15542 resultaten - Pagina 834 van 1037
... 822 - 823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 ...
[4] Verderop, meer naar het hoofdgebouw in het midden toe, zien we hoe deze stralengolven in bonte cirkels ronddraaien, welke zich vaak kegelvormig vanaf de grond omhoog bewegen. Deze kegels glinsteren in een wisselend licht, waarvan de betoverende pracht niet in woorden is uit te drukken. Tenslotte zien we voorbij deze lichtcirkels de onderste zuilenrij van het grote middenpaleis.Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Kijk maar eens tussen deze twee van wenteltrappen voorziene binnenste zuilen door naar buiten en zeg me, wat jullie zien.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Zal het moeilijk zijn om vanaf hier verder te trekken en moeten we van hieruit ook nog de rechte lijn in acht nemen? Laten we maar naar buiten gaan in de vrije buitengewoon grote ruimte die zich tussen deze wijde, ronde galerij en het hoofdgebouw in het midden bevindt, en dan zullen we weldra zien wat we doen moeten.
Hoofdstuk 33: Het zonnepaleis. Een overweldigende ontluiking van pracht met wonderen van licht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Het ligt in de wijsheid van deze mensen besloten, dat zij overal naar boven kunnen gaan zonder dat de een de ander ook maar in het minst van de wijs zou kunnen brengen, want deze zuilen stellen de leraren of leiders voor. Omdat echter een leider of leraar niet zo geaard mag zijn dat men door zijn leiding niet omhoog zou kunnen komen, mag er ook bij geen enkele overeenstemmende zuil de omhooggaande wenteltrap ontbreken.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Ja, kijk maar, de zuilen staan tamelijk ver uit elkaar zodat we er zeker in het gelid tussendoor kunnen lopen. Ja, ja, mijn beste vrienden en broeders, zo is het. Elke goede arbeid is zijn loon waard. We zijn er moedig op afgegaan en waar we de grootste hindernis dachten te vinden, vonden we er juist helemaal geen. We hebben deze eindeloos mooie trap bereikt; hij is naar mijn idee uit louter rood doorzichtig goud vervaardigd en voor de voetgangers bovendien tussen de zuilen heel prachtvol en sierlijk bekleed met een materiaal dat ik tot nu toe op dit hemellichaam nog niet ben tegengekomen.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Het zijn maar twaalf treden; we zullen er heel gemakkelijk tegenop lopen. Dus maar naar boven! We zijn in de galerij. Bekijk toch eens het plaveisel van deze galerij. Lijkt het niet op een zich ver uitstrekkende, rondlopende vlakte van de allerfijnst geslepen diamant ter breedte van tien klafter, volgens jullie aardse maateenheid? Bekijk het eens nauwkeurig. Er zijn nergens voegen te ontdekken, dus zijn het geen tegels, maar volkomen één geheel. Bekijk ook eens de zuilen die aan de binnenkant staan ofwel de binnenste rij vormen. Om elke zuil loopt een wenteltrap van het allerprachtigste robijn. De trap is voorzien van een leuning met sierlijke spijlen van wit goud en bovenop elk van de vele spijlen van de leuning is een lichtblauwe, stralende bol geplaatst, waarvan een wonderbaarlijk, liefelijk licht uitgaat.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Bovendien is het ook heel aangenaam om op deze groenblauwe fluwelen grond te lopen en daarom kunnen we ons deze wat langer durende tocht best laten welgevallen. Ook komt tenminste ruim de helft van het merkwaardige hoofdgebouw in het midden van deze ringmuur steeds dichterbij en daarom hebben onze ogen voortdurend heel wat te doen. Zoals jullie zien, hebben we de rij piramiden reeds bereikt en er is nog steeds geen andere hindernis te ontdekken, behalve dan de ringmuur die, doordat we er dichterbij komen, steeds hoger wordt. Naar het mij nu lijkt, loopt deze helemaal niet gelijkmatig door, maar bestaat hij uit louter zuilengangen die een buitengewoon prachtvolle aanblik beginnen te bieden.