Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 831 van 1088

...  819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844  ...
[16] De man zegt: helaas moet ik het wel begrijpen, maar sta mij nu ook toe jou een vraag te stellen. Wie geeft jou met al je geleerdheid eigenlijk het recht om mij, nadat ik jou toch bijzonder hoffelijk tegemoet kwam, zo grof te behandelen, zoals op aarde een vreselijk pedante schoolmeester dat met een domme armlastige leerling doet? De vreemdeling zegt: luister beste vriend, dat ik je wat bars bejegende was slechts een bijzondere onderscheiding van mijn kant, die je uitsluitend aan jouw degelijke vrouw te danken hebt. Anders had ik zo'n domme Christuslummel heel anders bejegend, en zo'n bejegening zou jou zeker voor eeuwig het verlangen naar een lichte streek hebben ontnomen. Maar wanneer je voor rede vatbaar bent, de zijde van je vrouw kiest en me de verzekering kunt geven dat je spijt hebt van je oude wereldse domheid, waardoor je eigenlijk in deze duisternis beland bent, dan zal ik jou (begrijp wel, enkel omwille van je vrouw) in de buurt van gindse lichte plaats naar een onderwijsinstelling brengen waar je, als je niet al te traag van begrip bent, tot een beter inzicht zult komen.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk hoe daar beneden de vlammen langzamerhand beginnen te verdwijnen, zodat jullie heel veel gloeiende plaatsen zonder vlammen erboven zien. Maar jullie vragen: moeten wij daar soms overheen lopen? Ik zeg jullie: maak je daarover geen zorgen want dit zijn allemaal maar verschijningsvormen, die de gemoedstoestand weergeven van degenen die daar beneden wonen. De `vlam' betekent de werkzaamheid van het kwaad, de boven de vlammen opstijgende `walm' komt overeen met het totaal verkeerde, en de `gloed' verwijst naar de volkomen eigenliefde en dientengevolge de verkeerd gerichte ijver en de slecht geworden wil van diegenen die zich in zo'n eigenliefde bevinden. Maar hoe dit alles zich ter plaatse in details ontwikkelt, zullen jullie dadelijk met eigen ogen zien.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk nu nog eens naar beneden; wat zien jullie nu? Jullie zeggen: de vlammen zijn helemaal verdwenen en de gloed heeft zich tot hopen verzameld; maar tussen de hopen zien we stikdonkere nacht. Jullie vragen nog eens: waar is toch de rivier die we eerder helemaal gloeiend omlaag zagen storten? Deze rivier is eveneens slechts een verschijningsvorm en duidt op de gang van het verkeerde zoals dat uitmondt in het kwaad. Zo geeft deze afgrond ook de diepte van het kwaad aan en hoe dit eveneens sluwe en goeddoordachte plannen smeedt om zijn slechte voornemens uit te voeren.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Kijk nu, twee vermomden komen zojuist haastig op deze stoet af. Kijk, ze zijn er al. Ze leggen hun vermomming af en zoals jullie zien, zijn het twee straffende engelen van de Heer. Elk van hen heeft een vlammend zwaard in de hand. De een zwaait ermee over de overwonnen burcht, waardoor de verscheurde en in stukken geslagen wezens zich weer tot hele gestalten samenvoegen die beginnen te weeklagen over het geleden onrecht. De andere engel zwaait met zijn zwaard over de eerste beruchte burcht, waardoor deze, zoals jullie zien, in lichterlaaie komt te staan. Brandende en huilende gestalten storten zich overal uit de openingen, ramen en deuren naar buiten en vervloeken deze twee wrekende engelen.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Nu hebben jullie zo'n bevrijding gezien en nog wel een van de beste. Er zijn echter nog talloze en veel verschrikkelijker en hardnekkiger soorten, waarvan jullie de aanblik, zelfs in woorden uitgedrukt, maar moeilijk zouden verdragen. Daarom zullen we nu weer naar onze oorspronkelijke plek teruggaan en vandaar dan overstappen naar de omgeving van de middag. Dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ja, ja, beste vrienden, bekijken we het vanuit ons hemelse licht dan ziet het er op het eerste gezicht inderdaad zo uit. Daarom is het echter slechts een `verschijningsvorm' die met de ware situatie overeen komt. In diepste wezen geeft deze verschijningsvorm eigenlijk weer, hoe een gezelschap gevangen wordt gehouden door haar eigen totaal verkeerde instelling en het daaruit