Ik kijk immers alleen maar naar de innerlijke mens; want de uiterlijke is van geen enkel belang.'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Nee, nee, vrienden! Jullie wens was heel begrijpelijk, want Hij die iets helemaal in het materiële niets kan laten overgaan, moet ook het tegendeel kunnen! Zo hebben jullie gedacht en het ook precies zo uitgesproken, en dat was toch goed en juist! Het zou alleen niet juist geweest zijn als jullie anders gedacht en gesproken zouden hebben. Dat echter het gevraagde teken direct na het reeds gegeven teken niet helemaal volgens de goede orde geweest zou zijn, konden jullie immers niet weten, maar alleen Ik! En dus hebben jullie door je wens beslist geen fout begaan, maar ook Ik niet door niet meteen aan jullie wens gevolg te geven. Maar omdat jullie nu volledig afgezien hebben van het verlangen in je hart, en ook zonder teken geloven dat Ik eveneens een tegengesteld teken kan doen, zal Ik nu eerst ook zo'n teken ten uitvoer brengen! - Kijk eens of er nog wijn in jullie bekers is! ,
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen zei PHILOPOLD: "Heer, ik en zeker wij allen danken U uit de grond van ons hart voor deze bijzonder grootse, voortreffelijke, mij nu volledig duidelijk geworden uitleg van de geschriften van de oude wijsgeren! Ja, nu vind ik alles overtuigend, helder en begrijpelijk, terwijl het mij vroeger beslist als klinkklare onzin moest voorkomen! Natuurlijk zal ik dat alles pas helemaal duidelijk kunnen inzien en begrijpen wanneer ik geen stoffelijke elementen meer zal bevatten
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Ik geloof dat jullie nu allemaal ook met deze zaak in het reine zijn en daarom zullen wij het overige deel van deze nacht opgewekt en vrolijk doorbrengen! Heeft iemand nog wat op zijn hart, dan hebben wij nu tot Pasen de tijd; want tot dan zal Ik bij Mijn vriend Kisjonah blijven. Philopold, is het je nu duidelijk?'
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] PHILOPOLD zei: 'Nu wel, want U heeft ons het meest onbegrijpelijke dermate duidelijk en begrijpelijk gemaakt dat mij nu in dit opzicht helemaal geen vraag meer is overgebleven, en ik geloof dat ook alle hier aanwezigen het heel goed begrepen hebben. Ja, dat heeft ook alleen maar U, o Heer, ons zo kunnen uitleggen, want alle wijsgeren zouden er toch wel hun verstandskiezen op stuk gebeten hebben. Onze dank kunt U zonder meer in ons hart lezen. ,
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Zo gebeurde er ook een paar dagen later bij de aankomst van Maria, de moeder van Mijn lichaam, weinig wat geschikt was om op te schrijven, behalve dat zij erg blij was om Mij persoonlijk weer te zien, en dat zij zich door de leerlingen veel liet vertellen over wat Ik allemaal gedaan en onderwezen had, hetgeen zij allemaal diep in haar hart bewaarde en waarnaar zij haar denken, haar willen en ook haar handelen richtte. Ook de beide oudste broers, respectievelijk zoons van jozef, kwamen naar Kis voor een bouwopdracht, waarbij Ik hen Zelf natuurlijk met raad en daad ter zijde stond.
Hoofdstuk 34: Een grote visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] JUDAS ISKARIOT zei met een diepe zucht: ' Ach, vriend, ik wilde door mijn misplaatste grootspraak alleen maar mijn totaal gebroken hart verdoven! Maar dat heeft mij slechte vruchten opgeleverd; want de straf zat mijn boosheid tegen mijzelf dadelijk als een giftige adder op de hielen, en nu sta ik hier ontmaskerd, vernietigd voor iedereen. Kom, laat me naar mijn kinderen gaan om hen te troosten en bij hen mijn verdriet uit te huilen!'
Hoofdstuk 35: Judas Iskariot in het huis van Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Ook Mijn lichamelijke moeder MARIA zei al gauw daarna tegen Judas Iskariot: 'Als je zo doorgaat en je hart niet verandert, zal je einde een verschrikking zijn voor velen en tot aan het einde der wereld in de gedachtenis van de mensen blijven. Neem je daarom voortaan goed in acht om te kunnen voldoen in de ogen van de Heer! Ik heb over jou nog nooit een goede droom gehad en zie nu ook waarom. Daarom zeg ik nog een keer: Zorg dat je voldoet in de ogen van de Heer!'
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Deze woorden bewaarden alle leerlingen diep in hun hart.
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] En IK zei tegen hem: 'Jij moet vooral het geheim van het rijk van God ten volle begrijpen, luister dus vlug: Deze mensen zijn de wereld die al haar geestelijke voedselvoorraad opgebruikt had. Alleen één eenvoudige jongen had nog een zuiver, onbedorven hart en wat kinderlijk geloof; daarom had hij ook een voorraad van vijf gerstebroden en twee vissen.
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De vijf gerstebroden gaven aan, dat zijn vijf zintuigen nog zuiver en onbedorven waren en dus ook zijn hart en ziel, wat ook meteen te zien was aan de grote vreugde waarmee hij Mijn wens inwilligde. De twee vissen die staan voor het goede van de liefde en het ware van het geloof, of voor de levenswarmte van het liefdeleven, of voor een vuur en een licht van levenswijsheid, toonden zijn kinderlijke geloof, zijn vertrouwen en zijn liefde. Tevens gaf hij als eenling met daarbij zijn geringe persoonlijkheid ook aan hoe zwak en hoe gering nu in de wereld het goede en ware uit de hemelen nog bij de wereldse mensen vertegenwoordigd is.
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Helemaal doordrongen van de waarheid van Mijn woorden, zei DE OUDSTE:"Grote meester! Uit uw heldere woorden hebben wij zonneklaar begrepen dat u meer dan een gewoon mens moet zijn; want wij hebben nog nooit een mens zo overtuigend waarachtig horen spreken, en waarlijk, die woorden hebben meer uitwerking dan duizend van de wonderbaarlijkste tekenen, die weliswaar de mensen een tijdlang in hun ban houden, maar hun hart nog meer verharden en verduisteren! Daarom vragen wij ook helemaal geen ander teken van u, want uw woord voldoet ons volkomen, en wij weten nu wel wat wij in het vervolg moeten doen en waaraan wij ons moeten houden. Ons volk thuis zal voortaan niet meer in het duister ronddwalen!'
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97  ...