Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 835 van 1037

...  823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848  ...
[8] Jullie zeggen: hoe zou het dan zijn als we ons geestelijk wat hoger in de lucht zouden begeven om dan zo heel gemakkelijk in een rechte lijn naar ons grootse doel te trekken?
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Wanneer de muur van deze wal naar aardse maatstaven loodrecht omhoog gaat en er beneden geen poort is aangebracht, dan zouden we inderdaad een probleem hebben met het voortdurend volgen van onze rechte lijn. Toch mogen we haar niet verlaten, want in de geest ook maar een haarbreed opzij gaan betekent zoveel als in één oogwenk deze hele mooie wereld uit ons gezichtsveld verliezen. We zijn echter nog niet bij de muur. Daarom de moed niet verliezen, dan zal alles wellicht beter verlopen dan wij verwachten.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Jullie vragen je nu wel af of wij op deze weg nog op hindernissen kunnen stuiten die ons het bereiken van ons doel zouden kunnen bemoeilijken? Dat zal onderweg wel blijken. Tot nu toe ging het nog goed. We hebben in de loop van ons gesprek al een tamelijk flinke afstand afgelegd en als ik naar de plek kijk waar dit uitzonderlijke bouwwerk staat, kan ik een en ander al goed onderscheiden en daartoe was ik eerder vanaf de bergtop niet in staat.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] In de zaadkorrel ligt echter alweer het vermogen om tenslotte zichzelf terug te vinden, en de boom zelf met zijn hele werkzaamheid is dan niets anders dan een doelmatig proces van pit naar pit. Het is naar mijn mening dan ook veel juister en verstandiger om aan te nemen dat een lijn het product is van heel veel aan elkaar geregen punten, die daarom ook door twee eindpunten begrensd wordt, dan dat men zo dwaas zou zijn om te denken dat een punt het product zou zijn van een in elkaar geschrompelde lijn die aan beide zijden (waarvan zij er vele heeft) door twee lijnen wordt begrensd.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Laten we tot het overeenstemmende morele aspect overgaan. Wie laat zich liever troosten dan een bedroefde, dus iemand die in zijn hoop teleurgesteld is? Of, wie zoekt met meer verlangen naar een reële troost, dus een morele verzadiging van een uitgehongerde hoop, dan juist iemand die bijna wanhopig is geworden? Breng hem bij de rivier van licht, en hij zal dan met volle teugen datgene in zich opnemen wat hem op het eerste gezicht het meest aanspreekt.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Maar hoe kan nu de hoop verzadigd worden? Plaats de potplant maar weer in het witte zonlicht, maar niet al te plotseling, en dan zal de potplant weer groen beginnen te worden. Waarom dan wel? Omdat hij buitengewoon hongerig is geworden naar een echte verzadiging.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Iets soortgelijks kunnen jullie ook veelvuldig op jullie aarde vinden; je hoeft maar naar de meeste boomvruchten en ook naar veel bloemen te kijken. Hoe ziet dat er allemaal in onrijpe toestand uit? Groen; maar dit groen, als een hongerige kleursubstantie, verzadigt zich voortdurend met het witte licht van de zon. En hoe uit zich dan de volledige verzadiging, die de eigenlijke rijpheid van de vrucht aangeeft? Gewoonlijk meestal door een min of meer roodachtige kleur of toch in ieder geval door een kleur die het dichtst bij het rood komt of zelfs wel in haar overgaat.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk daar nu eens, naar die wat dieper gelegen onafzienbaar grote vlakte, die links en rechts zover het oog reikt door dit beboste gebergte begrensd wordt! Wat zien jullie op die vlakte? Zeker niets anders dan ik: op een behoorlijk verre afstand rijst een trapvormige, ronde piramide buitengewoon hoog op. Men kan vanaf deze afstand behalve een glans als van briljanten nog geen verdere bijzonderheden onderscheiden. Desondanks belooft deze eerste aanblik al iets ongehoord groots en verhevens. Daarom zullen we er dan ook vlug op afstevenen om zo spoedig mogelijk dicht bij dit verheven, prachtige bouwwerk te zijn. Kijk, we hebben weliswaar geen voetpad en nog veel minder een rijweg daarheen, maar als ik deze prachtige grond bekijk, die er veel liefelijker en zachter uitziet dan het allerfijnste zijdefluweel, dan denk ik dat men geen voetpad nodig heeft, maar alleen maar op de rechte lijn hoeft te letten; we zullen ons dan met geestelijk snelle schreden weldra daar bevinden waar we willen zijn.