voortvloeiende kwaad. Laten we nu echter deze stapel verlaten en verdergaan. Kijk, daar voor ons is alweer een nog grotere hoop. We zijn er al dichtbij, zeg me nu wat jullie daar zien. Jullie zeggen: beste vriend, we zien hier hetzelfde als voorheen, alleen is de hoop kegelvormig en zijn er een massa ketenen overheen geworpen waarmee deze wezens stevig lijken te zijn samengeperst, zodat hun lichamen als het ware zijn platgedrukt. Alleen kunnen we nergens ontdekken hoe hun gezichten eruitzien, want deze wezens liggen allemaal met hun gezicht naar beneden gericht. Jullie vragen: vriend, bevindt ons vroegere viertal zich misschien ook in deze hoop? Nee vrienden, we zullen nog wel bij hen komen. Nu we hier alles gezien hebben gaan we weer wat verder.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Maar voor we ons naar de omgeving van de middag begeven zullen we eerst nog eens kijken wat onze geredde man doet, en in welke omstandigheden hij nu verkeert. Kijk, onze rotswand staat alweer open, daarom zullen we terstond van deze gelegenheid gebruikmaken en ons door de spleet naar de uiterste grens van het kinderrijk begeven. Kijk, we zijn er al. De wand heeft zich weer achter ons gesloten en we zullen ons nu in het zeer nauwe dal dat langs de wand naar de middag loopt, begeven. Kom dus vlug met me mee!
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Het uitgestrekte water vormt de voornaamste scheidingslijn, die men langs de gebruikelijke weg niet kan overschrijden, want dit grote water duidt op de hoge graad van wijsheid die nodig is om in de middag te komen. Daarom moeten zij die overgaan naar de middag heel sterk worden in het vuur van de liefde, opdat ze een overeenkomende graad van wijsheid verkrijgen zoals die door dit uitgestrekte water wordt aangegeven. Daar we nu ook dit weten, zullen we ons de volgende keer zoals gezegd, zonder verder om te zien ineens naar de stralende middag begeven. Dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Het is waar, oppervlakkig gezien heeft alles hier een frappante gelijkenis met de mooie landschappen op aarde. Maar ik zeg jullie, als we een van deze woningen wat dichter naderen, zal de inrichting daarvan jullie meteen wat anders leren. Kijk, juist aan deze straat die tussen een dubbele rij fruitbomen doorloopt, ligt, zoals jullie zien, een echt schattig huisje. Daar zullen we naar toe gaan en zien hoe het er vanbinnen uitziet.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ja, ja, lieve vrienden, zo is het; het inwendige krijgt hier reeds zijn waarde. De waarde is nog wel te meten maar toch al zo groot dat ze jullie begrippen te boven gaat, want zij is de werking van het licht uit de wijsheid die ontspringt uit het ware geloof in de Heer, en door dit ware geloof, dan ook naar evenredige verhouding uit de daadwerkelijke liefde, die een lagere rangorde is van de eigenlijke liefde voor de Heer.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, vrij ver van ons verwijderd is een echte berg te zien, en omdat we alweer op de juiste afstand zijn, kunnen jullie hem wat nader bekijken. Wat zien jullie? Jullie zeggen alweer: maar om Gods almachtige en rechtvaardige wil, wat is dat nu weer! Dat zijn eveneens louter menselijke wezens die zijn opgestapeld onder kettingen en ijzeren roosters. Tussen hen bevinden zich ook een heleboel slangen en adders die met hun afschuwelijke ogen naar alle richtingen kijken en hun tong vlug in en uit laten schieten. Wat wil dit zeggen? Het wil zeggen dat dit een gezelschap is dat al meer en meer vanuit zijn verkeerde instelling tot het Kwaad is overgegaan. Laten wc nu van hieraf maar weer verder gaan. Kijk, daar niet ver van ons vandaan is een heel gebergte dat jullie niet zo gemakkelijk in één oogopslag kunnen overzien. Dat is ook niet nodig, want één plek spreekt voor het geheel. Hier is al de voet van een van de uitlopers van dit gebergte; bekijk hem wat beter en zeg me wat jullie zien. Jullie zeggen: we zien er niets anders dan allerlei soorten gevelde en geknevelde gedrochten; slechts hier en daar steekt er nog een platgedrukt geraamte van een menselijk kadaver tussenuit. Wat betekent dat nu weer? Het stelt de reinste eigenliefde voor en het is de verschijningsvorm van wereldse macht, grootheid en rijkdom, die ontstaat wanneer deze attributen op aarde voor egoïstische en slechte doelen worden gebruikt.