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Welnu, wat is vervolgens het einde van de derde levenslaan? Ik denk dat ik jullie dit niet verder hoef uit te leggen. Jullie hoeven maar naar het eerste het beste kerkhof te gaan, en daar zullen jullie een heleboel uitlopers van breed begonnen menselijke levenslanen vinden.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Bekijken we nu eens de bouw van een huis, een toren of een kerk: hoe breed is die vanaf de basis opgezet; maar het huis eindigt bovenaan tenslotte met schuin naar elkaar toelopende zijden, de toren in een spits en de kerk gewoonlijk eveneens in een heel scherp toelopend dak. Dit voorbeeld behoeft geen nadere toelichting, want het dagelijkse beeld geeft hiervoor de juiste verklaring.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Dat is weliswaar juist; zo'n structuur kan op het eerste gezicht benauwend lijken, vooral bij zo'n lange laan als deze, maar de mensen die hier deze laan hebben aangelegd, hebben daaraan een veel hoger doel verbonden dan slechts dat van de uiterlijke schoonheid. Daarom betekenen deze drie lanen volkomen zinvol en juist de overgang van het materiële naar het geestelijke, innerlijke leven.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, er ligt alweer een prachtige laan voor ons die eveneens naar het einde toe smaller wordt. Dat is al de derde die we betreden. Wanneer jullie deze drie lanen achter elkaar bekijken, dan sluiten ze in zekere zin als drie op elkaar gestoken kegels op elkaar aan, waarbij het eindpunt van de ene telkens in de basis van de volgende valt; want als de lijnen van de eerste laan zouden doorlopen, dan zouden deze elkaar moeten kruisen op het punt waar we het eerste monument hebben aangetroffen. Maar de berekening is zo gemaakt dat de beide rijen bomen precies daar ophouden waar we aan het eind van een laan telkens een groot bomenrondeel met in het midden een ornament hebben aangetroffen. Daarom begint deze derde laan eveneens weer heel breed en zal tenslotte net als de eerdere heel smal eindigen.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] De Heer wil immers vooral de zelfkennis van Zijn kinderen vooropstellen. Daarom laat Hij ook alles door henzelf eerst opnemen en beoordelen, dus ook hun noden, zodat zij Hem deze dan naar hun eigen inzicht kunnen voorleggen en Hij hen dan kan helpen naar hun eigen inzicht en verlangen.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] En kijk ook eens omhoog, daar helemaal naar de top van de zuil, hoe die in prachtig stralende takken zoals bij een treurwilg uitloopt en waaraan in plaats van bladeren allerlei stralende pegeltjes hangen.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] De oorzaak van zo'n verschijnsel is, dat al deze lanen straalvormig van het centrum van het hoofdgebouw zijn uitgemeten en aangelegd. Zouden we vanaf een hoogte precies boven het hoofdgebouw naar beneden kunnen kijken, dan zouden we heel dit prachtige park als een uitstralende zon kunnen aanschouwen.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk toch eens, dit altaar. Het is ongeveer een klafter hoog en bestaat uit louter ronde staven, die zijn gemaakt van een heel sterk glanzend materiaal dat met deze karakteristieke eigenschappen zeker op geen ander hemellichaam voorkomt. Kijk eens naar die staven. Ze zien er niet eens stevig uit, maar het lijkt wel of ze uit louter neerwaarts schietende waterstralen bestaan, die echter zogezegd zonder gespetter in gouden trechters neerwaarts vallen. De vlammende beweging van de stralen in deze ronde staven ziet er bijna uit alsof deze staven slechts ronde waterstralen zouden zijn, die, zoals het wel lijkt, van een of andere plaats door een zuil in het midden opwaarts gaan en hier, zoals we zien, volgens de regels van de waterbouwkunde naar beneden vallen. Om ons er echter van te overtuigen, pakken we de staven met de handen vast - en kijk, alles is slechts de karakteristieke eigenschap van het materiaal. Dat heeft een zodanig vlammende beweging in zich, dat het lijkt alsof het zuiver stromend water is; op zich is het echter hard als diamant.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)