Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 835 van 1112

...  823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848  ...
[2] De prior zegt: o mijn Liefde, zal het water ons dan wel dragen? De Heer zegt: hoe kun je aan Mijn zijde daarnaar vragen? Weet je dan niet dat voor Mij alle dingen mogelijk zijn en dat Ik ook een Heer ben over alle wateren? Luister, Ik wil dat dit grote water meteen vast land wordt en dat zolang blijft en ons draagt, totdat we er allemaal overheen zullen zijn. Zodra we echter de bepaalde vlakte van het vaste land aan de overkant zullen hebben bereikt, zal dit vaste land weer overgaan in zijn golvende element. Aldus geschiede! Zie je nu nog water?
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De liefde is een oneindig groot doel, dat nooit door het verstand of door de wijsheid kan worden bereikt. Maar de liefde begint bij dit doel, en om dat te bereiken zullen geleerden en wijzen tevergeefs hun zeilen hijsen. Ja, de liefde is de meest innerlijke en sterke verrekijker van de geest, de enige waarmee je in Mijn goddelijke wonderdiepten kunt kijken, terwijl verstand en wijsheid niet eens in staat zijn om de zoom van Mijn opperkleed aan te raken. Daarom zijn jullie, jij en jouw broeders, ook zalig, omdat jullie de liefde in je dragen. En deze liefde heeft Mij ook naar jullie toegebracht en zij heeft dit water nu veranderd in een stevige brug, waarover Ik jullie nu zal leiden als de enige ware Leider en enige ware Vader en Broeder in jullie liefde voor Mij en in Mijn liefde voor jullie. Denk derhalve nooit ofte nimmer aan een andere dankbetuiging, want jouw liefde houdt alles in zoals Mijn liefde voor jou en voor jullie allen alles inhoudt. En zo gaan we dan nu over deze brug; volg Mij dus!
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Maar jullie moeten goed begrijpen wat het verschil is tussen aardse en zuiver geestelijke vooruitgang. Want deze beweging hier betekent niet alleen een zichtbaar voorwaarts gaan, maar veelmeer dat degene die zich door de liefde van de Heer laat leiden, in zijn innerlijke belevingssfeer in één ogenblik, dat overeenstemt met één stap, dan ook een onuitsprekelijk grotere ervaring opdoet en met zo'n stap werkelijk een eindeloos groter, verstrekkender en helderder inzicht krijgt, dan een onderzoeker met zijn verstand en wijsheid in vele duizenden aardse jaren.
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] We zijn intussen het water overgestoken, want kijk maar eens achterom, dan zullen jullie in plaats van vaste grond onze onafzienbare zee weer zien. Kijk, de Heer maakt degenen die Hem volgen, daar zojuist op attent en zegt tegen de prior: kijk eens om je heen! Zie je, we hebben ons plekje al bereikt. Hoe bevalt het je hier?
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Kijk, de stoet zet zich in beweging in de richting tussen de morgen en de middag en daar, achter dat stralende gebergte zullen we in een onuitsprekelijk mooie omgeving weer halt houden. Daar krijgen onze gasten een tamelijk zware beproeving te doorstaan, want er zit nog een verborgen zwakheid in hen, namelijk de liefde voor vrouwen, tengevolge waarvan zij het celibaat hetzij uit zichzelf vijandig gezind waren, dan wel dat min of meer noodgedwongen moesten zijn. Zij deden wel als celibatairs hun plicht en hielden hun gelofte, en niet een van hen heeft zich op aarde ooit op een zinnelijk liefhebbende manier met een vrouw ingelaten.
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Maar dat is nu juist niet zo'n grote verdienste, want de plaats op aarde waar zij hun kloosterleven leidden, was wat vrouwelijk schoon betreft in meerdere opzichten stiefmoederlijk bedeeld. Bovendien begaven alleen oudere vrouwen zich naar dit klooster om te biechten, want voor het jongere vrouwvolk was deze orde zoals iedereen weet, veel te streng. Derhalve kon onder zulke omstandigheden een anticelibataire prikkel niet zo gemakkelijk ontstaan en de overwinning van deze celibatairen op dit gebied is er dan ook niet een, waarover latere generaties nog zouden spreken. Daarom moeten ze ook voor het aangezicht van de Heer deze proef nog doorstaan.
