Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 831 van 1112

...  819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844  ...
[8] Als het hart van een biechtvader werkelijk van liefde vervuld is en hij de biecht gebruikt om bij die gelegenheid de biechteling aan te duiden wanneer en op welke manier hem alleen door de Heer de zonden worden vergeven, en hij hem laat zien dat de biecht op zich, zonder het in acht nemen van deze vriendelijk aangeraden middelen en de volledige toepassing daarvan, niet het minste effect zal hebben, maar dat daarentegen een zondaar, indien hij bij de biecht aan de volledige kwijtschelding van zijn zonden gelooft, door zo'n biecht alleen nog verstokter en onverbeterlijker wordt. Wanneer de biechtvader de biechteling bovendien nog heel vriendelijk en liefdevol de raad geeft, dat hij heel zorgvuldig en ernstig moet proberen om door het voortaan vermijden van al zijn beleden zonden, op de weg die door het evangelie wordt aangewezen, zonder onderbreking voort te gaan - de enige weg die tot de wedergeboorte van de geest leidt - en de biechteling daarop de biechtvader oprecht belooft dat hij al het mogelijke zal doen om die raad op te volgen waarop de biechtvader hem in Naam van de Heer zijn beleden zonden kwijtscheidt, dán alleen is hij een echte biechtvader en kan in dit geval worden beschouwd als een `onrechtvaardige' rentmeester.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Geloof me, ook in de hel is de Heer puur liefde en daarin bevindt zich niet één slechte geest die niet het recht zou hebben om, als hij maar wil, als een verloren zoon naar de Vader terug te keren! Als dit nu absoluut zeker en betrouwbaar zo is, dan zul je uit jouw liefde voor de Heer ook wel kunnen opmaken dat Zijn almacht jou niet voor de hel heeft geschapen. Daarom, ga nu en doe wat ik je gezegd heb zodat je spoedig verlost zult worden!
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de prior vertrekt om diegenen die wij voorheen aan de overzijde van de kloof hebben achtergelaten, op te halen. Jullie vragen nu of er al een of andere brug over deze kloof is gebouwd, waarover de zielenslapers zich naar ons toe kunnen begeven. Ik zeg jullie: er is in dit opzicht tot nu toe nog niets gebeurd omdat na ons vertrek onze zielenslapers medelijden begonnen te krijgen met zichzelf, hetgeen echter op een mens, in verband met zijn geestelijke leven, een uiterst slechte uitwerking heeft.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Bij zelfbeklag rechtvaardigt een mens zich, schuift alle schuld van zich af en stelt zich dus op als een onschuldige, die tegelijkertijd ook nog alle erbarming verdient. Daar dit, zoals gezegd, nu juist bij onze zielenslapers het geval is, kan er ook nog geen brug zijn waarover zij naar ons toe zouden kunnen komen. Dit dient echter ook als een flinke beproeving voor onze prior en we zullen wel zien wat de netelige situatie waarin deze broederschap van zielenslapers verkeert, voor uitwerking op hem zal hebben.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer nu juist deze functie zowel voor de biechtvader als voor de biechteling werkelijk zo nadelig is voor het eeuwige leven van de geest, dan kan men zich toch naar eer en geweten afvragen waarom de rechtvaardigste, liefdevolle, hoogst wijze, almachtige Heer en God van hemel en aarde zo'n gruwel in Zijn wijngaard duldt?
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik moet bovendien nog bekennen dat heel wat mensen op aarde juist door deze biecht klaarblijkelijk grote lievelingen van de Heer zijn geworden en dat Hij ook verschillende keren in levende lijve aan hen is verschenen. En voorzover ik mij kan herinneren, heeft de Heer zich bij geen van Zijn lievelingen over deze functie afkeurend uitgelaten.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Wanneer het echter met deze functie zo gesteld is als jij ons zojuist hebt geleerd, dan moet ik je eerlijk zeggen dat de leiding door de Heer van het menselijk geslacht op aarde voor mij een onoplosbaar raadsel is. Voor zover ik mij kan herinneren, is de biecht toch zo ingesteld dat de zondaar door deze boetedoening alleen dan vergeving van zijn zonden verkrijgt, wanneer hij de priester meedeelt dat hij zich ernstig heeft voorgenomen om deze zonden, die hij oprecht betreurt, in de toekomst nooit meer te begaan.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Dat de Heer zich ook op een kromme weg kan oriënteren, is buiten kijf, maar dat de mens op een kromme weg niet zo vlug zijn doel bereikt als op een rechte, dat zal toch ook buiten kijf zijn. Wanneer een weg veel zijwegen heeft die van het doel afleiden, en men niet zelden tengevolge van zo'n omweg de hele aarde verscheidene keren kan rondgaan voor men bij het juiste doel komt - zoiets is toch niet moeilijk te begrijpen -, dan is het toch ook duidelijk dat het de Heer niet onverschillig kan zijn of iemand zich langs zijwegen of via de kortste weg naar Hem toe begeeft.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] Wanneer de biechtvader zegt dat niet hij, maar alleen de Heer zonden kan vergeven en zichzelf daarbij slechts als een liefdadig werktuig beschouwt, dat degenen die in geestelijke nood verkeren zowel in de biecht als vanaf de preekstoel de juiste weg naar de Heer wijst, dan is hij een goede biechtvader, dat wil zeggen als zodanig is hij een liefdevolle, waarachtige mensenvriend die het geestelijk welzijn van zijn broeders boven alles ter harte gaat. Zegt hij echter: ik heb de macht om jou al dan niet de zonden kwijt te schelden en het hangt van mij af jou naar de hel of naar de hemel te laten gaan, dan matigt hij zich goddelijk gezag aan.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Stel dat een koning op aarde gevangenen heeft, en iemand zou deze gevangenen willen helpen. Maar de gevangenen zitten opgesloten in een sterke vesting waarvan niemand behalve de koning de sleutel heeft. De persoon die zich zorgen maakt over de gevangenen, heeft ondervonden dat de koning alleen toegankelijk is wanneer men hem met diepe deemoed en de grootst mogelijke liefde benadert.
