17481 resultaten - Pagina 836 van 1166
... 824 - 825 - 826 - 827 - 828 - 829 - 830 - 831 - 832 - 833 - 834 - 835 - 836 - 837 - 838 - 839 - 840 - 841 - 842 - 843 - 844 - 845 - 846 - 847 - 848 - 849 ...
[11] En Henoch antwoordde daarop: 'Luister, als het met de kamers van vader Seth werkelijk is zoals hij ons allen hier verkondigt, ben ik er bij voorbaat van overtuigd dat mijn voorraadkamers er niet zo armzalig voorstaan als de zijne!Hoofdstuk 171: De wonderbaarlijke aanvulling van de spijskamers van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] En Seth zei: 'Henoch, je hebt juist gesproken; de goede, meest liefdevolle Vader zij al onze liefde en aanbidding! Want Hij heeft zich nu groot betoond aan mij en buitengewoon barmhartig, want waarlijk: mijn voorraadkamers waren tot op de laatste druppel leeg, en nu zie ik die weer volop aangevuld in mijn hart!'
Hoofdstuk 171: De wonderbaarlijke aanvulling van de spijskamers van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] En Seth viel neer op zijn aangezicht en wilde danken en bidden; maar een stem riep als het ware uit de hemelen: 'Mijn lieve broeder Seth, Ik ken je toch en jij kent Mij ook; sta daarom op en zorg voor Adam en zijn door Mij beminde gasten! Amen.'
Hoofdstuk 171: De wonderbaarlijke aanvulling van de spijskamers van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Maar de stem sprak weer: 'Seth, wat zoek je door met je ogen rond te kijken? Is dan niet jouw hart Mijn huis in jou? Ga daarom maar en bedien de gasten! Amen.'
Hoofdstuk 171: De wonderbaarlijke aanvulling van de spijskamers van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] De vrouwen ontruimden meteen de trap en huilend spoedden zij zich met de kinderen naar buiten. Maar de meisjes gingen naar hun verblijven om zich aan te kleden, kwamen weldra feestelijk en netjes gekleed hij het drietal terug, vielen voor hen neer, vroegen hen om vergeving voor hun eerdere kwaadaardigheid, waartoe zij weliswaar meer gedwongen waren dan dat zij het uit vrije wil hadden gedaan, dankten hen voor de genade van de redding en vroegen hen toen om een voor altijd versterkende zegen; en het drietal troostte, zegende en sterkte hen in Mijn naam. Na deze handeling zei Sethlahem tegen de meisjes:
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Zijn eerste begroeting was: 'Knechten, grijp die drie misdadige dieren uit de bergen! Bind hen vast, zodat ik ze eigenhandig kan verscheuren; hun bloed zal het bloed van mijn vrouwen Ada en Zilla en het bloed van mijn mooiste dochter Naëhme verzoenen! Ga en voltrek mijn almachtige wil!'
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Maar Lamech zei tegen Kisehel: 'Waarom beveel je mij om je onmiddellijk te volgen, samen met mijn knechten en dienaren? Heb ik niet van tevoren een bedenktijd van drie dagen bedongen? Waar blijft die?
Hoofdstuk 177: Kisehels krachtige woorden tot Lamech. Lamech en zijn lijfwacht gaan naar de plaats van de terechtstellingen onder leiding van de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Zeg mij, de grote koning van de vlakte van Hanoch, jij langbenig beest uit de bergen, welke misdaad wil jij hier aan mij en mijn hele huis begaan?!'
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] En Lamech antwoordde gewichtig en trots: 'Ik vond dat altijd beneden mijn waardigheid; daarom wilde ik zoiets ook nooit doen!'
Hoofdstuk 179: Lamech in zijn vermeende goddelijkheid en almacht door Kisehel beproefd en verdeemoedigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Lamech, jij boze knecht van de satan, je bent stom geworden omdat mijn woord je in een drievoudig net gevangen heeft, en je vult nu je hart zo met wraakgedachten dat je hele wezen daardoor één gruwelijke vloek is tegen ons en dus ook tegen God!
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Je ziet hoe volkomen nietig je hele macht is ten opzichte van alleen al de Adem uit mijn mond; zeg me, waarom wil je ons dan de hardste koppigheid in plaats van de bedongen gehoorzaamheid ionen, terwijl je alleen daardoor weer tot Gods genade kunt komen en voor ons ren weliswaar berouwvolle, maar anderzijds een bovenal geliefde broeder kunt werden?
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Ik zal mij op jou en nog minder ooit op God wreken, want ik ken mijn onmacht maar al te goed!
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Mijn macht kun je zo wel breken, maar op die manier in der eeuwigheid nooit mijn wil! - Begrijp je dat, machtswellustige zondaar tegen mij, koning van dit ongelukkige vervloekte land!'
Hoofdstuk 180: Lamechs hardnekkigheid en trots. Kisehels scherpe woorden en Lamechs hoogmoedige antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Wil je mij met vurige roeden slaan, doe dat dan tot de dood erop volgt! Mijn leven kun je van me afnemen, maar mijn gedachten en mijn wil nooit ofte nimmer, zolang ik leef; dat zweer ik je bij mijn eer als koning!
Hoofdstuk 181: Het gesprek tussen Kisehel en de snoevende Lamech. Lamechs onvrijwillige driedaagse eenzaamheid op de plaats van de terechtstellingen voor de stad - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Wil je mij tijdelijk of voor eeuwig met de grootste pijnen plagen, dan zul je daardoor alleen maar mijn boosheid voeden maar zeker niet doen afnemen. En mijn wil zal blijven zoals die nu is, vast en onbuigzaam, zelfs door de lasten van de wereld. Je zult zien dat de wil van een God zich wel laat buigen, maar die van Lamech niet!
Hoofdstuk 181: Het gesprek tussen Kisehel en de snoevende Lamech. Lamechs onvrijwillige driedaagse eenzaamheid op de plaats van de terechtstellingen voor de stad - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)