Hoofdstuk 98: Het geheim van de ware vooruitgang - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk verder nog eens naar de schattige vaartuigen waarin verscheidene zalige geesten uit deze streek op het oppervlak van het prachtige water heen en weer schommelen en van de ene oever naar de andere varen. Luister echter ook naar de wonderbaarlijke gezangen die vanuit de verte tot ons doordringen. Kijk, overal op de heuvels staat een soort kerk, die voorzien is van een heel hoge toren. Elk van die torens heeft een prachtig klokkenspel. Zo kunnen jullie je er ook van overtuigen hoe die klokken klinken, want vanwege onze aanwezigheid hier worden zojuist alle klokken geluid.
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Kijk, de processie komt steeds dichterbij en de vrouwelijke engelgeesten haasten zich met hun korfjes naar voren om des te eerder bij ons te zijn. Twee zijn er al. Kijk eens naar die onbeschrijfelijke tederheid en die wondermooie vorm, die geheel uit stralende, licht etherische rondingen bestaat. Van hun gezichten straalt een waarachtige, hemelse zaligheid en opgewekte vriendelijkheid, en hun buitengewoon fijne kleding getuigt van de grote onschuld van deze wezens. Maar zie, er komen er steeds meer en alsmaar mooier en mooier worden hun gestalten.
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Maar, o Heer en Vader, er is een groot maar! Kijk, het is moeilijk om ten overstaan van U te spreken, vooral wanneer men door U dubbel in het nauw gedreven denkt te zijn. Want het zich tegenover U ontevreden tonen met zo'n loon, en het er van af willen zien voor het verkrijgen van een eventuele hogere zaligheid, komt mij op z'n minst voor alsof men tegen Uw oneindige goedheid behoorlijk grof zou zondigen. Dit loon heel begerig en bereidwillig aannemen zou evenveel betekenen als zich zoiets waardig te achten, hetgeen bij geen van ons toch ooit het geval kan zijn. Daarnaast dringt zich, tenminste bij mij, dan ook nog heimelijk een vraag op die als volgt luidt:
Hoofdstuk 100: De hemelse bestemming - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Maar kijk nu ook naar ons gezelschap; het begint grote ogen op te zetten en de prior wendt zich zojuist tot de Heer en zegt: o Heer, algoede, allerbarmhartigste Schepper en Vader van alle schepselen in de hemel en op aarde, in hemels naam, wat is dat nu?! Zijn dat ook engelgeesten die eens op aarde hebben geleefd of zijn het de zuiverste engelen uit de allerhoogste hemel? Dat er zoiets wonderbaarlijk moois bestaat heb ik zelfs diep in mijn hart nooit kunnen vermoeden. Op aarde was ik een standvastig celibatair, maar als mij als zodanig ook maar iets wat in de verte hierop lijkt onder ogen zou zijn gekomen, werkelijk, dan zou ik me zelfs in het schandelijkste mohammedanisme hebben kunnen verplaatsen. Heer en Vader, hier is letterlijk van toepassing: sta ons bij, anders zijn we verloren; vooropgesteld dat men hier ook nog verloren kan gaan.
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] De prior en zijn broeders kijken nu eens naar de omgeving, dan weer naar de Heer en dan weer, en bijna het meest naar de mooie hemelse bruiden. De prior is daarom ook niet zo vlug klaar met zijn antwoord en overlegt bij zichzelf als volgt: hier zou het goed toeven zijn aan de zijde van zo'n hemelse bruid en in zo'n prachtig eigendom, waar je bovendien als het ware de gebraden vogels in de mond vliegen! Werkelijk, het is toch voor een onsterfelijke geest eeuwig volkomen onmogelijk om zich de hemel nog hemelser voor te stellen. Voorwaar, en nog eens driemaal voorwaar, als hier een echte goede raad niet duur is, dan is hij het in eeuwigheid niet. Als ik eraan denk, hoe het voor iemand zou zijn om zo'n hemelse bruid te omarmen en aan zijn onsterfelijk hart vol hemelse, vurige liefde te drukken, dan begint het me te duizelen en zou ik heel graag, ja, ik zou zelfs oneindig graag voor de Heer mijn krachtigste `ja' uitspreken, vooropgesteld dat deze eindeloze heerlijkheid in alle opzichten ook duidelijk een stevige basis heeft.