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Je zegt weliswaar bij jezelf: dat is allemaal juist, maar desondanks zie je niet in hoe de biecht in dit voorbeeld past, omdat jij haar eveneens als een heel korte weg beschouwt. Ik zeg je: het valt inderdaad niet te betwisten dat deze functie niet zelden voor sommige mensen een korte weg is geweest, maar waarom? Omdat de Heer zo iemand, die zijn leven echt wilde beteren, tegemoet kwam en hem dan Zelf langs de rechte en kortste weg leidde. Dat is echter nog geen reden om over deze functie een woord van goedkeuring uit te spreken. Er zijn ook duizenden en nog eens duizenden heidenen die de Heer eveneens tegemoet komt en op Zijn eigen manier langs de rechte weg leidt. Dat is enkel en alleen erbarming van de Heer. Moet men daarom het heidendom goedpraten omdat de Heer zich over zulke heidenen ontfermt?
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Hij maakt daardoor God voor zijn broeder overbodig, verscheurt de band tussen God en mens en maakt van de mens ofwel een hopeloze verachter van al het goddelijke, of een verstokte booswicht die zich mettertijd nergens meer iets van aantrekt en er niet meer voor terugschrikt om zonder de minste gewetensbezwaren alle mogelijke gruweldaden te verrichten. Ook kan hij van de mens een huichelaar maken, of iemand die na de biecht zijn geweten in slaap sust en er geen zier beter van is geworden. Hij gelooft immers zijn oude zak met zonden in de biecht te hebben geleegd. Tenslotte maakt hij zichzelf nog wijs dat hij voor de volgende biecht toch wel weer wat moet zondigen, zodat hij weer wat te biechten heeft en de priester hem zoals gewoonlijk weer wat kwijt te schelden heeft.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Daarom keerde ik dus noodgedwongen onverrichter zake weer terug en dacht bij mezelf: ofwel ik heb de opdracht niet goed begrepen, of jij hebt daarmee een tastbaar bewijs willen geven, waardoor ik moet inzien hoe volkomen onbruikbaar en ongeschikt ik ben voor het rijk Gods. Hoe het ook mag zijn, dacht ik verder, een nadere verklaring van jou zou hier alsnog zeer op zijn plaats zijn. Daarom ben ik weer hier en heb je meegedeeld hoe de zaken staan. Doe maar wat je wilt. Ik zie duidelijk in dat wij allen niet in staat zijn om jou te weerstreven. Ook al was je geen bode van boven, dan nog moest onze geringe kracht zich aan de jouwe onderwerpen omdat ze niet in staat is om er ook maar het geringste tegenover te stellen.
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Aangezien de zeer edele, goede en rechtvaardige koning zo'n offer dan zeker heel welwillend zal aannemen en onze bruggenbouwer met een nog veel grotere liefde tegemoet zal komen, dan zal het toch duidelijk zijn dat de liefde van de koning zich met de liefde van de bruggenmaker op één doel zal richten, en de brug over de vestinggracht zal gebouwd zijn. De koning zelf zal komen, de gesloten vestingpoort openen, alle gevangenen vrijlaten en hen uit deze grote schande wegleiden naar het land van de heerlijkheid!
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, onze prior begeeft zich alweer naar de zielenslapers. Deze keer moet ook ik mij aan mijn belofte aan de zielenslapers houden en naar hen toe gaan. Daarom gaan we de prior achterna zodat jullie kunnen zien wat er zal gebeuren. Kijk, we zijn al samen met de prior ter plaatse. Nu stellen we ons hier wat verdekt op, zodat we kunnen zien wat onze prior allemaal met onze zielenslapers zal doen. Hij is dicht bij de kloof en begint zojuist te spreken.
Hoofdstuk 89: Het levendige gebed van de prior en de uitwerking ervan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  819 - 820 - 821 - 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844  ...