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Jullie vragen alweer en zeggen: maar beste vriend, we weten nog heel goed dat we ons in jouw sfeer en in wezen op de geestelijke zon bevinden, waar we eigenlijk niets dan hemelse zaken verwachtten; hoe komt het dan dat we hier ook de complete hel aantreffen? Ja, mijn lieve vrienden, is jullie bij je overgang naar de geestelijke zon dan niet tegelijkertijd door de Heer Zelf uitgelegd dat het geestelijke het meest innerlijke, het allesdoordringende en allesomvattende is? Als het geestelijke zo geaard is, dan doordringt het immers alle planeten en de hele sfeer, zover als het licht van de natuurlijke zon doordringt; maar zuiver geestelijk genomen nog oneindig veel verder. Bijgevolg bevinden jullie je nu niet in de sfeer van de eigenlijke zon, maar in de specifieke sfeer van jullie planeet. Zoals alle planeten hun licht en hun warmte van de eigenlijke zon ontvangen en haar werking al deze planeten doordringt, zo is dat ook het geval met de geestelijke zon, daar we op de trillingen van haar geestelijke stralen ook het geestelijke van haar planeten doorschouwen. Omdat we dit nu beter begrijpen zal het jullie hopelijk toch ook duidelijk zijn dat men langs deze geestelijke weg ook het geestelijke wezen van de hel, voor wat jullie planeet betreft, heel duidelijk kunnen doorschouwen.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Maar kijk, niet ver voor ons staat een oude ridderburcht, die tegen een rotsgebergte lijkt te zijn gebouwd. Daar zullen we naartoe gaan. Kijk, we zijn er al; de poort staat open. We zijn hier onzichtbaar, daarom gaan we deze burcht binnen, dan zullen we zien hoe het er daar toegaat. Welnu, daar is de eerste zaal al. De wanden zijn behangen met allerlei moord- en folterwerktuigen. Daar op de achtergrond zit op een troon de zogenaamde kasteelheer. Hij overlegt met zijn krijgsmakkers op welke manier ze de goederen en schatten van de eigenaar van een naburige, gelijksoortige burcht kunnen bemachtigen. Luister hoe hij hun opdraagt om de burcht waarop ze het gemunt hebben in alle stilte te overvallen, alles wat er leeft meedogenloos neer te sabelen en vervolgens naar de schatten te grijpen. Degene die zich hardnekkig verzet, moet, zoals al vaker is gebeurd, meegenomen worden, waarna zo'n gevangene zich dan de allerpijnlijkste folteringen moet laten welgevallen. Welnu, het besluit is genomen en het beraad wordt beëindigd. Allen grijpen naar de wapens en rennen naar buiten. Omdat we hier niets meer te doen hebben, rennen ook wij hen achterna.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Kijk verder; een engel slaat met zijn vlammende zwaard midden tussen ons viertal. De ketenen zijn verbroken. De man valt voor de beide engelen neer en smeekt hen om genadige redding. En de ene engel grijpt hem vast en trekt hem met zich mee, maar de vrouw grijpt hem ook vast en schreeuwt tot haar man om genade en erbarming en om haar toch vooral niet te verlaten. Kijk, hoelang zij zich met haar man door de engelgeest laat voortslepen! Kijk nu, de beide engelen bewegen zich omhoog en de ene draagt de man, terwijl de vrouw zich laat meedragen en de man niet los laat. Pas nu, al op grote hoogte, maakt de andere engel door een slag met zijn zwaard de vrouw met veel moeite los van de man. Abrupt valt ze nu huilend in haar element terug en de man wordt naar de grens van het kinderrijk gebracht, waar het er echter nog heel schraal en donker uitziet.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Jullie vragen: wordt zo'n huis hier dan door slechts één enkele zalige mensengeest bewoond? O nee, laten we ons maar van dit eerste vertrek naar het tegenoverliggende begeven, dan zullen jullie daar verscheidene gelukkige mensengeesten, en wel van beiderlei kunne, aanschouwen. Kijk, daar op de achtergrond bevinden zich zo'n dertig wezens. Het zijn allemaal bewoners van dit huis en de man die we bij de ingang zagen, is een dienaar van allen die er wonen. Hij doet zijn uiterste best om allen van al het mogelijke te voorzien. Daarom is hij ook de grootste onder hen en op den duur geheel de eigenaar van dit huis.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844  ...