Hoofdstuk 29: Vervolg van de tocht. Met onwrikbaar vaste wil lijnrecht op het doel af - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Kijk, precies zo vergaat het de mens die hongert naar waarheid of naar de realisering van zijn ideeën. Breng hem bij de waarachtige rivier van licht en hij zal zich daar weldra in begeven en zich naar hartelust en behoefte verzadigen. En als hij heel gemakkelijk en vlug zal merken dat dit een waarachtige verzadiging is die geschikt is om al zijn nog loze ideeën volkomen te verzadigen, dan krijgt hij ook al gauw goede moed en zal hij de grote gastheer zo vlug mogelijk met de gloed van zijn liefde omvatten. Deze liefde is op zich al een uiting van volkomen verzadiging, ofwel: in de liefde is alles van het geloof en alles van de hoop in volmaakt gerealiseerde rijpheid en verzadiging voorhanden. En zo is de liefde enerzijds de door het geloof volkomen verzadigde hoop, maar anderzijds is ze, om reden dat zij de hoop en het geloof als verzadigd in zich sluit, ook de oorsprong van beide. Jullie zeggen: hoe is dat mogelijk? Ik denk dat er nauwelijks iets natuurlijkers en begrijpelijkers bestaat dan dit.
Hoofdstuk 28: Tocht door een ander zonnedistrictsgebied. Liefde, de oergrond van geloof en hoop en tevens de vrucht van beide - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] We zijn bij de oever en dus ook al aan de voet van de berg. Kijk eens naar de grond, hoe fluweelachtig hij is bekleed met heel zacht gras en wat een hoogste reinheid hij voor ons ten toon spreidt! Is het niet een lust om op zo'n grond onder de groen stralende bomen te wandelen? Ja werkelijk, dat is op zich al hemels heerlijk!
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer vraagt dan een geest voor wie de wegen tussen werelden zelfs openstaan, naar de steilte van een gebergte op een wereld? Daarom zullen we ook wel zonder hinderlijk moe te worden met de minste moeite over deze steilte komen.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Jullie zeggen bij jezelf, terwijl jullie met je geestesoog dit eindeloos sterk stralende, onafzienbare rivieroppervlak beschouwen: hoe kunnen we met ongeschonden voeten en zonder onze ogen te verblinden over deze zee van zonnegloed heenkomen? - Maar ik zeg jullie, zoals ik jullie al eens eerder heb gezegd: voor de geest mag er nooit enige bezorgdheid bestaan. Standvastig willen en onwankelbaar vertrouwen moeten het eeuwige richtsnoer van de geest zijn. Daarom, bedenk jullie ook niet, maar wil en vertrouw, dan zal dit element ons overeenkomstig ons willen en vertrouwen dienstbaar moeten zijn. Welnu, jullie willen en vertrouwen en de stralende stromen dragen ons behouden en bliksemsnel naar een ander, ver wereldgebied.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Hoe moeilijk zulke mensen tot een innerlijk leven komen, vertelt de Heer eveneens naar aanleiding van het voorval met de rijke jongeling, die ook naar de Heer kwam om zich met Zijn licht, zowel aards als geestelijk, maar alles bij elkaar genomen toch in sterk materiële zin, te verrijken.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Zij zijn niet in staat om het hogere leven dat de planeet nog omgeeft op te nemen. Daarom zijn ze ook maar op één ding gericht en dat is hun eigen zelfzucht. Als zij zich soms al met hun weinig herbergzame kant naar het licht toewenden, dan verteren ze dit toch slechts ten behoeve van hun materiële welzijn, maar nooit voor het doen opleven en ontwikkelen van het geestelijke leven, dat tot uiting komt in een liefdevolle wisselwerking tussen de sferen waarin ieder geestelijk leven werkzaam is. Zulke mensen hebben slechts een halve sfeer en deze is gelijk aan hun eigenliefde, omdat ze altijd afgewend is van de sfeer van hun naaste. Zij lopen weliswaar met het betere deel van de mensheid mee, maar houden toch steeds behoorlijk afstand daarvan om niets van hun materiële, vergankelijke rijkdom te verliezen. Ook hebben ze in hun doen en laten een steeds zwenkende beweging, waardoor ze iedere gelegenheid waarbij ze op hun liefdadigheid zouden kunnen worden aangesproken, ontwijken.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Waarom is dat zo? Omdat zo'n mens zich eerst helemaal op het grofstoffelijk wereldse heeft gebaseerd en van daaruit heel moeilijk op het zuiver geestelijke kan overgaan. Er zijn ook mensen die helemaal geen vuur bezitten; die kan men vergelijken met reeds lang uitgedoofde vulkanen. Deze mensen hebben daarom ook helemaal niets geestelijks meer in zich en lijken op manen, die, ten minste aan één kant, ook bijna geen atmosferische lucht meer hebben. Ze keren steeds hun onherbergzaamste kant naar hun planeet toe en de herbergzaamste altijd van haar af. Zo is het ook met soortgelijke mensen.
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  823 - 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848  ...