Hoofdstuk 99: Nog een zware beproeving - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Nu wendt de prior zich tot de Heer en zegt: o almachtige, liefdevolle heilige Vader, hoor mij genadig aan. Hoewel U precies ziet en weet hoe het met mij gesteld is, wil ik toch voor U spreken omdat U het zo wenst. Wat Uw liefdevolle en heilige voorstel van daarnet betreft, twijfel ik er nu absoluut niet meer aan of U mij en mijn broeders dit alles zou hebben gegeven als we Uw voorstel hadden aangenomen, want U bent toch overal de eeuwige Liefde, Trouw, Waarheid en Wijsheid! Het is waar, wanneer ik deze zuiver hemelse engelachtige wezens aanschouw, waarvan de een nog mooier is dan de andere en ieder op haar manier niet te overtreffen, en ik daarna mijn hart vraag of het tevreden zou zijn met zo'n onbeschrijfelijke genade van U, dan moet ik evenwel met de hand op het hart zeggen: o Heer, die uitzonderlijke genade ben ik helemaal niet waard, want zo'n loon zou te hemels en overheerlijk zijn voor een armzalige, uitgedroogde celibataire, aardse leegloper. Werkelijk, in het door U gezegende bezit van een dergelijke zuiver hemelse wederhelft of eeuwige levensgezellin moeten aardjaren, als ze hier nog zouden tellen, toch voorbijvliegen als montere sprinkhanen op een hete zomerdag. En van verveling zou in zulke bijna bovenhemelse omstandigheden in alle eeuwigheden zeker geen sprake zijn.
Hoofdstuk 100: De hemelse bestemming - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Heb de vrouw die Ik je hier zal geven, echter lief als jezelf. Wees één met haar zodat je met haar een volkomen mens vormt, dat zich in volmaakte hemelse waarheid en weldadige liefde bevindt. In deze vrouw zul je de macht van jouw liefde voor Mij voelen en de vrouw zal in jou de macht van Mijn wijsheid voelen; en zo zullen jullie één zijn in Mijn eeuwige liefde en wijsheid. De hoogste graad van jullie gelukzaligheid zal er dan steeds zijn wanneer jullie volkomen één zijn in de liefde voor Mij.
Hoofdstuk 100: De hemelse bestemming - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Zie, onze prior wordt bijna duizelig van deze verrukkelijke zaligheid. Van louter schuchterheid durft hij evenals zijn broeders nauwelijks een voet te verzetten om de wachtende hemelse maagden tegemoet te gaan. Maar de Heer geeft de maagden een wenk, waarop elk van hen zich naar de voor haar bestemde man spoedt om hem een stralende palmtak aan te reiken. Maar bij het aannemen van de palmtak verandert ook de nog wat gewone kleding van de monniken in passende hemelse kleding; de Heer zegent hen nu en zij vallen allemaal op hun aangezicht en loven en prijzen Hem voor zo'n onmetelijke genade.
Hoofdstuk 100: De hemelse bestemming - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Onze nu hemelse echtgenoten komen in beweging en de prior ziet met leedwezen dat onze arme lekenbroeder bij deze gang van zaken met lege handen is achtergebleven. Daarom wendt hij zich dadelijk tot de Heer en zegt: o Heer, allerliefdevolste, goede Vader, ik kan U niet genoeg loven en prijzen voor de genade die U ons allen hebt bewezen, maar kijk, daar achter staat een arme broeder nog zonder vrouw en zonder kleding; ik heb echt medelijden met hem. O Heer, als U het goedvindt, zou ik liever mijn gewaad en mijn vrouw aan hem afstaan dan hem hier zo verlaten moeten zien. Ik weet weliswaar dat Uw oneindig vaderlijke goedheid al uitstekend voor hem heeft gezorgd, maar omdat ik van U ook een liefhebbend en medelijdend hart heb gekregen, moet ik U openlijk bekennen, dat zolang ik weet dat deze arme broeder niet zo zalig is als ik, ik in Uw allerheiligste naam liever zelf enkele duizenden jaren van al deze zaligheden zou willen afzien dan hem ook maar enkele dagen minder zalig te zien dan mijzelf.
Hoofdstuk 100: De hemelse bestemming - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848  ...