Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 84 van 1112

...  72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97  ...
[1] Toen wij de tamelijk hoge heuvel beklommen, die zich boven de grote inham verheft, aan wiens voet de bekende herberg gebouwd is en waar overheen de hoofdweg naar Jeruzalem leidt, zagen wij heel in de verte het Kapérnaumse schip tegen de golven vechten, en omdat het steeds meer moeite met de wind kreeg, hief het de roeispanen in de lucht en liet zich zo rechtstreeks naar de haven van Kapérnaum drijven.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Men kan zich voorstellen wat voor gezicht Jaïrus getrokken zal hebben, toen de door hem gestuurde boodschappers het bericht brachten dat Ik hen door Baram had laten geven.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De arts uit Nazareth antwoordt: 'O ja, Hij wel, als Hij dat zou willen! Maar daar heeft u al boodschappers heen gestuurd, ik dacht naar Kis waar Hij Zich nu meestal bij Jonah ophoudt; maar Hij heeft alle reden en het volste recht om u niet ter wille te zijn, waarom u ons nu pas heeft laten roepen, nu het te Iaat is!'
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar als de goddelijke Jezus, door Wie God toch zo overduidelijk werkt, nu net als een Jesaja u op uw enorme gebreken wijst en u als een echte vriend weer naar God wil terugbrengen, waar u zich zo heel ver van verwijderd hebt, - Dan vraag ik u: Verdient Hij daarvoor zo'n behandeling van u?!
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] De Farizeeën schrikken ontzettend bij het zien van dit dood en verderf zaaiende flesje, waarin een krachtig en snel dodend gif bewaard werd, dat door haar zeer doordringende en zich buitengewoon snel verspreidende geur ieder, wiens neusgaten het bereikt, verdooft en doodt.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie meer geeft om het goede leven en een schitterende reputatie in de wereld dan om de goddelijke waarheid, die raakt, al heeft hij nog zo'n goede inborst, in zulke vragen en overwegingen verzeild, trekt zich dan uit het goddelijke licht in de duisternis van de wereld terug en verloochent op die manier God en al Zijn licht, -en als men vraagt: Waarom? - Wat noodzaakt zijn hart daartoe? Wel, niets anders dan zijn hang naar alle soorten van luxe! Gulzig grijpt hij daarom naar alles waarmee hij zich een goed leventje kan verzekeren; en als hij dan vaak met veel moeite en inspanning datgene bereikt, waar hij zijn wereldse zinnen op heeft gezet, gooit hij alle waarheid over boord; en bij het geringste teken dat hij door haar iets af zou moeten staan van zijn prachtige vaste welvaart, tiranniseert hij alles, wat ook maar een vonkje echte waarheid in zich heeft.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Stelt u zich nu eens een eeuwige rechtvaardige God voor, Die het licht en de onveranderlijke eeuwige waarheid Zelf is en Die Zich niet laat beïnvloeden; wat zal Hij eenmaal zeggen tot zulke dienaars zoals u?!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Ik zeg: 'Heel goed, lieve broers! Het is heel juist, dat jullie hier zo gesproken hebt; want wij zijn hier allen als ingewijden bij elkaar, en die kennis zal niemand veroordelen behalve één, als hij zich er aan stoot! (Daarmee werd Judas bedoeld.)
Hoofdstuk 230: Jozefs dood en zijn getuigenis over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] U weet, dat er vanwege de hoge rots die met zijn hoge en steile wand in zee vooruitsteekt, over land geen begaanbare weg is naar Sibarah, waar uw hulptol is die u altijd verpacht; men moet dus als men rechtstreeks van Sibarah hierheen wil, op de daarvoor aangewezen aanlegplaats mensen, vee en alle andere bezittingen over het water laten komen, of men vaart als de zee rustig is, wat zelden het geval is, rechtstreeks naar Pirah, waar ook een tol van u is die nu voor tien jaar verpacht is.
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kisjonah zegt: 'Dat hebben jullie goed en degelijk georganiseerd; jullie loon zal je niet ontgaan! Het geld, dat de verkopers bij zich hebben, wordt als buit in beslag genomen, en alle vee, koren, meel en gereedschappen blijven zo lang hier, tot de overtreders al degenen waarvan ze het met geweld afgenomen hebben, precies omschreven hebben en wij het hen dan nauwgezet weer terug geven.
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De rechter was nog maar net uitgesproken of men hoort ook al een luid geschreeuw in de verte uit het dal. komen, en de tolgaarder begint zich van vreugde de handen te wrijven en zegt heel laconiek: 'Aha, aha, zij hebben elkaar reeds ontmoet; binnen een kwartier zullen ze al hier zijn. Nu even vlug alle pekpannen aansteken, zodat het in het dal zo licht wordt als de dag en geen van de spitsboeven ons kan ontsnappen!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Spoedig daarna komt de kinderkaravaan aan, en de engel bevrijdt in een oogwenk allen van de ezels en pakpaarden waarop ze vastgebonden waren. Het zijn er meer dan de eerste drijvers, die de twaalf hoofdverdachten gebracht hebben, zeiden, want op menig pakpaard waren er drie vastgebonden. Alle kinderen beven van angst en vrees omdat ze denken dat hen hier wat kwaads zal overkomen, maar de engel spreekt ze heel vriendelijk en aardig toe en zegt dat hen hier niet alleen niets ergs, maar alleen maar iets heel goeds zal overkomen, en dat ze zich de volgende dag alweer in de armen van hun treurende ouders zullen bevinden. Toen werden de kinderen rustiger.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Daarom is er maar één twistpunt, waarvoor ze door het gericht veroordeeld kunnen worden tot een grote schadevergoeding, en dat is de schade, die ze aan jouw bossen aangericht hebben. Daarvoor zullen alle panden die zich nu in jouw handen bevinden, bij lange na niet voldoende zijn, ook niet inclusief het geld dat ze bij zich hebben.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dan zegt de rechter: 'Ah, is het dat! Nu, zorg er maar voor, dat jullie de zwarte booswichten vangt! We zullen ze dan hier enige duidelijke lessen geven over de Romeinse zeden en wetten! De lust zal hen voor altijd vergaan, om Romeinse onderdanen tot de bedelstaf te brengen zodat zij niet in staat zijn om aan de keizer de hem toekomende belasting te betalen, terwijl van die zwarte booswichten nooit een stater los te branden is! Die kerels houden zich eeuwig arm en begraven goud, zilver, parels en edelstenen in massa's. En die van Kapérnaum zijn net de goede, net als die van Chorazin! Nou, reken maar, jullie spitsboeven, jullie zullen je streken zo thuis krijgen, dat je je leven lang er nog aan zult denken!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De opperrechter antwoordt: 'De zaak waarvoor u hier terecht staat gaat helemaal niet over de panden, hoewel u zich voor God en alle eerlijke mensen daarvan veel eerder meester gemaakt hebt door schandelijke roof, dan dat u daar het een of andere werkelijke recht op had. Want ik weet maar al te goed, welke voorrechten u door uw huichelarij van de keizer afgeperst hebt.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 - 89 - 90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97  ...